In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun verzoek om handhaving tegen de geitenhouderij van de derde-partij beoordeeld. Eisers, wonend in Sibrandahûs, hebben in 2020 een verzoek om handhaving ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dantumadiel, dat op 12 april 2021 werd afgewezen. Na bezwaar en een aanvullend besluit op 2 november 2021, hebben eisers beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 30 juli 2024 de zaak behandeld, waarbij eisers, de gemachtigde van het college en een vertegenwoordiger van de derde-partij aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. De rechtbank stelt vast dat het verzoek om handhaving gericht was op de sluiting van de geitenhouderij, maar dat het college op goede gronden het verzoek heeft afgewezen. De rechtbank wijst erop dat de relevante wetgeving, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), van toepassing blijft, ondanks de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024. De rechtbank behandelt verschillende beroepsgronden van eisers, waaronder de naleving van eerdere uitspraken, de vergunningen van de derde-partij, en de afstands- en geurnormen. De rechtbank oordeelt dat de derde-partij over de benodigde vergunningen beschikt en dat er geen overtredingen zijn vastgesteld.
De rechtbank concludeert dat de overige beroepsgronden van eisers ook niet slagen en dat er geen grond is voor het oordeel dat de derde-partij zonder vereiste vergunningen opereert. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft en eisers het griffierecht niet terugkrijgen.