Uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[veroordeelde] ,
Procesverloop
Motivering
[veroordeelde]met
één jaar.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 3 december 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde, die in 2016 was veroordeeld voor afpersing en diefstal met geweld. De officier van justitie had op 16 oktober 2024 gevorderd om de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen. Tijdens de zitting op 19 november 2024 waren de veroordeelde, zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, de officier van justitie en deskundige mw. drs. E.W.M. van den Broek aanwezig. De rechtbank heeft de stukken bestudeerd, waaronder een rapport van de inrichting waar de veroordeelde verblijft.
De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. De veroordeelde, die gediagnosticeerd is met een antisociale persoonlijkheidsstoornis, heeft zich in het verleden onttrokken aan behandelingen en vertoonde problematisch gedrag tijdens zijn transmurale verlof. Ondanks positieve ontwikkelingen in zijn werk en opleiding, zijn er ernstige zorgen over zijn gedrag en de kans op recidive. De rechtbank heeft het verzoek van de raadsman tot aanhouding van de zaak afgewezen en besloot de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, met de nadruk dat dit niet betekent dat de maatregel na dat jaar automatisch voorwaardelijk zal worden beëindigd.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht en benadrukt dat de verlenging van de maatregel afhankelijk is van het gedrag en de inzet van de veroordeelde in de toekomst.