In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 3 december 2024, is de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde mishandeling, huisvredebreuk, afpersing en dwang. De rechtbank heeft de betrouwbaarheid van de verklaringen van de betrokken partijen beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte een succesvol beroep op de rechtvaardigingsgrond noodweer heeft gedaan. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 14 april 2022 in Stadskanaal, waar de verdachte en zijn medeverdachte betrokken waren bij een conflict met de aangevers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de aangevers inconsistent waren en dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen van geweld en dwang. De rechtbank oordeelde dat de verdachte handelde uit zelfverdediging en dat zijn gedragingen proportioneel waren in verhouding tot de aanval die hij ondervond. De vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 1], tot schadevergoeding werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de feiten die de schade zouden rechtvaardigen niet bewezen zijn. De rechtbank heeft bepaald dat de verdachte niet schuldig is aan de hem ten laste gelegde feiten en dat hij zijn proceskosten zelf moet dragen.