ECLI:NL:RBNNE:2024:4839
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden en opvolgend werkgeverschap
In deze zaak verzoekt werkgever Wilco B.V. de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer [verweerder] wegens bedrijfseconomische omstandigheden. De werkgever stelt dat de arbeidsplaats van [verweerder] is komen te vervallen door een daling in de omzet en de noodzaak tot digitalisering en automatisering van processen. Het UWV had eerder de ontslagaanvraag van Wilco afgewezen, omdat niet voldoende was aangetoond dat de werkzaamheden binnen de afdeling prepress zodanig waren afgenomen dat de arbeidsplaats van [verweerder] moest vervallen. De kantonrechter oordeelt dat Wilco in voldoende mate heeft aangetoond dat de arbeidsplaats van [verweerder] dient te vervallen. De kantonrechter overweegt dat er geen mogelijkheden zijn voor herplaatsing van [verweerder] binnen een redelijke termijn. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van 1 september 2024, en Wilco wordt veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding aan [verweerder]. Daarnaast wordt vastgesteld dat er sprake is van opvolgend werkgeverschap, waardoor [verweerder] sinds 18 februari 2013 in dienst is van de rechtsvoorganger van Wilco. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.