[verdachte] ,
geboren op [geboorte datum] 1974 te [geboorte plaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 november 2024 (inhoudelijk) en 26 november 2024 (heropening en sluiting onderzoek). Verdachte is op 12 november 2024 verschenen, bijgestaan door mr. J.A.J. Brahm, advocaat te Rotterdam. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D. Roggen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 8 maart 2020 tot en met 9 maart 2020 te [plaats] , gemeente Tynaarlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een crossmotor (Husqvarna 450 cc),
- een compressor,
- een aggregaat,
- diverse motoronderdelen (o.a. wielen, althans velgen (Goldspeed), tandwielen, koppelingen en een stuur) en/of
- een gereedschapskist met toebehoren,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] en/of [slachtoffer] en/of [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 8 maart 2020 tot en met 23 juni 2020, te Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, van één of meerdere voorwerpen, te weten een crossmotor (Husqvarna), een compressor, een aggregaat, diverse motorondedelen (o.a. wielen, althans velgen (Goldspeed), tandwielen, koppelingen en een stuur) en/of een gereedschapskist met toebehoren,) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp
c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
2
hij in of omstreeks de periode van 22 juli 2019 tot en met 24 juli 2019 te [plaats] , gemeente Midden- Drenthe, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- 2 crossmotoren (KTM)
- diverse onderdelen (o.a. wielen, binnenbanden, tandwielen en/of een stuur)
- divesre motorkleding (o.a. laarzen, 2 motorhelmen en/of een body protector),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] en/of [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 22 juli 2019 tot en met 23 juni 2020, te Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, van één of meerdere voorwerpen, te weten een
- 2 crossmotoren (KTM)
- diverse onderdelen (o.a. wielen, binnenbanden, tandwielen en/of een stuur)
- divesre motorkleding (o.a. laarzen, 2 motorhelmen en/of een body protector),
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
3
hij op of omstreeks 10 februari 2020 te [plaats] , gemeente Aa en Hunze tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- 4 crossmotoren (HTM en/of Honda)
- diverse motoronderdelen (o.a. een solvavering, haanwielen en/of een transponder),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 10 februari 2020 tot en met 23 juni 2020, te Assen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, van één of meerdere voorwerpen, te weten een
- 4 crossmotoren (HTM en/of Honda)
- diverse motoronderdelen (o.a. een solvavering, haanwielen en/of een transponder),
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
4
hij in of omstreeks de nacht van 9 april 2020 op 10 april 2020 te [plaats] , gemeente Borger-Odoorn tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, 8 elektrische fietsen en/of 8 accu's
en/of 8 opladers voor elektrische fietsen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [bedrijf] , althans aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 9 april 2020 tot en met 23 juni 2020 te Assen,
althans in Nederland een goed te weten een elektrische fiets heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor de onder 1 primair, 2 primair en subsidiair, 3 primair en 4 primair tenlastegelegde feiten.
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder 1 subsidiair (enkel het witwassen van motoronderdelen), 3 subsidiair (enkel het witwassen van een achterbrug) en 4 subsidiair tenlastegelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd, kort en zakelijk weergegeven:
Het dossier bevat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte betrokken was bij de inbraken in [plaats] , [plaats] , [plaats] en [plaats] . Voorts heeft verdachte zich niet schuldig gemaakt aan het witwassen van crossmotoronderdelen of heling van een elektrische fiets. De enkele aanwezigheid van de elektrische fiets is immers onvoldoende om tot een bewezenverklaring van heling te komen. Verdachte heeft bovendien verklaard dat hij de fiets enkel onder zich had als onderpand van een lening, hetgeen maakt dat hij ook geen onderzoeksplicht had naar de herkomst van de fiets.
Ten aanzien van de aangetroffen crossmotoronderdelen kan niet worden vastgesteld dat die overeenkomen met de goederen uit de aangiftes. Verdachte had bovendien niet de intentie om illegale activiteiten te ondersteunen of de werkelijke herkomst daarvan te verbergen.
Feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 primair en feit 4 primair
De rechtbank acht, met de officier van justitie en de raadsvrouw, niet bewezen dat verdachte op enige wijze betrokken was bij de inbraken in [plaats] , [plaats] , [plaats] en [plaats] , zodat verdachte hiervan wordt vrijgesproken.
Feit 2 subsidiair
Dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van de gestolen goederen van aangever [slachtoffer] acht de rechtbank evenmin bewezen nu niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de aangetroffen crossmotoronderdelen in de garage aan de [adres] overeenkomen met de gestolen motoronderdelen van aangever [slachtoffer] .
Feit 1 subsidiair, feit 3 subsidiair en feit 4 subsidiair
De rechtbank acht de onder 1 subsidiair, 3 subsidiair en 4 subsidiair tenlastegelegde feiten wel wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het
feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 12 november 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik had de aangetroffen elektrische fiets van [slachtoffer] gekregen als onderpand voor een lening van 475,-.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 maart 2020, opgenomen op pagina 371 e.v. van het dossier van Politie Noord Nederland met nummer NN3R020053 (onderzoek Mercedes) d.d. 2 november 2020, inhoudend als verklaring van
[slachtoffer] :
Ik doe aangifte van diefstal door middel van braak. Op maandag 9 maart 2020 omstreeks 06:30 uur werd mijn vader gebeld door mijn opa en oma. Zij vertelden dat er was ingebroken in de schuur en dat mijn crossmotor weg was. Mijn crossmotor betreft een Husqvarna 450 CC wit van kleur. De bijzonderheden aan deze motor zijn dat de voorpoten bruin zijn gecoat.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 juni 2020, opgenomen op pagina 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op dinsdag 23 juni 2020 waren wij van ter plaatse aan de [adres] te Assen. In de hoek, gezien vanaf de garagedeur, linksachter lag een hoop met goederen. In deze hoop zagen wij een zwart doek. In deze doek zaten twee voorpoten gewikkeld.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 augustus 2020, opgenomen op pagina 567 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op dinsdag 25 augustus 2020 meldde zich bij mij [slachtoffer] . Bij een doorzoeking bij de verdachten werden twee voorpoten van crossmotoren aangetroffen. Bij het zien van de voorpoten hoorde ik [slachtoffer] zeggen: "Die zijn van mij! Dat zijn de voorpoten van mijn motor. Honderd procent (100%) zeker dat die van mij zijn! Daar rijdt niemand mee." Ik hoorde [slachtoffer] zijn zoon zeggen dat de dozen, die ook bij de in beslag genomen goederen lagen, van hun waren geweest. Het betreffen rode dozen waar onderdelen van motoren in hebben gezeten.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 17 februari 2020, opgenomen op pagina 611 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Op maandag 10 februari 2020 om 07:10 uur liep ik naar de paarden toe. Ik liep langs de schuur en toen zag ik dat de deur van de schuur was ontzet. Toen ik in de schuur ging kijken zag ik dat er vier crossmotoren waren verdwenen. Het gaat om de volgende crossmotor:
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 september 2020, opgenomen op pagina 623 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Ter inbeslagname was ik op zondag 20 september 2020 ter plaatse aan de [adres] te Assen. Ik zag dat ze naar een aangebouwd gedeelte aan de linkerkant van de woning liep en daarvan de deur opende. Ik liep vervolgens met [slachtoffer] mee en ik zag dat ze een onderdeel van de grond pakte. Op het politiebureau heb ik het voorwerp vergeleken met de fotos die waren toegevoegd aan de aangifte van [slachtoffer] . Ik zag dat de kleur en de vorm van de achterbrug overeenkwamen met die op de foto bijgevoegd aan de aangifte. Ik zag ook dat de kleur en de maat van het achterwiel overeenkwamen. Teven zag ik op het zwartkleurige achter tandwiel het merk KTM SX50 staan. Dit is overeenkomstig met het merk en type van de gestolen motor op de foto's.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 september 2020, opgenomen op pagina 628 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op zondag 20 september 2020 werd er aan de [adres] te Assen een achterbrug van een KT SX50 in beslag genomen. Van de achterbrug werden twee foto's gemaakt. Deze foto's heb ik via Whatsapp verstuurd naar aangever [slachtoffer] uit [plaats] . Dit met de vraag of hij de achterbrug zou herkennen als zijn eigendom. Ik kreeg het volgende bericht van hem terug. Bericht van [slachtoffer] , zondag 20 september 2020 te 21.20 uur:
"Alles even gecheckt is van onze 50cc. Zit namelijk een michelin startcross achterband op die wij erop gezet en t achterwiel is ook een andere dan standaard en die hebben wij er ook op gezet, onze monteur zei direct is van jullie".
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 15 april 2020, opgenomen op pagina 673 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van
[slachtoffer] :
[bedrijf] is gelegen te [plaats] . Op vrijdag 10 april 2020 ontdekte een medewerkster van facilitaire dienst dat het hekwerk vernield was. Toen zij bij het hok van de fietsen stond, zag ze dat het hok open stond en dat de elektrische fietsen weg waren. Deze elektrische fietsen waren van het merk Gazelle en waren nieuw. De inkoopwaarde per fiets bedraagt 1285 euro.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 juni 2020, opgenomen op pagina 678 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op dinsdag 23 juni 2020 was ik voor een doorzoeking in de garage, gelegen achter de woning aan de [adres] te Assen. Ik zag daar een damesfiets staan. Ik zag dat de fiets was afgesloten. Bij het natrekken van het framenummer, bleek dat de fiets geregistreerd stond als gestolen. Ik vroeg aan de bewoonster, [slachtoffer] , van wie de fiets was. Ik hoorde haar zeggen dat de fiets van [verdachte] was. [verdachte] is de vriend van [slachtoffer] en verblijft veel bij haar.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 juni 2020, opgenomen op pagina 301 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [verdachte] :
V: Hoe vaak in de week ben jij aan de [adres] te Assen?
A: 3 a 4 keer in de week. Soms een hele week en dan een paar keer niet.
V: Nadat je gisteren bent aangehouden, hebben we [slachtoffer] gesproken. Zij verklaarde dat jij degene bent die de garage achter de woning aan de [adres] gebruikt.
A: Ja dat klopt. [slachtoffer] en ik maken gebruik van die garage. V: Van wie zijn alle goederen die in de garage liggen?
A: Het meest van mij.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat in de garage en in het bijgebouw (schuur) behorende bij de woning aan de [adres] meerdere gestolen goederen zijn aangetroffen, te weten de voorpoten van de gestolen crossmotor van [slachtoffer] , de achterbrug van één van de gestolen crossmotoren van [slachtoffer] en een elektrische fiets van [bedrijf] . Dat deze goederen van diefstal afkomstig zijn blijkt namelijk uit de aangiftes in combinatie met het framenummer van de elektrische fiets en de herkenning van de crossmotoronderdelen door [slachtoffer] en [slachtoffer] .
Voorts blijkt uit verdachtes eigen verklaring bij de politie dat hij deze goederen ook voorhanden had. Uit die verklaring volgt immers dat verdachte veelvuldig verbleef aan de [adres] , dat hij gebruik maakte van de garage, dat de meeste goederen in de garage van hem waren en dat hij wist dat daar een elektrische fiets stond en crossmotoronderdelen lagen. Verdachte had aldus de feitelijke zeggenschap over de aangetroffen goederen.
De overige onder 1 subsidiair en 3 subsidiair tenlastegelegde goederen zijn niet aangetroffen, zodat de rechtbank verdachte van dit deel van de tenlastelegging zal vrijspreken.
Witwassen voorpoten crossmotor [slachtoffer] en achterbrug [slachtoffer]
De rechtbank heeft, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, geoordeeld dat verdachte twee voorpoten en een achterbrug voorhanden had die onmiddellijk afkomstig zijn uit enig misdrijf. Van verdachte mag daarom worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft over de herkomst van deze goederen. Die verklaring is echter uitgebleven. Verdachte heeft enkel ten aanzien van de crossmotoronderdelen verklaard dat die twee a drie jaar oud waren. Die verklaring is echter aantoonbaar onjuist, omdat deze goederen ongeveer vier maanden vóór het afleggen daarvan gestolen zijn. Op het moment dat verdachte geconfronteerd werd met het feit dat er gestolen crossmotoronderdelen zijn aangetroffen, wilde verdachte helemaal geen verklaring meer afleggen ten aanzien van de herkomst van deze goederen. Er is daarom geen andere conclusie mogelijk dan dat verdachte wist dat deze goederen uit enig misdrijf afkomstig waren. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ten aanzien van de aangetroffen voorpoten en achterbrug zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het voorhanden hebben van de voorpoten en achterbrug. Verdachte wordt daarom vrijgesproken van het medeplegen zoals onder 1 subsidiair en 3 subsidiair ten laste is gelegd.
Heling fiets [bedrijf]
De aangetroffen elektrische fiets is, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, eveneens een door misdrijf verkregen goed dat verdachte voorhanden had.
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte wist dat de elektrische fiets een door misdrijf verkregen goed betrof. Immers, verdachte heeft verklaard dat hij de fiets als onderpand had voor een lening en hij beschikte bovendien over de sleutel en de oplader van de fiets. Van enig ander diefstalspoor is bovendien niet gebleken. De rechtbank zal daarom verdachte vrijspreken van opzetheling.
De rechtbank dient vervolgens vast te stellen of verdachte had moeten vermoeden dat de fiets een door misdrijf verkregen goed betrof. Van het hier bedoelde vermoeden is sprake als de verdachte grof of aanmerkelijk onvoorzichtig is geweest ten aanzien van de herkomst van het goed. De voor een bewezenverklaring van schuldheling vereiste onvoorzichtigheid bestaat in het geval dat verdachte bij enig nadenken over de hem bekende gegevens betreffende het goed had kunnen vermoeden dat het goed van misdrijf afkomstig was en hij zonder nader onderzoek naar de herkomst van het goed niet had mogen handelen.
De rechtbank is, gelet op de verklaring van verdachte dat hij de fiets onder zich had als onderpand van een lening van 475,-, van oordeel dat verdachte een onderzoeksplicht had naar de herkomst van de elektrische fiets. Het is namelijk een feit van algemene bekendheid dat elektrische fietsen kostbaar zijn, al helemaal als het gaat om een nieuwe Gazelle fiets. Het verschil in waarde tussen de lening en de fiets is daarom opvallend groot en verdachte moet dit hebben geweten. Verdachte heeft bovendien in beginsel geen enkele verklaring willen afleggen over de herkomst van de fiets. Pas op de terechtzitting komt verdachte met de naam van een persoon, die inmiddels is overleden, van wie hij de fiets in onderpand zou hebben gehad. Er is daarom geen andere conclusie mogelijk dan dat ook verdachte vooraf zijn twijfels had over de herkomst van de elektrische fiets. De rechtbank overweegt ten overvloede dat uit de verklaring van [slachtoffer] volgt dat er ook gebruik werd gemaakt van de elektrische fiets. Verdachte had de fiets dus niet alleen als onderpand. Nu verdachte bij de verkrijging van de elektrische fiets geen enkel onderzoek heeft ingesteld naar de herkomst, is hij onder de hiervoor geschetste omstandigheden tekortgeschoten in zijn onderzoeksplicht. Te meer omdat verdachte ook gemakkelijk onderzoek had kunnen doen door enkel het framenummer te controleren.
Bovenstaande brengt mee dat verdachte met de voor schuldheling vereiste aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan schuldheling.