Op 6 december 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het meermalen plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige, geboren in 2007. De verdachte, een 34-jarige man, werd ervan beschuldigd in de periode van 1 november 2022 tot en met 17 december 2022 ontuchtige handelingen te hebben gepleegd met een 15-jarig meisje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet aanwezig was tijdens de zitting, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsman, mr. B.P.M. Canoy. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door officier van justitie mr. G.R. Stoeten.
De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld, waarbij het slachtoffer gedetailleerd beschreef dat zij meermalen seksuele handelingen met de verdachte had verricht. De verdachte had aanvankelijk ontkend, maar zijn eigen verklaringen gaven aanleiding tot twijfels over zijn geloofwaardigheid. De rechtbank heeft ook DNA-onderzoek in overweging genomen, dat bevestigde dat er een biologisch spoor van de verdachte was aangetroffen.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 20 maanden en heeft de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een ernstige inbreuk had gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van het slachtoffer, die zich in een kwetsbare positie bevond. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van 5.000 euro toegewezen aan het slachtoffer, die op een speciale spaarrekening met een BEM-clausule zal worden gestort, ter bescherming van de belangen van de minderjarige.