ECLI:NL:RBNNE:2024:479

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
5 februari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
18-255662-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak betreffende diefstal, afpersing en poging doodslag met geweld en bedreiging

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 5 februari 2024 uitspraak gedaan in een meervoudige kamer. De verdachte is schuldig bevonden aan meerdere feiten, waaronder diefstal en afpersing van een persoon die door hem en zijn medeverdachten van zijn vrijheid werd beroofd. Het slachtoffer werd gedurende meerdere uren in een rijdend voertuig blootgesteld aan dreigementen en geweld. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een poging doodslag op een ander slachtoffer, waarbij hij deze in een nekklem nam en met een ploertendoder op het hoofd sloeg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen het slachtoffer heeft mishandeld en goederen van hem heeft gestolen. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 36 maanden opgelegd, alsook de terbeschikkingstelling van de verdachte met voorwaarden, zoals geadviseerd door de reclassering. De rechtbank heeft de noodzaak van behandeling van de verdachte benadrukt, gezien het recidivegevaar en de ernst van de feiten. De uitspraak is gedaan na een grondige beoordeling van de bewijsvoering, waaronder verklaringen van slachtoffers en medeverdachten, en de deskundigenrapporten die de psychische toestand van de verdachte in kaart brachten.

Uitspraak

Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18-255662-22
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18-274901-22
vordering na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 21-002400-20
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 5 februari 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] , geen vaste woon- of verblijfplaats,
thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 22 januari 2024.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. D.P. Menting.
Tenlastelegging
Parketnummer 18-255662-22
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 10 mei 2022 tot en met 16 mei 2022, in elk geval in de maand mei 2022 te [adres] , in elk geval in de gemeente Leeuwarden en/of te [adres] , in elk geval in de gemeente Waadhoeke, in elk geval in de provincie Friesland, meermalen een hoeveelheid geld (te weten in totaal 7100 euro), in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te
weten door meermalen, althans eenmaal, met de bankpas van die [slachtoffer 1] , een geldbedrag van de bankrekening van die [slachtoffer 1] op te nemen en/of een geldbedrag op een andere bankrekening (dan die van die [slachtoffer 1] ) over te schrijven;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 10 mei 2022 tot en met 3 maart 2023, in elk geval in het jaar 2022 en/of het jaar 2023 (tot en met 3 maart 2023) te [adres] , in elk geval in de gemeente Leeuwarden en/of te [adres] , in elk geval in de gemeente Waadhoek, en/of een of meer andere plaats(en) in de provincie Friesland, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, opzettelijk een grote hoeveelheid geld (van in totaal 7100 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als van die [slachtoffer 1] geleend geld,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 28 september 2022 en 29 september 2022 te [adres] , in elk geval in de gemeente Leeuwarden, en/of te [adres] / [adres] en/of [adres] , in elk geval in de gemeente Waadhoeke en/of een of meer andere plaats(sen) in de provincie Friesland, (al dan niet op de openbare weg) tezamen en in
vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] op verschillende locaties heeft gedwongen tot de afgifte van
- door middel van pintransacties verkregen hoeveelhe(i)d(en) geld, te
weten bij een Geldmaat (aan of bij de [adres] te [adres] ) 500,00 euro en/of bij een Geldmaat (in de [bedrijf] aan of bij de [adres] te [adres] ) 1350,00 euro en/of een pintransactie (bij de [bedrijf] aan of bij [adres] te [adres] ) ter waarde van 30,48 euro en/of
  • een of meer bankpas(sen) en/of
  • de sleutels van de kamer van die [slachtoffer 1] ,
in elk geval (telkens) enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of een derde toebehoorde(n), door
- onder valse voorwendselen met die [slachtoffer 1] te [adres] / [adres] af te spreken, alwaar hij met een auto zou worden opgepikt en/of (vervolgens) (nadat die [slachtoffer 1] bij verdachte en/of zijn/haar
medeverdachte(n) in die auto was gestapt en met verdachte en was meegereden)
  • een zak over het hoofd van die [slachtoffer 1] te doen en/of (vervolgens)
  • tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat er een pistool aanwezig is, althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
  • die [slachtoffer 1] meermalen op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of een of meer ander(e) de(e)l(en) van het lichaam te stompen en/of te slaan en/of
  • die [slachtoffer 1] een (groot) mes op de keel te zetten en/of te houden en/of te tonen en/of op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, die [slachtoffer 1] met dat mes te bedreigen, waardoor die [slachtoffer 1] werd gedwongen tot bovenomschreven afgifte;
3
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 28 september 2022 en 29 september 2022 te [adres] , in elk geval in de gemeente Leeuwarden, en/of te [adres] / [adres] , in elk geval in de gemeente Waadhoeke en/of een of meer andere plaats(sen) in de provincie Friesland, (al dan niet op de openbare weg) meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
  • door middel van via pintransacties (op verschillende tijdstippen) met de pinpas en pincode van die [slachtoffer 1] (bij een geldautomaat aan of bij [adres] te [adres] ) verkregen hoeveelhe(i)d(en) geld (in totaal 3600 euro, althans een aanzienlijk geldbedrag)
  • een of meer pinpas(sen) en/of
  • een laptop en/of
  • een portemonnee en/of
  • een telefoontoestel,
in elk geval (telkens) enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door tezamen en in vereniging meermalen, althans eenmaal,
  • onder valse voorwendselen met die [slachtoffer 1] te [adres] / [adres] af te spreken, alwaar hij met een auto zou worden opgepikt en/of (vervolgens) (nadat die [slachtoffer 1] bij verdachte en/of zijn/haar medeverdachte(n) in die auto was gestapt en was meegereden)
  • een zak over het hoofd van die [slachtoffer 1] te doen en/of
  • die [slachtoffer 1] meermalen op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, tegen het hoofd en/of een of meer ander(e) de(e)l(en) van het lichaam te stompen en/of te slaan en/of
  • die [slachtoffer 1] een (groot) mes op de keel te zetten en/of te houden en/of te tonen en/of op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, die [slachtoffer 1] met dat mes te bedreigen en/of
  • tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat er een pistool aanwezig is, althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
  • die [slachtoffer 1] onder dwang en/of met (voornoemd) geweld, naar de woning van verdachte en/of zijn/haar medeverdachte(n), althans een woning, te vervoeren;
4
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 28 september 2022 en 29 september 2022 te [adres] , in elk geval in de gemeente Leeuwarden, en/of te [adres] / [adres] en/of [adres] , in elk geval in de gemeente Waadhoeke en/of een of meer andere plaats(sen) in de provincie Friesland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door
  • onder valse voorwendselen te [adres] met die [slachtoffer 1] af te spreken, alwaar hij met een auto zou worden opgepikt en/of (nadat die [slachtoffer 1] bij verdachte en/of zijn/haar medeverdachte(n) in die auto was gestapt en was meegereden)
  • een zak over het hoofd van die [slachtoffer 1] te doen en/of
  • die [slachtoffer 1] tegen het hoofd en/of een of meer ander(e) de(e)l(en) van het lichaam te stompen en/of te slaan en/of
  • die [slachtoffer 1] een (groot) mes op de keel te zetten en/of te houden en/of te tonen en/of op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, die [slachtoffer 1] met dat mes te bedreigen en/of
  • die [slachtoffer 1] naar de woning van verdachte en/of medeverdachte(n), althans een woning, te vervoeren en/of aldaar in die woning te doen verblijven en (aldus) (zodoende) die [slachtoffer 1] gedurende enige tijd van de vrijheid te beroven en/of beroofd te houden;
Parketnummer 18-274901-22
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 2 oktober 2022 te [adres] , in elk geval in de gemeente [adres] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of verdachtes mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven,
  • die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, zogenoemd in een nekklem heeft genomen, althans met een arm om de nek/hals heeft vastgepakt en (vervolgens) vastgehouden en/of (vervolgens) (zodoende) die [slachtoffer 2] (telkens) gedurende enige tijd in de nek/hals heeft geknepen, althans de nek/hals heeft afgeklemd, waardoor het voor die [slachtoffer 2] (telkens) gedurende enige tijd (nagenoeg) niet mogelijk was adem te halen en/of
  • die [slachtoffer 2] met een zogenoemde ploertendoder, althans een hard voorwerp, op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of
  • die [slachtoffer 2] naar de grond heeft gewerkt en/of over de grond heeft gesleept en/of
  • die [slachtoffer 2] tegen het hoofd en/of een of meer ander(e) de(e)l(en) van het lichaam heeft getrapt en/of geschopt en/of gestompt en/of geslagen en/of
  • die [slachtoffer 2] de woorden heeft toegevoegd: "Ik maak je dood, ik vermoord je.", althans woorden van gelijk aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 2 oktober 2022 te [adres] , in elk geval in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- die [slachtoffer 2] zogenoemd in een nekklem heeft genomen, althans met een arm om de nek/hals heeft vastgepakt en (vervolgens) vastgehouden en/of (vervolgens) (zodoende) die [slachtoffer 2] gedurende enige tijd in de nek/hals heeft geknepen, althans de nek/hals heeft afgeklemd, waardoor het voor die [slachtoffer 2] gedurende enige tijd (nagenoeg) niet mogelijk
was adem te halen en/of
  • die [slachtoffer 2] met een zogenoemde ploertendoder, althans een hard voorwerp, op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of
  • die [slachtoffer 2] naar de grond heeft gewerkt en/of over de grond heeft gesleept en/of
  • die [slachtoffer 2] tegen het hoofd en/of een of meer ander(e) de(e)l(en) van het lichaam heeft getrapt en/of geschopt en/of gestompt en/of geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 2 oktober 2022 te [adres] , in elk geval in de gemeente [adres] , openlijk, te weten op en/of aan de openbare weg, de [adres] , in elk geval op en/of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten
[slachtoffer 2] , door
- die [slachtoffer 2] zogenoemd in een nekklem te nemen, althans met een arm om de nek/hals vast te pakken en (vervolgens) vast te houden en/of (vervolgens) (zo doende) die [slachtoffer 2] gedurende enige tijd in de nek/hals te knijpen, althans de nek/hals af te klemmen, waardoor het voor die [slachtoffer 2] gedurende enige tijd (nagenoeg) niet mogelijk was adem te halen en/of
  • die [slachtoffer 2] met een zogenoemde ploertendoder, althans een hard voorwerp, op/tegen het hoofd te slaan en/of
  • die [slachtoffer 2] naar de grond te werken en/of over de grond te slepen en/of
  • die [slachtoffer 2] tegen het hoofd en/of een of meer ander(e) de(e)l(en) van het lichaam te trappen en/of te schoppen en/of te stompen en/of te slaan,
terwijl dit door hem gepleegde geweld al dan niet enig lichamelijk letsel, te weten meerdere verwondingen en/of schrammen en/of bloeduitstortingen aan het hoofd en/of de hals/nek en/of rug en/of knie een of meer ander(e) de(e)l(en) van het lichaam en/of kneuzingen aan de keel en/of nek en/of een knie en/of de borstkas, voor die [slachtoffer 2] ten gevolge heeft gehad;
2
hij op of omstreeks 2 oktober 2022 te [adres] , in elk geval in de gemeente Leeuwarden, (op en/of aan de openbare weg, de [adres] ) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een rijbewijs en/of een of meer bankpas(sen) en/of een telefoontoestel en/of een of meer sleutel(s) en/of een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
  • die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal zogenoemd in een nekklem te nemen, althans met een arm om de nek/hals vast te pakken en (vervolgens) vast te houden en/of (vervolgens) (zo doende) die [slachtoffer 2] (telkens) gedurende enige tijd in de nek/hals te knijpen, althans de nek/hals af te klemmen, waardoor het voor die [slachtoffer 2] (telkens) gedurende enige tijd (nagenoeg) niet mogelijk was adem te halen en/of
  • die [slachtoffer 2] met een zogenoemde ploertendoder, althans een hard voorwerp, op/tegen het hoofd te slaan en/of
  • die [slachtoffer 2] naar de grond te werken en/of over de grond te slepen en/of
  • die [slachtoffer 2] tegen het hoofd en/of een of meer ander(e) de(e)l(en) van het lichaam te trappen en/of te schoppen en/of te stompen en/of te slaan en/of
  • die [slachtoffer 2] en/of verdachtes mededaders de woorden toe te voegen: "Zakken leeg." en/of "Haal zijn zakken leeg.", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 18-255662-22
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van feit 1 heeft hij aangevoerd dat uit de aangifte en bekennende verklaring van verdachte voldoende blijkt dat verdachte de pinpas en pincode van aangever [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) heeft gebruikt om zonder zijn toestemming geld te pinnen van de rekening van [slachtoffer 1] .
Ten aanzien van feit 2, 3 en 4 heeft de officier van justitie aangevoerd dat op grond van de aangifte van [slachtoffer 1] , de geneeskundige verklaring van het letsel, de verklaringen van de medeverdachten, de
camerabeelden, pintransacties en de verklaring van verdachte zelf bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing, diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving in vereniging gepleegd.
Parketnummer 18-274901-22
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat uit de aangifte van [slachtoffer 2] , de geneeskundige verklaring met beschrijving van het letsel, de verklaringen van medeverdachten, de getuigenverklaringen en de bekennende verklaring van verdachte bewezen verklaard kan worden dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan een poging doodslag en eenvoudige diefstal. De officier van justitie heeft ten aanzien van de onder feit 2 ten laste gelegde geweldscomponent vrijspraak gevorderd. Hij stelt zich op het standpunt dat het gebruikte geweld niet is toegepast met het oogmerk de diefstal op enige wijze te bevorderen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank

Parketnummer 18-255662-22 1

De verdachte heeft bekend dat hij het onder feit 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft gepleegd, zoals hierna blijkt uit de bewezenverklaring.
De rechtbank volstaat, op grond van het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, met een opgave van de bewijsmiddelen zonder de inhoud ervan weer te geven:
  • het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 1] d.d. 24 oktober 2022
  • de aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 4 april 2022
  • het proces-verbaal van bevindingen
  • het proces-verbaal van bevindingen
  • het proces-verbaal van bevindingen
  • het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1]
  • het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2]
  • de bekennende verklaring van verdachte

Parketnummer 18-274901-22 10

De verdachte heeft bekend dat hij het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde heeft gepleegd, zoals hierna blijkt uit de bewezenverklaring.
De rechtbank volstaat, op grond van het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, met een opgave van de bewijsmiddelen zonder de inhoud ervan weer te geven:
  • het proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 2]
  • proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige]
  • proces-verbaal van bevindingen
  • forensisch geneeskundig letselverslag
  • proces-verbaal bevindingen
  • de bekennende verklaring van verdachte
Bewijsoverweging bij parketnummer 18-274901-22
Ten aanzien van hetgeen aan verdachte onder feit 1 ten laste is gelegd, overweegt de rechtbank als volgt.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer 2] door medeverdachte [medeverdachte 3] in een nekklem is gehouden en vervolgens door medeverdachte [medeverdachte 4] met een ploertendoder op zijn hoofd is geslagen. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [slachtoffer 2] heeft geslagen en geschopt, terwijl [medeverdachte 3] hem op dat moment in deze nekklem hield.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is de rechtbank niet gebleken dat verdachte de bedoeling (in de zin van boos opzet) heeft gehad om [slachtoffer 2] te doden. Van opzet op de dood is echter eveneens sprake wanneer verdachte en zijn medeverdachten voorwaardelijk opzet op de dood van [slachtoffer 2] hebben gehad. Dat wil zeggen dat zij met hun handelen bewust de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat het gevolg de dood van [slachtoffer 2] zou kunnen intreden.
Het langdurig dichtdrukken van de keel door het toepassen van een nekklem kan ernstig letsel met zich meebrengen met de dood tot gevolg. Het is algemeen bekend dat zich in de hals kwetsbare en vitale lichaamsdelen bevinden, zoals de halsslagaders, luchtpijp en strottenhoofd. Uit de getuigenverklaringen en de verklaring van verdachte ter terechtzitting volgt dat medeverdachte [medeverdachte 3] zichtbaar en voor langere tijd een nekklem heeft aangelegd bij [slachtoffer 2] . Zo blijkt dat [slachtoffer 2] stikkende geluiden maakte, dat zijn ogen wegdraaiden en dat hij duidelijk in ademnood verkeerde. Deze verklaringen worden ondersteund door het forensisch geneeskundig letselverslag en het proces-verbaal bevindingen van de verbalisanten ter plaatse waarin onder meer op het hoofd, nek en hals letsel werd waargenomen. Verdachte heeft door vervolgens te slaan en te schoppen actief bijgedragen aan het toebrengen van letsel en daarmee de mogelijkheid van [slachtoffer 2] zich te onttrekken aan de nekklem niet alleen bemoeilijkt, maar ook de kans op een dodelijk gevolg vergroot.
De rechtbank is van oordeel dat de hiervoor omschreven gedragingen van verdachte en de medeverdachten naar hun uiterlijke verschijningsvorm kunnen worden aangemerkt als zozeer op de dood gericht te zijn dat het, behoudens aanwijzingen voor het tegendeel, niet anders kan zijn dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op het betreffende gevolg bewust heeft aanvaard. Van contra-indicaties is de rechtbank niet gebleken.
De rechtbank stelt vast dat verdachte en zijn medeverdachte het ten laste gelegde feit in vereniging hebben gepleegd, nu sprake was van een gezamenlijke uitvoering.
Ten aanzien van hetgeen verdachte onder feit 2 ten laste is gelegd, overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat het niet aannemelijk is geworden dat het geweld is gepleegd met het oogmerk de diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken, hetzij de vlucht mogelijk te maken of het bezit van de gestolene te verzekeren. Het gebruikte geweld stond naar het oordeel van de rechtbank los van de diefstal. De verdachte zal daarom van de onder feit 2 ten laste gelegde strafverzwarende geweldscomponent worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Parketnummer 18-255662-22
De rechtbank acht onder parketnummer 18-255662-22 feiten 1 primair, 2, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 10 mei 2022 tot en met 16 mei 2022 te [adres] en te [adres] meermalen een hoeveelheid geld, in totaal 7.100 euro, een hoeveelheid die aan [slachtoffer 1] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel door meermalen met de bankpas van die [slachtoffer 1] een geldbedrag van de bankrekening van die [slachtoffer 1] op te nemen en een geldbedrag op een andere bankrekening over te schrijven.
2
hij in de periode 28 september 2022 en 29 september 2022 te [adres] , [adres] en [adres] tezamen en in vereniging met anderen meermalen met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van
  • geld, te weten bij een Geldmaat aan de [adres] te [adres] 500,00 euro en bij een Geldmaat in de [bedrijf] aan de [adres] te [adres] 1.350,00 euro en een pintransactie bij de [bedrijf] aan de [adres] te [adres] van 30,48 euro en
  • bankpassen en
  • de sleutels van de kamer van die [slachtoffer 1] , door
  • onder valse voorwendselen met die [slachtoffer 1] te [adres] af te spreken, alwaar hij met een auto zou worden opgepikt en vervolgens, nadat die [slachtoffer 1] bij verdachte en zijn medeverdachten in die auto was gestapt en met hen meereed,
  • tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat er een pistool aanwezig was en
  • die [slachtoffer 1] meermalen tegen het hoofd te stompen en te slaan en
  • die [slachtoffer 1] een mes te tonen,
waardoor die [slachtoffer 1] werd gedwongen tot bovenomschreven afgifte.
3
hij in de periode 28 september 2022 en 29 september 2022 te [adres] en [adres] meermalen tezamen en in vereniging met anderen
  • door middel van pintransacties met de pinpas en pincode van die [slachtoffer 1] bij een geldautomaat aan of bij [adres] te [adres] verkregen hoeveelheid geld, in totaal 3600 euro,
  • pinpassen en
  • een laptop en
  • een portemonnee en
  • een telefoontoestel,
die aan [slachtoffer 1] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door tezamen en in vereniging
  • onder valse voorwendselen met die [slachtoffer 1] te [adres] af te spreken, alwaar hij met een auto zou worden opgepikt en vervolgens, nadat die [slachtoffer 1] bij verdachte en zijn medeverdachten in die auto was gestapt en met hen meereed,
  • die [slachtoffer 1] meermalen tegen het hoofd te stompen en te slaan en
  • die [slachtoffer 1] een mes te tonen en
  • tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat er een pistool aanwezig was.
4
hij in de periode 28 september 2022 en 29 september 2022 te [adres] , [adres] en [adres] tezamen en in
vereniging met anderen opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door
  • onder valse voorwendselen te [adres] met die [slachtoffer 1] af te spreken, alwaar hij met een auto zou worden opgepikt en nadat die [slachtoffer 1] bij verdachte en zijn medeverdachten in die auto was gestapt en met hen meereed
  • die [slachtoffer 1] tegen het hoofd te stompen en te slaan en
  • die [slachtoffer 1] een mes te tonen en
  • die [slachtoffer 1] naar de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] te vervoeren en in die woning te doen verblijven en zodoende die [slachtoffer 1] enige tijd van de vrijheid te beroven en beroofd te houden.
Parketnummer 18-274901-22
De rechtbank acht onder parketnummer 18-274901-22 feiten 1 primair en 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 2 oktober 2022 te [adres] tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven,
- [ [slachtoffer 2] in een nekklem heeft genomen en vervolgens vastgehouden en vervolgens [slachtoffer 2] gedurende enige tijd de nek/hals heeft afgeklemd, waardoor het voor die
[slachtoffer 2] gedurende enige tijd nagenoeg niet mogelijk was adem te halen en
  • [slachtoffer 2] met een ploertendoder tegen het hoofd heeft geslagen en
  • [slachtoffer 2] naar de grond heeft gewerkt en over de grond heeft gesleept en
  • [slachtoffer 2] tegen het hoofd en andere de1en van het lichaam heeft getrapt en gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op 2 oktober 2022 te [adres] een rijbewijs en bankpassen en een telefoontoestel en sleutels en geld die aan [slachtoffer 2] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Parketnummer 18-255662-22
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
diefstal, voorafgegaan van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen, meermalen gepleegd;
4. medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.
Parketnummer 18-274901-22
primair: medeplegen van poging doodslag;
diefstal.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte de maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden (hierna: tbs met voorwaarden) wordt opgelegd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor het opleggen van een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek van het voorarrest en het opleggen van een tbs met voorwaarden. Hij stelt zich op het standpunt dat verdachte gemotiveerd is om mee te werken aan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden en graag op korte termijn zou willen beginnen. Een langere gevangenisstraf acht de raadsman, gelet op de opgelegde straffen in de zaken van de medeverdachten en het advies van de deskundigen om de feiten verminderd aan hem toe te rekenen, niet passend.
Oordeel van de rechtbank
Algemeen
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het Pro Justitia rapport, het reclasseringsrapport en het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
De rechtbank heeft in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich meermaals schuldig heeft gemaakt aan het plegen van diefstal en afpersing van een persoon die op dat moment door hem en de medeverdachten van zijn vrijheid werd beroofd. Het slachtoffer werd in een rijdend voertuig gedurende meerdere uren blootgesteld aan dreigementen en geweld en heeft urenlang in angst geleefd. Uit de ter terechtzitting voorgedragen slachtofferverklaring en de toelichting op de door het slachtoffer ingediende vordering blijkt dat de gevolgen voor het slachtoffer zeer ingrijpend zijn geweest. Het slachtoffer beschrijft dat hij heeft gevreesd voor zijn leven en dat hij zich niet meer veilig voelt. Het voorval roept maanden later nog steeds heftige emoties bij hem op. Blijkens de beelden die door een medeverdachte zijn opgenomen, is er gedurende het plegen van het bewezen verklaarde een onmiskenbare minachting getoond voor het slachtoffer door hem onder meer uit te schelden voor
focking kankerpoesieen
stumper.De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een poging doodslag op een ander slachtoffer en diefstal van spullen die dit slachtoffer bij zich had. Op de vroege avond van 2 oktober 2022 heeft verdachte samen met anderen het slachtoffer in een nekklem genomen, tegen zijn hoofd geslagen met een ploertendoder en gelijktijdig geslagen en gestompt. Vervolgens heeft verdachte, op het moment dat het slachtoffer het meest kwetsbaar was, zijn zakken doorzocht en goederen van hem gestolen. Nadat het slachtoffer was losgekomen van verdachten, is hij door hen gevolgd en wederom in een nekklem genomen en meegesleept. Het werd omstanders belet om in te grijpen en een eind te maken aan het geweld.
Als gevolg van de geweldshandelingen kon het slachtoffer gedurende enige tijd geen adem halen en heeft hij pijn en angst ervaren.
Met zijn handelen heeft verdachte de lichamelijke integriteit en het veiligheidsgevoel van het slachtoffer in ernstige mate geschonden. Uit de verklaringen van het slachtoffer blijkt dat ook hij heeft gevreesd voor zijn leven. De rechtbank kan zich bovendien niet aan de indruk onttrekken dat sprake is geweest van een wraakactie dan wel afrekening, omdat verdachte en de medeverdachten aangever verantwoordelijk hielden voor het aanbieden van verdovende middelen aan minderjarigen. Op deze manier voor eigen rechter spelen is onacceptabel in een democratische rechtsstaat.
De geweldshandelingen vonden daarnaast plaats op een locatie nabij een snackbar en winkelcentrum en waren daardoor voor publiek zichtbaar. Dergelijke zeer ernstige strafbare feiten maken grote indruk op omstanders die daarvan (ongewild) getuige zijn. Hierdoor worden algemene gevoelens van onveiligheid en angst in de maatschappij versterkt. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op het de verdachte betreffende uittreksel justitiële documentatie van 14 december 2023 waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld wegens (poging tot) afpersing, diefstal met een valse sleutel en andere vermogensdelicten. Daarnaast is verdachte weliswaar langer geleden veroordeeld wegens bedreiging.
Persoon van dader
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op het Pro Justitia rapport van 5 juli 2023. De psychiater rapporteert onder meer dat bij verdachte sprake is van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. Onderliggend is er hoogstwaarschijnlijk sprake van een bipolaire stemmingsstoornis met episodes waarbij obsessief beleefde sterk religieuze en andere overtuigingen zijn, soms ook van psychotische aard. Tevens is er sprake van een probleem met het gebruik van cocaïne dat door de gecontroleerde setting in vroege remissie is. Er is volgens de deskundige opvallend weinig probleembesef en verdachte lijkt zijn eigen capaciteiten te overschatten. Verdachte heeft moeite zich te verplaatsen in anderen en zijn empathische vermogens schieten tekort. Er zijn nauwelijks beschermende factoren aanwezig. Verdachte zijn intelligentie is beneden gemiddeld en zijn copingsvaardigheden zijn beperkt. Hij schiet regelmatig ernstig tekort in zelfcontrole. Daarnaast is verdachte zijn motivatie voor behandeling
zeer beperkt en lijkt soms opportunistisch bepaald. De positieve factoren die verdachte zelf ziet zijn niet realistisch en er zijn geen beschermende factoren aanwezig die de kans op herhaling van gewelddadige delicten zouden kunnen verminderen. Vanwege de persoonlijkheidsstoornis en de waarschijnlijke onderliggende stemmingsstoornis adviseert de deskundige om hem de delicten in verminderde mate toe te rekenen, omdat verdachte in verminderde mate in staat was om zijn wilsbesluiten rustig en weloverwogen te bepalen.
De deskundige acht het noodzakelijk dat verdachte zal worden behandeld voor zijn persoonlijkheidsstoornis waarbij gekeken dient te worden naar zijn stemmingswisselingen die mogelijk in het kader van een bipolaire stoornis ontstaan. De deskundige adviseert een dwingend en stevig kader, omdat dat noodzakelijk is voor de behandeling van verdachte en acht een tbs het meest passend. Indien verdachte kan en wil meewerken hieraan, zou dit kunnen worden opgelegd als een tbs met voorwaarden. Gelet op de grote kans op herhaling, de ernst en de chroniciteit van de problematiek, is het volgens de deskundige wenselijk om tevens een gedrag beïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen.
De gezondheidspsycholoog constateert in haar rapport van 5 juli 2023 dezelfde persoonlijkheidsproblematiek en adviseert eveneens om het bewezen verklaarde in verminderde mate toe te rekenen aan verdachte en aan verdachte een maatregel op te leggen in de vorm van tbs met voorwaarden. Zij adviseert om deze eerst klinisch vorm te geven binnen een forensische verslavingskliniek en op geleide van positieve ontwikkelingen toe te werken naar het uitbreiden van vrijheden en stapsgewijs afschalen van beveiligingsniveau. De verwachting is dat daarna nog geruime tijd begeleiding en een vorm van toezicht noodzakelijk is, daarom adviseert de deskundige om, naast de tbs met voorwaarden, ook de gedrag beïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van het meest recente advies van Reclassering Nederland van 10 juli 2023. De reclassering rapporteert dat er veel risicofactoren van toepassing zijn op verdachte. Zo is er sprake van een gebrekkige gewetensontwikkeling, impulsiviteit, gebrekkige empathische vermogens, zelfoverschatting en laat verdachte zich nauwelijks aansturen. Het ontbreken van beschermende factoren in combinatie met de toename in ernst van de feiten, maakt dat het risico op een geweldsdelict wordt ingeschat als hoog. De reclassering adviseert dat verdachte intensieve behandeling nodig heeft, gericht op zijn persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek, maar is van oordeel dat dit niet eenvoudig is gelet op de weinige lijdensdruk die verdachte ervaart en zijn gebrekkige probleembesef. De behandeling dient plaats te vinden binnen een forensische (verslavings)kliniek, die aansluit bij verdachte zijn cognitieve vermogens, met een hoog beveiligingsniveau en stevig juridisch kader. Overeenkomstig de deskundigen van het Pro Justitia rapport adviseert de reclassering het opleggen van de tbs-maatregel met voorwaarden en de gedrag beïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel. Gelet op de grote kans op herhaling, adviseert de reclassering de dadelijke uitvoerbaarheid van de tbs met voorwaarden.
De rechtbank leidt uit het Pro Justitiarapport en het reclasseringsrapport af dat de kans op herhaling wordt ingeschat als hoog, onder meer vanwege zijn persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken, gecombineerd met stoornissen ten aanzien van het gebruik van cocaïne. De deskundigen adviseren het bewezen verklaarde in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen en achten een langdurige behandeling en begeleiding binnen een stevig juridisch kader en hoog beveiligingsniveau noodzakelijk. De rechtbank kan zich met voornoemde inhoud en conclusies verenigen en stelt vast dat het bewezen verklaarde aan verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend.
Op te leggen straf en maatregel
Met de gedragsdeskundigen en de reclassering is de rechtbank van oordeel dat behandeling van verdachte noodzakelijk is om te voorkomen dat hij nieuwe delicten pleegt als hij weer vrij komt. Mede gelet op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de delicten zijn begaan, het beperkte probleembesef, de grote kans op herhaling en de ernst en chroniciteit van de problematiek, acht de rechtbank de terbeschikkingstelling van verdachte noodzakelijk om binnen een stevig, dwingend en langdurig kader behandeling te laten plaatsvinden. Aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van de tbs-maatregel met voorwaarden is voldaan. Bij verdachte bestond tijdens het begaan van de delicten een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, het merendeel van de door verdachte begane strafbare feiten zijn misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eist het opleggen van deze maatregel. De rechtbank zal overeenkomstig de adviezen van de deskundigen de terbeschikkingstelling van verdachte gelasten en daarbij de door de reclassering geadviseerde voorwaarden opleggen.
De rechtbank stelt vast dat sprake is van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zodat de totale duur van de terbeschikkingstelling niet beperkt is tot de duur van vier jaren. Wel is het zo dat, behoudens omzetting, een maatregel van tbs met voorwaarden maximaal negen jaar kan duren.
Op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde feit is begaan, komt de rechtbank tot het oordeel dat naast de terbeschikkingstelling met voorwaarden ook een gevangenisstraf moet worden opgelegd. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend is en acht zij oplegging daarvan geboden.
Gelet op de noodzaak van behandeling van verdachte, direct aansluitend aan zijn gevangenisstraf en ter beperking van het herhalingsgevaar, zal de rechtbank - op grond van artikel 38, zesde lid, Sr bevelen dat de tbs met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
De rechtbank zal naast de tbs met voorwaarden tevens een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opleggen. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd om verdachte ook na afloop van de maatregel van tbs met voorwaarden onder toezicht te stellen, indien dat in verband met dan nog bestaande risicos noodzakelijk is.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer 1] , tot een bedrag van 12.965,48 ter zake van materiële schade en 4.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 2] , tot een bedrag van 19.875,42 ter zake van materiële schade en 4.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
Ten aanzien van de materiële schade heeft de officier van justitie de toewijzing gevorderd van het gestolen bedrag van 7.100,00 (feit 1), het gepinde geld inclusief het tanken bij de benzinepomp en de vergoedingen van de gestolen laptop en telefoon (feiten 2 en 3). Deze vorderingen zijn voldoende onderbouwd en deze schade is rechtstreekse schade ten gevolge van de bewezen verklaarde feiten. Het gevorderde geldbedrag van 1.350,00 dat bij de pinautomaat in de [bedrijf] is gepind, dient te worden afgewezen, omdat verdachte niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor deze schade. De officier van justitie acht de vordering ten aanzien van de immateriële schade voldoende onderbouwd en heeft derhalve de volledige toewijzing daarvan gevorderd.
De officier van justitie heeft gevorderd een bedrag toe te wijzen van 11.615,48, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, wettelijke rente en hoofdelijke aansprakelijkheid.
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
Ten aanzien van de materiële schade van [slachtoffer 2] heeft de officier van justitie gevorderd de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren wegens het ontbreken van een deugdelijke onderbouwing.
De officier van justitie acht de vordering ten aanzien van de immateriële schade voldoende onderbouwd en heeft gevorderd, overeenkomstig de uitspraken in de zaken van de medeverdachten, een bedrag toe te wijzen van 2.000,00, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, wettelijke rente en hoofdelijke aansprakelijkheid.
Standpunt van de verdediging
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering zoals deze is gevorderd door de benadeelde partij integraal kan worden toegewezen, dus inclusief het bedrag van 1.350,00 dat de officier van justitie niet toewijsbaar achtte.
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
Ten aanzien van de materiële schade stelt de raadsman zich op het standpunt dat uit de onderbouwing van de vordering onvoldoende kan worden vastgesteld welke schade de benadeelde partij heeft geleden. Hij verzoekt de rechtbank deze vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
Ten aanzien van de immateriële schade heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden gematigd tot een bedrag van 2.000,00, gelet op de beperkte onderbouwing en de ernst van het letsel.
Oordeel van de rechtbankBenadeelde partij [slachtoffer 1] Materiële schade
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de gestelde materiële schade zoals gevorderd door de benadeelde partij is geleden en rechtstreeks gevolg is van het onder parketnummer 18- 255662-22 bewezen verklaarde. De vordering ten aanzien van de materiële schade zal daarom volledig worden toegewezen.
Immateriële schade
De rechtbank overweegt dat de door de benadeelde partij gevorderde immateriële schade kan worden gekwalificeerd als gevolg van het oplopen van lichamelijk letsel als bedoeld in artikel 6:106, eerste lid sub b, van het Burgerlijk Wetboek. Bij de bepaling van de hoogte van de schade houdt de rechtbank in het bijzonder rekening met de aard, ernst en duur van het letsel, de pijn, de intensiteit van het verdriet en de gederfde levensvreugde en de gevolgen daarvan voor de benadeelde, de aard van aansprakelijkheid en de ernst van het aan de aansprakelijke te maken verwijt en de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend. De benadeelde is meermalen in zijn gezicht gestompt en bedreigd met een mes. Hij is urenlang van zijn vrijheid beroofd gehouden. De impact daarvan op zijn leven is dusdanig groot geweest dat hij na deze gebeurtenissen zichzelf zodanig heeft verwaarloosd dat hij moest worden opgenomen en behandeld in het ziekenhuis. De immateriële schadevordering is naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd en redelijk qua hoogte. De rechtbank zal daarom het gevorderde bedrag van 4.000,00 geheel toewijzen.
Hoofdelijkheid
Nu de verdachte de onder parketnummer 18-255662-22 feiten 2, 3 en 4 ter zake waarvan een schadevergoeding van 9.865,48 zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover (een van) de mededaders de benadeelde partij betaalt is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
Wettelijke rente
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 29 september 2022.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden. De rechtbank bepaalt de duur waarvoor gijzeling kan worden toegepast op 84 dagen.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd, indien hij of (een van) de mededaders heeft/hebben voldaan aan een van de verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Benadeelde partij [slachtoffer 2] Materiële schade
Hoewel voldoende aannemelijk is dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden die het rechtstreeks gevolg is van het onder parketnummer 18-019303-23 bewezen verklaarde, beschikt de rechtbank over onvoldoende informatie om de hoogte daarvan te kunnen beoordelen. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal de vordering daarom in zoverre niet-ontvankelijk verklaren. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Immateriële schade
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat benadeelde partij [slachtoffer 2] immateriële schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder parketnummer 18-019303-23 onder 1 bewezenverklaarde feit. Bij de bepaling van de hoogte van de schade houdt de rechtbank in het bijzonder rekening met de aard, ernst en duur van het letsel, de pijn, de intensiteit van het verdriet en de gederfde levensvreugde en de gevolgen daarvan voor de benadeelde, de aard van aansprakelijkheid en de ernst van het aan de aansprakelijke te maken verwijt en de bedragen die door Nederlandse rechters in (enigszins) vergelijkbare gevallen zijn toegekend. Tegen de benadeelde is zodanig geweld gepleegd dat hij dacht dat hij het niet zou overleven. Bij hem is meermalen een nekklem aangelegd en hij is met een ploertendoder tegen het hoofd geslagen. Ook is hij tegen het lichaam geschopt. Het letsel is gelukkig relatief beperkt gebleven. Dat deze gebeurtenis psychische schade tot gevolg heeft gehad staat voor de rechtbank wel vast, maar de daarvoor gegeven beperkte onderbouwing maakt dat de rechtbank aanleiding ziet het gevorderde bedrag te matigen. De vordering ten aanzien van de immateriële schade zal daarom worden toegewezen tot een bedrag van 2.000,00 en voor het overige worden afgewezen.
Hoofdelijkheid
Nu de verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover (een van) de mededader(s) de benadeelde partij betaalt is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
Wettelijke rente
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 2 oktober 2022.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden. De rechtbank bepaalt de duur waarvoor gijzeling kan worden toegepast op 30 dagen. Ook daarbij wordt de wettelijke rente berekend.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd, indien hij of (een van) de mededader(s) heeft/hebben voldaan aan een van de verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

Bij onherroepelijk arrest van 17 januari 2022 van het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden , is verdachte veroordeeld tot -onder meer- een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 29 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 1 jaar. De proeftijd is ingegaan op 1 februari 2022. Daarbij is als algemene voorwaarde gesteld dat veroordeelde voor het einde van de proeftijd geen strafbare feiten zal plegen.
De officier van justitie heeft bij vordering van 21 augustus 2023 de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf.
Nu veroordeelde de bewezenverklaarde feiten heeft begaan tijdens de proeftijd, zal de rechtbank de tenuitvoerlegging gelasten van deze voorwaardelijke straf.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 38, 38a, 38z, 45, 47, 57, 282, 287, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder parketnummer 18-255662-22 onder feit 1 primair, feit 2, feit 3 en feit 4 en het onder parketnummer 18-274901-22 onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
veroordeelde zal zich niet schuldig maken aan een strafbaar feit;
veroordeelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
veroordeelde verleent, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;
veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken;
veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met veroordeelde, als dat van belang is voor het toezicht;
als de reclassering dat nodig vindt en de veroordeelde daarmee instemt, kan de veroordeelde voor een time-out worden opgenomen in een [instelling] of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de veroordeelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
veroordeelde gaat niet naar het buitenland of naar de Nederlandse Antillen, zonder toestemming van het openbaar ministerie;
veroordeelde zich laat opnemen in een forensische (verslavings)kliniek te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen op voorschrift van een arts kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
veroordeelde zal zich aansluitend aan de klinische opname ambulant laten behandelen door het Forensisch FACT-team van GGZ Friesland of soortgelijke zorgverlener, zolang de behandelinstelling in samenspraak met de reclassering dat nodig vindt, en zal zich houden aan de aanwijzingen die door of namens de zorgverlener worden gegeven, ook als dat betekent inneming van medicijnen op voorschrift van een arts;
veroordeelde verblijft aansluitend aan zijn klinische behandeling in een nader te noemen vorm van beschermd/begeleid wonen of maatschappelijke opvang te bepalen door de reclassering, zolang de behandelingstelling in samenspraak met de reclassering dat nodig vindt. Hij houdt zich aan de daar geldende huis-en leefregels c.q. voorwaarden die aan hem gesteld worden. Indien de reclassering dat nodig vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing bij een instelling voor begeleid wonen, ambulante zorg of maatschappelijke opvang.
veroordeelde zich zal onthouden van het gebruik van drugs en alcohol en is verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan adem- of urineonderzoek. De reclassering bepaalt met welk onderzoek en frequentie deze controle zal worden uitgevoerd.
veroordeelde werkt mee al dan niet na afloop van de klinische behandeling aan het vinden en behouden van een zinvolle dagbesteding, bestaande uit (on-)betaald werk, in ieder geval met een vaste structuur en zulks ter beoordeling van en in overleg met de reclassering;
10. veroordeelde werkt mee aan bewindvoering en geeft reclassering inzicht in zijn financiële situatie;
10. veroordeelde geeft inzicht in zijn contacten met zijn ex-partner, hun kinderen en zijn sociale netwerk. Veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen die de instelling of reclassering hieromtrent geven.
Beveelt dat de opgelegde terbeschikkingstelling met voorwaarden
dadelijk uitvoerbaaris.

Gedragbeïnvloedende maatregel

legt aan verdachte op de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
Parketnummer 18-255662-22
Wijst de vordering van de
benadeelde partij [slachtoffer 1]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 1] te betalen:
  • het bedrag van 16.965,48 (zegge: zestienduizendnegenhonderdvijfenzestig euro en achtenveertig eurocent). Van dit bedrag zal een deel ter hoogte van 9.865,48 (zegge: negenduizendachthonderdvijfenzestig euro en achtenveertig eurocent) hoofdelijk, aldus als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, worden opgelegd.
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 september 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Dit bedrag bestaat uit 12.965,48 aan materiële schade en 4.000,00 aan immateriële schade.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat te
betalen een bedrag van 16.965,48 (zegge: zestienduizendnegenhonderdvijfenzestig euro en achtenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 september 2022 tot de dag van algehele voldoening. Legt aan verdachte deze verplichting voor een deel van dit bedrag, 9.865,48 (zegge: negenduizendachthonderdvijfenzestig euro en achtenveertig eurocent), hoofdelijk op, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 84 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Parketnummer 18-274901-22
Wijst de vordering van de
benadeelde partij [slachtoffer 2]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 2] te betalen:
  • het bedrag van 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade af.
Verklaart de vordering van [slachtoffer 2] voor wat betreft de gevorderde materiële schade niet- ontvankelijk. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Legt aan verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat te betalen een bedrag van 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit 2.000,00 aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte of een mededader voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.

Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer

21.002400-20:

Gelast de tenuitvoerlegging van de straf voor zover voorwaardelijk opgelegd bij arrest van het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden , locatie Leeuwarden van 17 januari 2022, te weten: een gevangenisstraf voor de duur van 29 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter, mr. M.E. Joha en mr. H. de Ruijter, rechters, bijgestaan door mr. E.A. Gaastra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 februari 2024.
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpaginas, zijn dit paginas uit het dossier van politie eenheid
Noord Nederland met proces-verbaalnummer PL0100-2023056034 (onderzoek Azul), doorgenummerd 1 tot en met 557.
2 Paginas 384, 385, 386, 387 en 388.
3 Paginas 544, 545 en 550.
4 Paginas 410 en 411.
5 Paginas 413 en 414.
6 Paginas 429 en 430.
7 Paginas 174 en 175.
8 Pagina 275.
9 De verklaringen van verdachte ter terechtzitting van 22 januari 2024.
10 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpaginas betreft dit delen van ambtsedige
processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met het nummer NN1R0022103 (onderzoek Bagabag), doorgenummerd 1 tot en met 186.
11 Paginas 13 en 14.
12 Paginas 60 en 61.
13 Pagina 32.
14 Paginas 28 en 29.
15 Pagina 47.
16 De verklaringen van verdachte ter terechtzitting van 22 januari 2024.