Uitspraak
ANKE FEENSTRA,
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 27 november 2024 een beschikking gegeven in de rekestprocedure van Rindert Wijbenga, een minderjarige van zestien jaar, die handlichting verzoekt. Rindert, die procedeert in persoon, heeft het verzoek ingediend om bepaalde bevoegdheden te verkrijgen, waaronder het ontvangen van inkomsten, het sluiten van verhuringen en verpachtingen, en het aangaan van overeenkomsten tot een bedrag van € 8.000,00. De ouders van Rindert, Taeke Wijbenga en Anke Feenstra, hebben geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek en hebben ingestemd met de handlichting.
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 november 2024 heeft de kantonrechter met Rindert gesproken over zijn plannen om zijn kapperszaak uit te breiden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Rindert de vereiste leeftijd heeft bereikt en dat de ouders gezamenlijk het gezag over hem uitoefenen. Aangezien de ouders instemmen met de handlichting, heeft de kantonrechter besloten om het verzoek toe te wijzen.
De kantonrechter heeft bepaald dat de handlichting pas geldig is na publicatie in de Staatscourant en op de website van de Rechtspraak. Rindert moet zelf zorgdragen voor de inschrijving van de handlichting in het handelsregister, waarbij hij de relevante gegevens moet vermelden. De beschikking is openbaar uitgesproken en de kantonrechter heeft de griffier opgedragen om de beschikking te publiceren, zodat Rindert hier geen verdere actie voor hoeft te ondernemen. Tot slot is Rindert erop gewezen dat hij, ondanks de handlichting, niet bekwaam is om te beschikken over registergoederen, effecten of door hypotheek gedekte vorderingen.