ECLI:NL:RBNNE:2024:4757

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
11373184
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om handlichting voor minderjarige Rindert Wijbenga

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 27 november 2024 een beschikking gegeven in de rekestprocedure van Rindert Wijbenga, een minderjarige van zestien jaar, die handlichting verzoekt. Rindert, die procedeert in persoon, heeft het verzoek ingediend om bepaalde bevoegdheden te verkrijgen, waaronder het ontvangen van inkomsten, het sluiten van verhuringen en verpachtingen, en het aangaan van overeenkomsten tot een bedrag van € 8.000,00. De ouders van Rindert, Taeke Wijbenga en Anke Feenstra, hebben geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek en hebben ingestemd met de handlichting.

Tijdens de mondelinge behandeling op 11 november 2024 heeft de kantonrechter met Rindert gesproken over zijn plannen om zijn kapperszaak uit te breiden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Rindert de vereiste leeftijd heeft bereikt en dat de ouders gezamenlijk het gezag over hem uitoefenen. Aangezien de ouders instemmen met de handlichting, heeft de kantonrechter besloten om het verzoek toe te wijzen.

De kantonrechter heeft bepaald dat de handlichting pas geldig is na publicatie in de Staatscourant en op de website van de Rechtspraak. Rindert moet zelf zorgdragen voor de inschrijving van de handlichting in het handelsregister, waarbij hij de relevante gegevens moet vermelden. De beschikking is openbaar uitgesproken en de kantonrechter heeft de griffier opgedragen om de beschikking te publiceren, zodat Rindert hier geen verdere actie voor hoeft te ondernemen. Tot slot is Rindert erop gewezen dat hij, ondanks de handlichting, niet bekwaam is om te beschikken over registergoederen, effecten of door hypotheek gedekte vorderingen.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer / rekestnummer: 11373184 \ VZ VERZ 24-28
Beschikking van 27 november 2024
in de zaak van
RINDERT WIJBENGA,
te De Westereen ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: Rindert ,
procederend in persoon,
met als belanghebbenden
TAEKE WIJBENGA,
en
ANKE FEENSTRA,
beiden te De Westereen ,
hierna (samen) te noemen: Wijbenga , Feenstra of de ouders.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift waaruit blijkt dat de ouders geen bezwaar hebben tegen het verlenen van handlichting aan Rindert
- de mondelinge behandeling van 11 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling is Rindert verschenen, samen met Feenstra .
1.3.
Vervolgens is beschikking bepaald.

2.Het verzoek

2.1.
Rindert verzoekt de kantonrechter om over de volgende bevoegdheden te mogen beschikken:
- het ontvangen van inkomsten en de beschikking daarover,
- het sluiten van verhuringen en verpachtingen,
- het aangaan van overeenkomsten.

3.De beoordeling

3.1.
Op verzoek van een minderjarige, die de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, kan de kantonrechter 'handlichting' verlenen. [1] Handlichting is een voorziening waardoor aan die minderjarige bepaalde bevoegdheden van een meerderjarige kunnen worden toegekend. De kantonrechter kan in beginsel geen handlichting verlenen tegen de wil van de ouders, voor zover deze het gezag over de minderjarige uitoefenen. [2]
3.2.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Rindert de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt en dat de ouders samen het ouderlijk gezag over hem uitoefenen. Uit het verzoekschrift en de verklaringen van Wijbenga en Feenstra blijkt dat de ouders instemmen met het verlenen van handlichting.
3.3.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter met Rindert gesproken over de achtergrond van zijn verzoek. Rindert heeft aangegeven dat hij van plan is om de werkzaamheden in de door hem opgerichte kapperszaak verder uit te breiden.
3.4.
De kantonrechter zal de gevraagde handlichting verlenen. Om Rindert te beschermen tegen het aangaan van te grote financiële risico’s mag hij overeenkomsten aangaan tot een bedrag van € 8.000,00.
3.5.
Rindert zal er rekening mee moeten houden dat de handlichting pas geldig is nadat deze in gepubliceerd. De wet bepaalt namelijk dat de beschikking waarbij handlichting is verleend, bekend moet worden gemaakt in de Staatscourant en twee, in de beschikking aan te wijzen, dagbladen. [3] De bedoeling van de wetgever is daarbij geweest dat op die manier zoveel mogelijk personen kennis kunnen nemen van de handlichting. Tegenwoordig heeft bijna iedereen toegang tot het internet, waardoor publicatie van de handlichting op het internet in de praktijk een ruimer bereik heeft dan een publicatie in een dagblad. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat met publicatie van de handlichting op die manier volstaan kan worden. Omdat de Staatscourant op internet beschikbaar is en de publicatie kosteloos is, zal de kantonrechter bepalen dat publicatie dient plaats te vinden in de Staatscourant en daarnaast zal de kantonrechter bepalen dat deze beschikking in niet-geanonimiseerde vorm zal worden gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. De griffier zal zorgdragen voor deze publicaties, zodat Rindert hiervoor niets hoeft te doen.
3.6.
Rindert moet wél zelf zorgdragen voor inschrijving van de handlichting in het handelsregister. [4] Hierbij moeten de datum waarop de handlichting is verkregen, de bevoegdheden die zijn toegekend en de datum van uitgave en het nummer van de publicatie in de Staatscourant worden vermeld. [5]
3.7.
Tot slot wijst de kantonrechter nog op het volgende.
3.8.
Rindert krijgt door de handlichting bepaalde bevoegdheden van een meerderjarige, maar is, zolang hij minderjarig is, niet bekwaam tot het beschikken over registergoederen, effecten, of door hypotheek gedekte vorderingen. [6]

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
verleent aan Rindert , geboren op 29 december 2007 , handlichting tot:
- het ontvangen van inkomsten en de beschikking daarover;
- het sluiten van verhuringen en verpachtingen;
- het aangaan van overeenkomsten tot een bedrag van € 8.000,00.
4.2.
draagt de griffier op om deze beschikking te publiceren in de (digitale) Staatscourant en op www.rechtspraak.nl.
Deze beschikking is gegeven door mr. T.K. Hoogslag en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2024.
c 53230

Voetnoten

1.Artikel 1:235 lid 1 BW.
2.Artikel 1:235 lid 2 BW.
3.Artikel 1:237 lid 1 BW.
4.Artikel 36 lid 1 Handelsregisterbesluit 2008.
5.Artikel 36 lid 2 Handelsregisterbesluit 2008.
6.Artikel 1:235 lid 3 BW.