In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiseres tegen twee bestuurlijke boetes die de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan haar heeft opgelegd voor overtredingen van de Arbeidstijdenwet (Atw). De rechtbank behandelt de zaak op 4 september 2024 en doet uitspraak op 26 november 2024. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. D.Y. Li, heeft bezwaar gemaakt tegen de boetes van respectievelijk € 2.250,- en € 225,- die zijn opgelegd voor het inschenken van alcohol door een vijftienjarige en het laten werken van een vijftienjarige in een schoolweek buiten de toegestane uren. De minister heeft de boetes gematigd met 12,5% in zijn bestreden besluit van 15 augustus 2023, maar eiseres is van mening dat de boetes niet evenredig zijn en dat een waarschuwing meer op zijn plaats zou zijn geweest. De rechtbank overweegt dat de minister bevoegd is om bestuurlijke boetes op te leggen en dat de hoogte van de boetes in overeenstemming moet zijn met de ernst van de overtredingen. Eiseres heeft niet aangetoond dat de overtredingen haar in verminderde mate kunnen worden verweten. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de bestuurlijke boetes in stand blijven. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.