ECLI:NL:RBNNE:2024:467

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
16 februari 2024
Zaaknummer
18.137460.23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging, wapenbezit, witwassen en Opiumwet overtredingen met gevangenisstraf

Op 16 februari 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1988, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder bedreiging, wapenbezit, witwassen en overtredingen van de Opiumwet. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 3 tot en met 5 juni 2023 zijn buren heeft bedreigd met de dood, wat leidde tot een veroordeling voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte op 5 juni 2023 in zijn woning twee vuurwapens en een grote hoeveelheid munitie voorhanden had, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. Tevens werd er een contant geldbedrag van 107.110 euro aangetroffen, waarvan de verdachte verklaarde dat het afkomstig was van de verkoop van chocolade met THC, wat leidde tot een veroordeling voor eenvoudig witwassen. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte opzettelijk een hoeveelheid hasjiesj, hennep en chocolade-pindarotsjes met hennepolie aanwezig had, wat in strijd is met de Opiumwet. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 450 dagen, waarvan 265 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en een verbod op contact met de slachtoffers. De rechtbank hield rekening met de psychische toestand van de verdachte, maar oordeelde dat hij volledig toerekeningsvatbaar was voor de meeste feiten.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
Parketnummer 18/137460-23
Ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/032390-22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 16 februari 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboorte datum] 1988 te [geboorte plaats] ,
wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 2 februari 2024.
Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. D. van der Wijk, advocaat te Roden, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. B. Broerse.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
parketnummer 18/137460-23
1. ​
hij in of omstreeks de periode van 3 juni 2023 tot en met 5 juni 2023 te [plaats] , gemeente Emmen, althans in Nederland, [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen
  • ik snij je keel door en/of
  • "buurman ik steek je de strot door en ik hak je hoofd eraf en dan kijk ik wat voor kleur je bloed is, rood of blauw" en/of
  • ik kom wel even bij je en neem mijn vrienden mee dan snij ik je de strot door, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 5 juni 2023 te [plaats] , gemeente Emmen, althans in Nederland, (een) wapen(s) van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
  • (een) (omgebouwd) gaspistool, van het merk Umarex, type Walther P22, kaliber .25 ACP (6,35 mm) en/of
  • (een) revolver, van het merk Nagant, type M1895, kaliber 7,62x38R (7,62 Nagant) zijnde (een) vuurwapen(s) in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of
  • munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 25 kogelpatronen van 6,35 mm en/of 5 kogelpatronen van 7,62x38R en/of 102 kogelpatronen van 7,65 mm en/of een kogelpatroon van 9mm LUGER, voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 5 juni 2023, te [plaats] , gemeente Emmen, althans in Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans één maal, (van) één of meer voorwerp(en), te weten contant(e) geldbedrag(en) van 107.110,- euro, althans één of meer geldbedragen
Sub a
  • de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
  • heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of
  • heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) Sub b
  • heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
  • gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
hij op of omstreeks 5 juni 2023 te [plaats] , gemeente Emmen, althans in Nederland, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (in elk geval) aanwezig heeft gehad, (een) hoeveelhe(i)d(en) van ongeveer
  • 141 gram hasjiesj (totaalgewicht 3 blokjes hash van respectievelijk 94 gram, 17 gram en 30 gram) en/of
  • 595 gram hennep (totaalgewicht diverse zakken/zakjes hennep van respectievelijk 18, 324, 42 en 211
gram)
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd en/of in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van ongeveer 595 gramhennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 5 juni 2023 te [plaats] , gemeente Emmen, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad 6 chocolade-pindarotsjes met een totaalgewicht van 104,5 gram bevattende hennepolie, althans producten bevattende hennepolie, zijn een concentraat van planten van het geslacht cannabis (hennep) verkregen door extractie van hennep en/of hasjiesj, al dan niet vermengd met olie, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
parketnummer 18/032390-22
1. ​
hij op of omstreeks 4 juni 2020 te [plaats] , gemeente Emmen (van) een een grote hoeveelheid huishoudelijke gebruikersvoorwerpen, o.a.snijmachine en/os servies en/of mixer, althans een of meer voorwerpen
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet en/of gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
hij op of omstreeks 4 juni 2020 te [plaats] , gemeente Emmen stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd of voorhanden gehad, te weten
  • een hoeveelheid hennep en/of hasjiesj en/of
  • een metalen grinder en/of
  • een plastic potje met etiket Cannabis Flos en/of
  • een hoeveelheid chocolade en/of
  • een chocoladepan en/of
  • diverse chocoladevormpjes
waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en/of vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feiten 1, 2, 3, 4 en 5 van parketnummer 18/137460-23 en feiten 1 en 2 van parketnummer 18/032390-22.
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van parketnummer 18/137460-23
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1. Primair heeft zij daartoe aangevoerd dat verdachte ontkent de bedreigingen te hebben geuit, subsidiair heeft zij aangevoerd dat de bedreigingen niet onder zodanige omstandigheden zijn geschied dat bij de bedreigden in redelijkheid de vrees zou kunnen ontstaan dat zij zwaar lichamelijk letsel zouden kunnen oplopen. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte de wapens niet bewust voorhanden had. Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsvrouw betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van opzetwitwassen, en heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank wat betreft
het ten laste gelegde eenvoudig witwassen. Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsvrouw betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde telen, bereiden, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren. De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank wat betreft het ten laste gelegde aanwezig hebben. Ten aanzien van feit 5 heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van parketnummer 18/032390-22
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1 voor zover dit er op ziet dat de voorwerpen onmiddellijk afkomstig waren uit enig misdrijf, en heeft de raadsvrouw zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft zich wat betreft de bewezenverklaring van feit 2 tevens gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ten aanzien van parketnummer 18/137460-23

Feit 1

1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 5 juni 2023, opgenomen op pagina 55 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2023144051 d.d. 8 september 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Ik woon samen met mijn man [slachtoffer 2] aan [adres] 11 te [plaats] . In de nacht van zaterdag 3 op zondag 4 juni [2023] omstreeks 3:30 uur werden mijn man en ik wakker van lawaai. Mijn man deed het slaapkamerraam open en zag [verdachte] [de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ] eieren tegen onze ramen gooien. Mijn man sprak hem aan en toen hoorde ik [verdachte] zeggen dat mijn man naar beneden moest komen dan zou hij hem de keel wel doorsnijden. Op maandag 5 juni 2023 omstreeks 15:20 uur zat ik samen met mijn man achter het huis toen [verdachte] zijn hoofd over het muurtje stak. Ik hoorde [verdachte] zeggen: Buurman ik steek je de strot door en ik hak je hoofd eraf en dan kijk ik wat voor kleur je bloed is, rood of blauw. De politie komt toch niet bij me in huis want ik sta onder de GGZ. Jezus beschermt me. Toen we even later weer naar buiten liepen hoorde dat [verdachte] schreeuwde: Ik kom wel even bij je en neem mijn vrienden mee dan snij ik je de strot door.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 7 juni 2023, opgenomen op pagina 69 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Zaterdag- op zondagnacht 3 op 4 juni 2023 begon [verdachte] met eieren te gooien op
onze ramen. Dit was rond 03.30 uur. Ik heb het raam open gedaan en zei tegen hem: [verdachte] doe even normaal, schei er meer uit. Hij zei tegen mij: Kom maar naar beneden dan snij ik jou de keel door. Op dat moment schrok ik wel van die woorden. Maandagmiddag 5 juni 2023 rond 14:00 uur zaten wij achter de woning. Vervolgens ging de buurman weer over het muurtje heen kijken, hij was aan het schelden en spugen, hij draaide helemaal door. Hij zou mijn vrouw wel weer over de muur trekken en mij de keel doorsnijden. Hij wilde wel even kijken of mijn bloed blauw of rood was. Mijn vrouw was erg onder de indruk en bang van deze woorden en is naar binnen gegaan. Ik voelde me onveilig en bedreigd.
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 3 juni 2023 tot en met 5 juni 2023 te [plaats] [slachtoffer] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, is vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen en dat het opzet van de verdachte daarop was gericht. Aan de hand van het dossier stelt de rechtbank vast dat verdachte in voornoemde periode meermalen heeft gedreigd met het
doorsnijden dan wel steken van de keel/strot van [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] . De rechtbank is van oordeel dat de aard van de ten laste gelegde uitingen van de verdachte in de gegeven omstandigheden een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht van de slachtoffers oplevert. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde.

Feit 2

1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juni 2023, opgenomen op pagina 74 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op maandag 5 juni 2023 hebben de verbalisanten de woning gelegen aan [adres]
te [plaats] doorzocht. Achter de bank in de woonkamer stond een rugtas. In deze rugtas zijn drie wapens aangetroffen. Er is een revolver, pistool en een luchtdrukwapen aangetroffen. Tevens is er munitie aangetroffen. De wapens zijn veiliggesteld door een daarvoor opgeleide opsporingsambtenaar en door hem inbeslaggenomen.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek vuurwapen/munitie d.d. 3 juli 2023, opgenomen op pagina 96 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op 5 juni 2023 te 19:45 uur werden tijdens een onderzoek in een woning op perceel [adres] , [adres] [plaats] , binnen de gemeente Emmen de navolgende vuurwapens, munitie en een luchtdrukwapen aangetroffen en inbeslaggenomen. Na onderzoek is het volgende naar voren gekomen:
Semi automatisch pistool:
Object: Vuurwapen (semiautomatisch pistool) Merk/type: Umarex, Walther P22
Kaliber: .25 ACP (6,35 mm)
Bijzonderheden: Betreft omgebouwd gaspistool
Dit pistool is getransformeerd en is kennelijk geschikt gemaakt voor het verschieten van projectielen van centraalvuur kogelpatronen in het kaliber 6,35 mm. De originele loop met sper is namelijk vervangen voor een open gladde stalen buis(loop). Dit pistool is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.

Revolver:

Object: Vuurwapen (Revolver) Merk/type: Nagant, M1895 Kaliber: 7,62x38R (7,62 Nagant)
Deze revolver is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.

Munitie:

Doosje met 25 stuks kogelpatronen (6,35mm)

Aantal:25 stuks
Object:Munitie (Centraalvuur kogelpatroon) Merk/type:Geco, volmantel
Kaliber:6,35 mm

Nagant kogelpatronen (7,62x38R);

Aantal:5 stuks
Object:Munitie (Centraalvuur kogelpatroon) Merk/type:PPU (Prvi Partizan), Nagant Kaliber:7,62X38R

Kogelpatronen (7,65mm)

Aantal:102 stuks
Object:Munitie (Centraalvuur kogelpatroon) Merk/type:Fiocchi (GFL), volmantel Kaliber:7,65 mm

Kogelpatroon (9mm LUGER)

Aantal:1 stuks
Object: Munitie (Centraalvuur kogelpatroon) Merk/type:Geco, volmantel Kaliber:9x19mm (9mm LUGER)
Deze kogelpatronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 juni 2023, opgenomen op pagina 45 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte [verdachte] :
V: Achter de bank in de woonkamer stond een rugtas. Daarin zaten drie wapens. Wat kan je daarover zeggen?
A: Komt bij [naam] weg. Een overleden vriendin. Dat was in 2017. V: Die wapens liggen dus ook al heel lang in jouw huis?
A: Ja.
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 5 juni 2023 te [plaats] een omgebouwd gaspistool en een revolver, zijnde wapens in de zin van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad. De raadsvrouw heeft ter terechtzitting aangevoerd dat verdachte deze wapens en munitie niet bewust voorhanden heeft gehad. Uit de verklaring van verdachte volgt echter dat verdachte deze wapens en munitie al langere tijd in bezit had, en hij zich hiervan ook bewust was. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde.

Feit 3

1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juni 2023, opgenomen op pagina 83 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] :
Op maandag 5 juni 2023 omstreeks 20:40 uur bevonden wij ons in de woning aan [adres]
te [plaats] in verband met de doorzoeking van deze woning. In de woning werd in de woonkamer een weekendtas aangetroffen met daarin een kluis waarin diverse bundels met geldbiljetten zaten. Daarnaast werd er ook een bundel met geldbiljetten in de weekendtas aangetroffen die ook was omwikkeld met een elastiek. De bundels met geld werden door ons geteld op de locatie. Het totale bedrag bleek te zijn: 107.060,- euro.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juni 2023, opgenomen op pagina 87 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] :
Op dinsdag 6 juni 2023 hebben wij 107.110,- euro als verwoord onder goednummer: 1610724 in dit proces afgestort in de betaalvoorziening op locatie: NP HS [adres]
te Hoogeveen. Ik, verbalisant [verbalisant] , had het geld op de locatie van de inbeslagname al handmatig geteld samen met politieambtenaar [verbalisant] . Toen werd door ons een bedrag van 107.060,- geteld en hebben wij kennelijk 1 x 50 euro gemist.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 juni 2023, opgenomen op pagina 45 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte [verdachte] :
V: Er is een totaalbedrag van 107.060 euro in beslag genomen. Hoe kwam je aan dat geld? A: Van die chocola.
V: Hoezo verdien je daar zo veel mee? A: Met speciale chocola.
V: Waar kwam het geld vandaan?
A: Dat komt van de coffeeshop. Ik verkocht de chocola met wiet er in aan de coffeeshop. Zij betaalden mij met contant geld.
V: Dus je hebt drie jaar geleden voor het laatst chocola verkocht en dat geld wat wij hebben gevonden heb je daarmee verdiend?
A: Ja.
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 5 juni 2023 te [plaats] een contant geldbedrag van 107.110,- voorhanden heeft gehad, terwijl verdachte wist dat dat geldbedrag onmiddellijk afkomstig was uit (eigen) misdrijf. Verdachte heeft verklaard dat dit geldbedrag afkomstig was van de verkoop door verdachte van chocolade met wiet daarin verwerkt, hetgeen een misdrijf is. De rechtbank gaat hierbij uit van de juistheid van de, in dit vonnis opgenomen, verklaring van verdachte omtrent de herkomst van dit contante geldbedrag.
Vooropgesteld moet worden dat noch de tekst van artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr), noch de wetsgeschiedenis eraan in de weg staat dat iemand die een in die bepaling omschreven gedraging verricht ten aanzien van een voorwerp dat afkomstig is uit enig
door hemzelf begaanmisdrijf, wordt veroordeeld wegens witwassen. Dit betekent niet dat elke gedraging die in artikel 420bis, eerste lid, Sr is omschreven, onder alle omstandigheden de kwalificatie witwassen rechtvaardigt.
Het is vaste rechtspraak van de Hoge Raad dat in het geval witwassen bestaat uit het verwerven of voorhanden hebben van de onmiddellijke opbrengsten van eigen misdrijf, van de witwasser in beginsel een
handeling wordt gevergd die erop is gericht om zijn criminele opbrengsten veilig te stellen. Er moet dus in een dergelijk geval sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan het enkele verwerven of voorhanden hebben; namelijk dat die gedraging een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen voorwerp gericht karakter heeft. Dat betekent dat, indien vaststaat dat het enkele verwerven of voorhanden hebben door verdachte van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als witwassen kan worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft weliswaar kunnen vaststellen dat verdachte het geldbedrag, afkomstig uit de (strafbare) verkoop van wietchocolade voorhanden heeft gehad, maar niet dat verdachte één of meer handelingen heeft verricht die gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het geldbedrag. Dit betekent dat het bewezen verklaarde niet gekwalificeerd kan worden als witwassen in de zin van artikel 420bis Sr.
De strafbaarstelling van eenvoudig witwassen in artikel 420bis.1 Sr, zoals impliciet subsidiair is ten laste gelegd, richt zich specifiek op de situatie van het verwerven of voorhanden hebben van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit een door verdachte zelf begaan misdrijf. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank in deze zaak sprake. De rechtbank komt op grond van voornoemde bewijsmiddelen derhalve tot een bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde eenvoudig witwassen.

Feiten 4 en 5

1.
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 176 van voornoemd dossier:

Inbeslagneming

Plaats:[adres] , [adres] [plaats]
Datum en tijd:5 juni 2023 te 21:00 uur
BeslageneAchternaam:[verdachte] Voornamen: [verdachte] Geboren: [geboorte datum] 1988
Goednummer:PL0100-2023143853-1610715
Object:Verdovende mid (Hashish)
Bijzonderheden:1 blok hashish, met sticker republic of kush
2.
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 191 van voornoemd dossier:

Inbeslagneming

Plaats:[adres] , [adres] [plaats]
Datum en tijd:5 juni 2023 te 21:00 uur
BeslageneAchternaam:[verdachte] Voornamen: [verdachte]
Goednummer:PLO100-2023143853-1610742
Object:Verdovende mid (Hennep)
Bijzonderheden:2 boterhamzakjes met hennep (totaal 18 gram bruto)
3.
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 193 van voornoemd dossier:

Inbeslagneming

Plaats:[adres] , [adres] [plaats]
Datum en tijd:5 juni 2023 te 21:00 uur

Beslagene Achternaam:[verdachte] Voornamen: [verdachte]

Goednummer:PL0100-2023143853-1610743
Object:Snoep
Bijzonderheden:100 gram pindarotsjes met thc 50 mg
4.
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 199 van voornoemd dossier:

Inbeslagneming

Plaats:[adres] , [adres] [plaats]
Datum en tijd:5 juni 2023 te 21:00 uur

Beslagene Achternaam:[verdachte] Voornamen: [verdachte]

Goednummer:PL0100-2023143853-1610747
Object:Verdovende mid (Hennep)
Bijzonderheden:Hennep aangetroffen in zwarte tas, zat in spar tas
5.
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 200 van voornoemd dossier:

Inbeslagneming

Plaats:[adres] , [adres] [plaats]
Datum en tijd:5 juni 2023 te 21:00 uur

Beslagene Achternaam:[verdachte] Voornamen: [verdachte]

Goednummer: PL0100-2023143853-1610749
Object:Verdovende mid (Hennep)
Bijzonderheden:Hennep in een doorzichtige plastic zak, zat in een spar tas
6.
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 202 van voornoemd dossier:

Inbeslagneming

Plaats:[adres] , [adres] [plaats]
Datum en tijd:5 juni 2023 te 21:00 uur

Beslagene Achternaam:[verdachte] Voornamen: [verdachte]

Goednummer:PL0100-2023143853-1610752
Object:Verdovende mid (Hennep) Bijzonderheden:Hennep in gele jumbotas zat in spar tas
7.
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 204 van voornoemd dossier:

Inbeslagneming

Plaats:[adres] , [adres] [plaats]
Datum en tijd:5 juni 2023 te 21:00 uur

Beslagene Achternaam:[verdachte] Voornamen: [verdachte]

Goednummer:PL0100-2023143853-1610941
Object:Verdovende mid (Hashish)
Bijzonderheden:2 boterhamzakjes 1x17 gram netto en 1x30 gram netto
8.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juni 2023, opgenomen op pagina 111 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op maandag 5 juni 2023 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in een woning gelegen aan [adres] te [plaats] . In de woning zijn diverse goederen in beslag genomen waaronder meerdere verpakkingen met daarin verdovende middelen.
Ik, verbalisant, ben taakaccenthouder verdovende middelen. Derhalve ben ik veel in aanraking gekomen met hennepkwekerijen, hennep en verdovende middelen in het algemeen. Uit eigen waarneming herkende ik, verbalisant, dat een deel van de aangetroffen en inbeslaggenomen goederen hennep en/of hasj betrof.
Hennep: ik herkende de substantie aan zijn kleur, geur en uiterlijk als zijnde Hennep. Met Hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis waaraan de hars niet is onttrokken. Hennep staat vermeld op lijst II van de Opiumwet.
Hasj: ik herkende de substantie aan zijn kleur en uiterlijk als zijnde Hasjiesj. Hasjiesj is een vast mengsel van de afgescheiden hars. verkregen van planten van het geslacht Cannabis (hennep), met plantaardige elementen van de planten. Hasjiesj staat vermeld op lijst II van de Opiumwet. Op dinsdag 6 juni 2023 heb ik onderstaande in beslag genomen verpakkingen met daarin verdovende middelen gewogen.
Goednummer
Omschrijving
Gewicht
1610715
Blok hasj
94 gram
1610742
2 boterhamzakjes met hennep
18 gram
1610743
Zakje chocola (pindarotsjes) met 50 mg thc
106 gram
1610941
Boterhamzakje met blokje hasj
17 gram
1610941
Boterhamzakje met blokje hasj
30 gram
1610747
Hennep in zwarte tas
324 gram
1610749
Hennep in doorzichtige plastic zak
42 gram
1610752
Hennep in plastic zak, zat in jumbo tas
211 gram
9.
Een schriftelijk bescheid, te weten een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.06.16.109 (aanvraag 002), d.d. 29 augustus 2023 opgemaakt door dr. J.W. Hulshof op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, op pagina 164 e.v. van voornoemd dossier voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:

Tabel 1 Overzicht te onderzoeken materiaal

Kenmerk
Omschrijving aanvrager
AAQQ3739NL
Snoep, Bruin, 100 gram pindarotsjes met thc 50 mg

Tabel 2 Onderzoeksmateriaal en resultaat

Kenmerk
Omschrijving NFI
Resultaat
AAQQ3739NL
in totaal 104,50 gram, zes pindarotsjes met variërende vormen
en gewichten in een plastic zakje met etiket 'EI Magico Pindarotsjes melk
chocolade 50mg thc 100 gram'
bevat THC
6. Interpretatie en conclusie
Naast THC (tetrahydrocannabinol) zijn er in het onderzoeksmateriaal aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van lage concentraties van enkele aan THC gerelateerde stoffen. Daarnaast zijn er tijdens het microscopisch onderzoek geen aanwijzingen verkregen voor de aanwezigheid van plantaardige fragmenten. Hieruit volgt dat de pindarotsjes vermoedelijk een extract van hennep of hasjiesj bevatten. Een dergelijk extract wordt in de Opiumwet omschreven als hennepolie, een concentraat van planten van het geslacht Cannabis (hennep) verkregen door extractie van hennep of hasjiesj. Pindarotsjes met toegevoegde hennepextract is te beschouwen als een preparaat dat de Opiumwetsubstantie hennepolie bevat. Een alternatieve verklaring voor de aanwezigheid van THC in pindarotsjes is dat de THC in zuivere vorm is toegevoegd. In dat geval is er sprake van een preparaat dat de Opiumwetsubstantie THC bevat. In beide gevallen valt het onderzoeksmateriaal onder lijst I van de Opiumwet.
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 5 juni 2023 te [plaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van 141 gram hasjiesj en 595 gram hennep, en 6 chocolade-pindarotsjes met een totaalgewicht van 104,5 gram bevattende hennepolie. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder 4 en 5 ten laste gelegde.
Ten aanzien van parketnummer 18/032390-22

Feiten 1 en 2

1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 augustus 2020, opgenomen op pagina 36 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2020233367, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] :
Op donderdag 4 juni 2020 omstreeks 10:50 uur waren wij, verbalisanten, ter plaatse bij de woning aan de [adres] te [plaats] . Wij, verbalisanten, werden met toestemming van vader [verdachte] binnen gelaten. Toen ik, verbalisant [verbalisant] , verder de kamer van [verdachte] rond keek zag ik meerdere chocoladevormen van doorzichtig plastic, meerdere doorzichtige plastic zakjes, een apparaat om plastic zakjes te sealen, bedrukte etiketten op rol, een tweetal chocolade smeltbakken, staan en liggen. Toen wij, verbalisanten, verder keken zagen wij een drietal kartonnen op de grond staan. Wij zagen dat deze dozen open stonden. Wij zagen dat er in deze dozen reepjes chocola lagen. Wij zagen dat de reepjes verpakt waren in doorzichtige plastic zakjes. Deze zakjes waren dicht geseald en voorzien van witte bedrukte etiketten. Ik, verbalisant [verbalisant] , zag dat er een kartonnen doos onder het bed stond. Ik zag dat er in deze doos pindarotsjes lagen. Ik zag dat deze pindarotsjes waren verpakt in doorzichtige plastic zakjes. Deze zakjes waren dicht geseald en voorzien van etiketten.
In totaal 7 stuks dozen zijn door ons, verbalisanten, in beslag genomen en overgebracht naar het bureau in [plaats] . Hier heb ik, verbalisant [verbalisant] , de dozen onderzocht en geïnventariseerd. In de 7 dozen trof ik 844 reepjes chocola voorzien van witte etiketten aan. Deze etiketten waren voorzien van de opdruk El Magico, Haze chocolate bar, melk/caramel/wit, chocolade, 25 mg THC 25g. Verder trof ik 21 zakjes met pindarotsjes voorzien van rode etiketten en 30 zakjes met pindarotsjes voorzien van witte etiketten aan.
De rode etiketten waren voorzien van de opdruk El Magico, pindarotsjes, melk chocolade, 100 mg THC 100g. De witte etiketten waren voorzien van de opdruk El Magico, pindarotsjes, caramel chocolade, 50 mg THC 100g.
In de slaapkamer van [verdachte] troffen wij, verbalisanten, 6 zwarte boxen aan. Het betroffen zogenaamde koelboxen voor grootverbruik. Deze boxen waren vervaardigd van stevig piepschuim. Op deze boxen stond onder andere de naam: " [bedrijf] ". Verder viel het ons, verbalisanten, op dat zowel op de overloop en in de gang op de benedenverdieping veel dozen met kostbare producten stonden. Zover wij, verbalisanten, na konden nagaan waren al deze producten nieuw en ongebruikt. De meeste dozen waren
ongeopend. De inhoud van deze dozen is te herleiden aan horeca producten. Het waren onder andere: snijmachines, een koffiezetapparaat, mixers, een oven en bijvoorbeeld glaswerk. Ik heb aan beide ouders gevraagd van wie al die goederen waren. Zowel mevrouw als meneer [verdachte] verklaarden dat al die goederen van hun zoon [verdachte] waren. [verdachte] zou deze goederen gekocht hebben bij de [bedrijf] te Emmen voor zijn uitzet, als hij eens op zichzelf ging wonen.
2.
Een schriftelijk bescheid, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 91 e.v. van voornoemd dossier:

Inbeslagneming

Plaats:[adres] [plaats]
Datum en tijd:4 juni 2020 te 13:05 uur

Beslagene Achternaam:[verdachte] Voornamen:[verdachte]

Goednummer:PL0100-2020146429-1274248
Object:Doos Merk/type:Farm Frites
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal verdovende middelen d.d. 12 augustus 2020, opgenomen op pagina 47 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant] Vries en [verbalisant] :
Goednummer:PL0100-2020146429-1274265
Omschrijving:Een kartonnen doos met opdruk "Farm Frites" (met goednummer PL0100-2020146429-1274248) met daarin:
1. metalen grinder met een groene afbeelding van een hennepblad er op met in de grinder gedroogde groene plantendelen

Indicatieve testen

Positief voor hennep
Tevens herkende ik, verbalisant [verbalisant] , de substantie aan zijn kleur, geur en uiterlijk als zijnde hennep. Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis waaraan de hars niet is onttrokken. Hennep staat vermeld op lijst II van de Opiumwet.
Een wit, plastic potje met een etiket Cannabis Flos, Bedrocan, 5 gram van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, met daarin:
Groene gedroogde plantendelen (grote toppen)

Indicatieve testen

Positief voor hennep
Tevens herkende ik, verbalisant [verbalisant] , de substantie aan zijn kleur, geur en uiterlijk als zijnde hennep. Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis waaraan de hars niet
is onttrokken. Hennep staat vermeld op lijst II van de Opiumwet.

Donkerbruine brokjes Indicatieve testen Positief voor Hasjiesj

Tevens herkende ik, verbalisant [verbalisant] , de substantie aan zijn kleur, geur en uiterlijk als zijnde Hasjiesj. Hasjiesj is een vast mengsel van de afgescheiden hars, verkregen van planten van het geslacht Cannabis (hennep), met plantaardige elementen van de planten. Hasjiesj staat vermeld op lijst II van de Opiumwet.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 augustus 2020, opgenomen op pagina 41 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] :
Wij hoorden verdachte [verdachte] het volgende zeggen: Ik weet dat jullie ook op de hoogte zijn over het chocola. Ik heb hier een handeltje in en verdien hier wat geld mee. Wij hebben hem medegedeeld dat wij een grote hoeveelheid huishoudelijke artikelen hebben aangetroffen welke van [bedrijf] afkomstig zijn.
Hierop hoorden wij hem verklaren: Deze spullen heb ik gekocht bij de [bedrijf] . Ik heb ze gekocht van het geld wat ik heb verdiend van de verkoop van de chocolade.
5.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 juni 2020, opgenomen op pagina 12 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte [verdachte] :
V: [verdachte] op jouw kamer hebben een aantal dozen gevonden met daarin chocolade, vertel daar eens over?
A: Dat maak ik voor de koffieshop. Ik krijg dan alle spullen van de koffieshop en dan ga ik het maken. Ik krijg dan alle ingrediënten.
V: Wat geven ze je dan mee?
A: Chocolade, weed, vormpjes, chocolade pan. Alle gereedschap.
V: Wat heb je met dat geld gedaan wat je hebt verdiend met het maken van die chocolade met THC?
A: Een deel daarvan heb ik gebruikt om goederen van te kopen voor mijn uitzet. Dat komt allemaal bij de [bedrijf] te [adres] .
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 4 juni 2020 te [plaats] een grote hoeveelheid huishoudelijke gebruikersvoorwerpen voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat die voorwerpen middellijk afkomstig waren uit enig misdrijf. Verdachte heeft verklaard dat hij met de verkoop van chocolade met daarin (door hem verdachte) verwerkt THC, hetgeen een misdrijf is, geld heeft verdiend. Met dit geld heeft verdachte deze grote hoeveelheid huishoudelijke gebruikersvoorwerpen aangeschaft. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder feit 1 ten laste gelegde witwassen. Daarnaast acht de rechtbank op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 4 juni 2020 te [plaats] stoffen en voorwerpen voorhanden heeft gehad waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en/of vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten. Verdachte heeft immers verklaard dat hij deze stoffen en voorwerpen voorhanden had met het doel chocolade met daarin verwerkt THC te maken, welke chocolade hij zou verkopen aan een coffeeshop. De rechtbank acht daarmee het onder feit 2 ten laste gelegde bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1, 2, 3, 4 en 5 van parketnummer 18/137460-23 en feiten 1 en 2 van parketnummer 18/032390-22 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
parketnummer 18/137460-23
1.
hij in de periode van 3 juni 2023 tot en met 5 juni 2023 te [plaats] [slachtoffer] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen
  • ik snij je keel door en
  • buurman ik steek je de strot door en ik hak je hoofd eraf en dan kijk ik wat voor kleur je bloed is, rood of blauw en
  • ik kom wel even bij je en neem mijn vrienden mee dan snij ik je de strot door.
2.
hij op 5 juni 2023 te [plaats] wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
  • een omgebouwd gaspistool, van het merk Umarex, type Walther P22, kaliber .25 ACP (6,35 mm) en
  • een revolver, van het merk Nagant, type M1895, kaliber 7,62x38R (7,62 Nagant)
zijnde vuurwapens in de vorm van een revolver en pistool en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 25 kogelpatronen van 6,35 mm, 5 kogelpatronen van 7,62x38R, 102 kogelpatronen van 7,65 mm en een kogelpatroon van 9mm LUGER, voorhanden heeft gehad.
3.
hij op 5 juni 2023 te [plaats] een voorwerp, te weten een contant geldbedrag van 107.110,- euro, voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, wist dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf.
4.
hij op 5 juni 2023 te [plaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van
  • 141 gram hasjiesj (totaalgewicht 3 blokjes hash van respectievelijk 94 gram, 17 gram en 30 gram) en
  • 595 gram hennep (totaalgewicht diverse zakken/zakjes hennep van respectievelijk 18, 324, 42 en 211 gram)
zijnde hasjiesj en hennep, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
5.
hij op 5 juni 2023 te [plaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad 6 chocolade-pindarotsjes met een totaalgewicht van 104,5 gram bevattende hennepolie, zijnde een concentraat van planten van het geslacht cannabis (hennep) verkregen door extractie van hennep of hasjiesj, al dan niet vermengd met olie, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
parketnummer 18/032390-22
1.
hij op 4 juni 2020 te [plaats] een grote hoeveelheid huishoudelijke gebruikersvoorwerpen, o.a. een snijmachine, servies en een mixer, voorhanden heeft gehad
terwijl hij, verdachte, wist dat die voorwerpen middellijk afkomstig waren uit enig misdrijf.
2.
hij op 4 juni 2020 te [plaats] stoffen en voorwerpen voorhanden heeft gehad, te weten
  • een hoeveelheid hennep en hasjiesj en
  • een metalen grinder en
  • een plastic potje met etiket Cannabis Flos en
  • een hoeveelheid chocolade en
  • een chocoladepan en
  • diverse chocoladevormpjes
waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en/of vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 18/137460-23
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
3. Eenvoudig witwassen.
4. Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
5. Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
parketnummer 18/032390-22
Witwassen.
Stoffen en voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid en/of vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1, 2, 3, 4 en 5 van parketnummer 18/137460-23 en feiten 1 en 2 van parketnummer 18/032390-22 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 450 dagen, waarvan 265 dagen voorwaardelijk, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr, en met een proeftijd van 3 jaren. De officier van justitie heeft gevorderd dat aan het voorwaardelijk strafdeel de bijzondere voorwaarden worden gekoppeld zoals deze thans zijn gekoppeld aan de met ingang van 7 december 2023 van kracht zijnde schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte.
Daarnaast heeft de officier van justitie aangegeven dat hij, gelet op de Pro Justitia-rapportages van de psychiater en de psycholoog, bij het formuleren van de strafeis is uitgegaan van verminderde toerekenbaarheid aan verdachte van feit 1 onder parketnummer 18/137460-23 (de bedreiging van de buren). Voorts heeft hij rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn wat de zaken onder parketnummer 18/032390-22 betreft.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, en voor oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan gekoppeld bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht, ambulante behandeling en een verbod op middelengebruik.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit hetgeen de raadsvrouw heeft aangevoerd tijdens het onderzoek ter terechtzitting en de omtrent verdachte opgemaakte rapportages (in het bijzonder de na te noemen PJ- rapportages van de psychiater en de psycholoog, het reclasseringsadvies d.d. 20 november 2023 en de voortgangsrapportage van de reclassering d.d. 19 januari 2024), het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 28 december 2023, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging. De rechtbank heeft in strafverminderende zin rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn ten aanzien van de feiten ten laste gelegd onder parketnummer 18/032390-22.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een zevental strafbare feiten. Verdachte heeft in de periode van 3 tot en met 5 juni 2023 meermalen zijn buren bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht. Dit is een ernstig strafbaar feit. De slachtoffers bevonden zich ten tijde van de bedreigingen in en om hun woning. Verdachte heeft hiermee het gevoel van veiligheid van de slachtoffers op de plek waar zij zich bij uitstek veilig zouden moeten voelen op een ernstige wijze aangetast. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan. In de woning van verdachte zijn op 5 juni 2023 door de politie twee vuurwapens en een grote hoeveelheid munitie aangetroffen. De rechtbank acht het voorhanden hebben van deze wapens en munitie een ernstig strafbaar feit. Wapens in combinatie met munitie vormt in handen van een daartoe niet bevoegde persoon, een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van anderen. Vuurwapenbezit draagt bovendien bij aan gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. Tevens zijn op diezelfde dag in de woning van verdachte een hoeveelheid hennep en hasjiesj, en 6 chocolade-pindarotsjes bevattende hennepolie aangetroffen. Verdachte heeft met het voorhanden hebben hiervan een bijdrage geleverd aan de instandhouding van het criminele drugscircuit en alle daarmee gepaard gaande gevaren voor de openbare orde en de maatschappelijke veiligheid. Tot slot is op 5 juni 2023 een contant geldbedrag van 107.110,- aangetroffen in de woning van verdachte, welk geldbedrag volgens de verklaring van verdachte afkomstig was van de handel door verdachte in chocola met daarin door hem, verdachte verwerkte THC. Verdachte heeft zich met het voorhanden van dit geldbedrag schuldig gemaakt aan eenvoudig witwassen. Met het bezit van crimineel geld werkt verdachte er aan mee dat criminele activiteiten en inkomsten daaruit worden verhuld. Immers wordt over deze inkomsten geen belasting betaald en daarmee wordt de
staat en dus ook de samenleving benadeeld. Voorgaande rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Verdachte heeft zich daarnaast op 4 juni 2020 schuldig gemaakt aan witwassen van een grote hoeveelheid gebruikersvoorwerpen. Zoals hiervoor uiteengezet acht de rechtbank witwassen een ernstig strafbaar feit. Tot slot heeft verdachte zich op 4 juni 2020 schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een aantal stoffen en voorwerpen waarvan hij wist dat deze bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11 derde en/of vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten. De rechtbank rekent ook dit, gelet op hetgeen reeds overwogen omtrent de ernst van het plegen van drugs gerelateerde strafbare feiten, verdachte zwaar aan.
Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op de psychiatrische Pro Justitia onderzoeksrapportage van 25 oktober 2023, opgemaakt door C.J.F. Kemperman (psychiater), en de psychologische onderzoeksrapportage van 20 oktober 2023, opgemaakt door N. van der Weegen (GZ- psycholoog).
De conclusie van de rapportages luidt, zakelijk weergegeven, dat bij verdachte sprake is van een stoornis in het gebruik van cannabis en vermoedelijk ook een persoonlijkheidsstoornis met borderline, antisociale, paranoïde, schizoïde en schizotypische trekken. Verdachte heeft problemen met betrekking tot sociaal contact, agressieregulatie en het voelen en/of uiten van emoties. Verdachte kende volgens de rapportages een paranoïde grondhouding richting zijn buren, versterkt door cannabismisbruik wat leidde tot impulsief en boos gedrag, waarbij de wilscontrole van verdachte was verminderd. Verdachte voelde zich achterdochtig en gespannen. Voorgaande vloeit hoogstwaarschijnlijk voort uit de stoornissen van verdachte. Beide deskundigen adviseren derhalve de ten laste gelegde bedreiging onder feit 1 van parketnummer 18/137460-23 -indien bewezen- in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Voor het bezit van de wapens, de hennep en het contante geldbedrag had verdachte een uitleg die niet ingegeven lijkt te zijn door achterdocht of een ander irreëel motief, wat maakt dat GZ-psycholoog N. van der Weegen concludeert dat er geen reden lijkt te zijn om deze feiten aan verdachte in verminderde mate toe te rekenen. Ook psychiater C.J.F. Kemperman concludeert dat de stoornissen van verdachte de gedragskeuzes en gedragingen ten aanzien van deze feiten niet hebben beïnvloed.
De rechtbank kan zich met de conclusie in de psychiatrische en psychologische Pro Justitia rapportages verenigen en neemt deze over en concludeert met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid van verdachte dat de bewezen verklaarde bedreiging onder feit 1 van parketnummer 18/137460-23 aan verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend. De overige bewezen verklaarde feiten zal de rechtbank aan verdachte volledig toerekenen.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen omtrent de ernst van het bewezenverklaarde en de persoon van verdachte is de rechtbank van oordeel dat conform de eis van de officier van justitie oplegging aan verdachte van een gevangenisstraf voor de duur van 450 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 265 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren passend en geboden is. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met het tijdsverloop in de zaak met parketnummer 18/032390-22. Het voorwaardelijk strafdeel dient als waarschuwing aan de verdachte, teneinde te voorkomen dat hij zich nogmaals schuldig maakt aan een (soortgelijk) strafbaar feit. Voorts wil de rechtbank, met het opleggen van de voorwaardelijke straf, verdachte ervan doordringen dat hij strafbaar heeft gehandeld met -onder andere- zijn handel in chocola met daarin verwerkt THC en dat hij zich niet kan beroepen op enige (mogelijk) bij hem voorkomende overtuiging dat zijn gedragingen met betrekking tot deze handel zijn toegestaan of dat deze gedragingen zouden moeten zijn toegestaan.
Tevens zullen aan dit voorwaardelijk strafdeel, ter voorkoming van recidive, bijzondere voorwaarden worden verbonden. Deze bijzondere voorwaarden zijn een meldplicht, meewerken aan ambulante behandeling, een alcohol- en drugsverbod, een contactverbod met slachtoffers [slachtoffer] en [slachtoffer 2] en een locatieverbod voor de straat [adres] te [plaats] .
Inbeslaggenomen goederen
Vordering van de officier van justitie
Ten aanzien van parketnummer 18/137460-23 (beslaglijst d.d. 11 september 2023)
De officier van justitie heeft gevorderd dat het inbeslaggenomen geld en de mixer worden verbeurd verklaard. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd dat de inbeslaggenomen wapens, munitie en drugs worden onttrokken aan het verkeer. De inbeslaggenomen computers, datadrager en USB-sticks kunnen volgens de officier van justitie worden teruggegeven aan verdachte.
Ten aanzien van parketnummer 18/032390-22 (beslaglijst d.d. 28 december 2023)
De officier van justitie heeft gevorderd dat de inbeslaggenomen huishoudelijke artikelen worden verbeurd verklaard. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de inbeslaggenomen chocolade en gasflessen worden onttrokken aan het verkeer.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot de inbeslaggenomen goederen.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van parketnummer 18/137460-23
Het inbeslaggenomen geld is vatbaar voor verbeurdverklaring nu het bewezen verklaarde met behulp hiervan is begaan. De inbeslaggenomen mixer is tevens vatbaar voor verbeurdverklaring, nu verdachte heeft verklaard dat hij deze wilde gebruiken voor de productie van chocolade met daarin verwerkt THC. Daarmee is de mixer bestemd tot het begaan van een misdrijf. Ook de tent en de weegschalen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring. De rechtbank zal voornoemde goederen verbeurdverklaren. De rechtbank acht de inbeslaggenomen wapens, munitie en drugs vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu de bewezen verklaarde feiten met betrekking tot deze goederen zijn begaan, terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. De rechtbank acht de inbeslaggenomen handleiding en het inbeslaggenomen poeder tevens vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. De rechtbank zal gelasten dat de inbeslaggenomen computers, datadrager en USB-sticks worden teruggegeven aan verdachte.
Ten aanzien van parketnummer 18/032390-22
De rechtbank acht de inbeslaggenomen huishoudelijke artikelen vatbaar voor verbeurdverklaring, nu dit goederen betreft met betrekking tot welke het bewezen verklaarde is begaan. De rechtbank acht daarnaast de inbeslaggenomen chocolade vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu het bewezen verklaarde met betrekking hiertoe is begaan, terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. De inbeslaggenomen gasflessen en het inbeslaggenomen label zijn tevens vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. De rechtbank zal gelasten dat de inbeslaggenomen harddisks worden teruggegeven aan verdachte.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 57, 63, 285, 420bis en 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 3, 11, 11a en 13a van de Opiumwet en de artikelen
26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder feiten 1, 2, 3, 4 en 5 van parketnummer 18/137460-23 en feiten 1 en 2 van parketnummer 18/032390-22 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 450 (vierhonderdvijftig) dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 265 (tweehonderdvijfenzestig) dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht
1. Veroordeelde meldt zich na uitnodiging bij VNN reclassering Assen op de door de reclassering aangegeven datum, tijdstip en locatie. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak, zolang en waar de reclassering dat nodig acht. Dit kunnen ook huisbezoeken inhouden.
Veroordeelde volgt de aanwijzingen op die hem door of namens de reclassering worden gegeven voor zover niet reeds in andere voorwaarden benoemd.
Meewerken ambulante behandeling
2. Veroordeelde werkt mee aan behandeling (de intake heeft reeds plaatsgevonden) bij een instelling of zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de instelling of zorgverlener geeft voor de behandeling.
Alcohol- en drugsverbod
3. Veroordeelde onthoudt zich van het gebruik van verdovende middelen en alcohol en is verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek, urineonderzoek of ademonderzoek, waarbij de reclassering bepaalt met welke
controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
Contactverbod
4. Veroordeelde zal op geen enkele wijze -direct of indirect- contact opnemen, zoeken of hebben met de slachtoffers [slachtoffer] (geboren [geboorte datum] 1957) en [slachtoffer 2] (geboren [geboorte datum] 1954).
Locatieverbod
5. Veroordeelde bevindt zich gedurende de proeftijd niet in de straat [adres] te [plaats] .
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Ten aanzien van parketnummer 18/137460-23

Verklaart verbeurd de in beslag genomen goederen:

1 STK Mixer
- 107110 EUR

Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen goederen:

  • 1 BLO Hashish
  • 1 STK Pistool (Walther P22)
  • 1 STK Patroonhouder (Walther P22)
  • 1 STK Revolver
  • 1 STK Luchtbuks
  • 6 STK Weegschaal
  • 1 STK Patroon
  • 5 STK Patroon
  • 100 STK Patroon
  • 1 STK Patroon
  • 1 STK Hashish
  • 1 STK Tent
  • 2 STK Hashish
  • 1 STK Hennep
  • 12 STK Hennep
  • 2 STK Poeder
  • 1 STK Handleiding
  • 1 STK Hennep
  • 1 STK Hennep
  • 100 GR Chocolade
Gelast de teruggaveaan [verdachte] (adres [adres] [plaats] ) van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven goederen:
  • 7 STK USB-stick (memorykaart)
  • 1 STK Computer
  • 1 STK Datadrager
  • 1 STK Computer (grijs, merk: Apple)
Ten aanzien van parketnummer 18/032390-22

Verklaart verbeurd de in beslag genomen goederen:

  • 1 STK Wafelijzer (zwart, merk: Donna)
  • 1 STK Keukenartikel (la mandoline)
  • 4 DS Servies
  • 1 STK Mixer (Kenwood)
  • 1 STK Keukenartikel (Kitchenaid)
  • 1 STK Allessnijder (Tarrinton chroom)
  • 1 STK Keukenartikel
  • 1 STK Mixer (wit, merk: Kenwoord)
  • 1 STK Koffiezetapparaat (zwart, merk: Philips)
  • 1 STK Mixer (zwart, merk: Kitchenaid)
  • 2 STK Weegschaal
  • 1 STK Grill
  • 1 STK Waterkoker (Sharp)
  • 1 STK Keukenmachine (Handy)
  • 1 STK Gereedschap
  • 1 STK Oven (Inventum)
  • 1 STK Karaf (Luvigi bormidli)
  • 1 STK Keukenmachine (Bear Varimixer)
  • 1 STK Warmteplaat (Hendi)
  • 42 STK Keukenartikel (Cleaver)
  • 11 STK Slijpschijf (Werckmann)

Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen goederen:

  • 1 STK Label
  • 57 STK Gasfles
  • 1 STK Chocolade
Gelast de teruggaveaan [verdachte] (adres [adres] [plaats] ) van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven goederen:
5 STK Harddisk
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Depping, voorzitter, mr. A.S. Venema-Dietvorst en
mr. L.S. Wachters, rechters, bijgestaan door mr. T.M. Nijmeijer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 februari 2024.
Mr. L.S. Wachters is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.