In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 november 2024 een mondelinge uitspraak gedaan in een beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een bestuurder van een auto die op 28 juli 2022 om 15:12 uur op de Rijksweg A7 in Midwolde werd betrapt op het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De bestuurder, vertegenwoordigd door mr. M. Lagas van Appjection B.V., voerde aan dat hij een systeem genaamd 'safe drive pod' in zijn auto had, dat communicatie met de telefoon tijdens het rijden onmogelijk maakt. De verbalisant, die de overtreding constateerde, verklaarde dat hij de bestuurder met de linkerhand een mobiele telefoon zag vasthouden terwijl het verkeer stapvoets reed.
De kantonrechter, mr. Th.A. Wiersma, oordeelde dat de verklaring van de verbalisant gedetailleerd en geloofwaardig was, en dat er geen reden was om aan de waarneming van de verbalisant te twijfelen. De kantonrechter benadrukte dat het gebruik van een systeem om mobiel gebruik tijdens het rijden te voorkomen positief is, maar dat dergelijke systemen geen volledige garantie bieden tegen overtredingen. De rechter concludeerde dat de gedraging van de bestuurder was vastgesteld en dat er geen reële mogelijkheid was om de bestuurder staande te houden, gezien de omstandigheden van langzaam passerend verkeer en de beveiliging van medewerkers van Rijkswaterstaat. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en de opgelegde sanctie van € 359,00 bevestigd.
De uitspraak benadrukt het belang van de waarneming van de verbalisant en de omstandigheden waaronder de overtreding is vastgesteld. De kantonrechter wees erop dat de sanctie terecht was opgelegd aan de kentekenhouder, en dat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven tot wijziging van de sanctie. De bestuurder heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.