ECLI:NL:RBNNE:2024:4615

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 november 2024
Publicatiedatum
26 november 2024
Zaaknummer
11063465 BU VERZ 24-820
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden met een voertuig

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 november 2024 een mondelinge uitspraak gedaan in een beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een bestuurder van een auto die op 28 juli 2022 om 15:12 uur op de Rijksweg A7 in Midwolde werd betrapt op het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De bestuurder, vertegenwoordigd door mr. M. Lagas van Appjection B.V., voerde aan dat hij een systeem genaamd 'safe drive pod' in zijn auto had, dat communicatie met de telefoon tijdens het rijden onmogelijk maakt. De verbalisant, die de overtreding constateerde, verklaarde dat hij de bestuurder met de linkerhand een mobiele telefoon zag vasthouden terwijl het verkeer stapvoets reed.

De kantonrechter, mr. Th.A. Wiersma, oordeelde dat de verklaring van de verbalisant gedetailleerd en geloofwaardig was, en dat er geen reden was om aan de waarneming van de verbalisant te twijfelen. De kantonrechter benadrukte dat het gebruik van een systeem om mobiel gebruik tijdens het rijden te voorkomen positief is, maar dat dergelijke systemen geen volledige garantie bieden tegen overtredingen. De rechter concludeerde dat de gedraging van de bestuurder was vastgesteld en dat er geen reële mogelijkheid was om de bestuurder staande te houden, gezien de omstandigheden van langzaam passerend verkeer en de beveiliging van medewerkers van Rijkswaterstaat. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en de opgelegde sanctie van € 359,00 bevestigd.

De uitspraak benadrukt het belang van de waarneming van de verbalisant en de omstandigheden waaronder de overtreding is vastgesteld. De kantonrechter wees erop dat de sanctie terecht was opgelegd aan de kentekenhouder, en dat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven tot wijziging van de sanctie. De bestuurder heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 251301500
zaaknummer: 11063465 BU VERZ 24-820
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan ter openbare zitting van 20 november 2024 in het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] B.V. (hierna: betrokkene),

gevestigd in [vestigingsplaats] ,
(gemachtigde: mr. M. Lagas, Appjection B.V.).
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. Th.A. Wiersma
als griffier : mr. W.B. Jongsma
[Bestuurder] , de bestuurder van de auto op 28 juli 2022, is op de zitting verschenen. Als vertegenwoordigster van de officier van justitie is verschenen mr. R.A. van der Velde (hierna: de vertegenwoordigster).
De verweten gedraging betreft ‘als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden’, verricht op 28 juli 2022, om 15:12 uur, locatie: Rijksweg A7 in Midwolde, met een personenauto met kenteken [kenteken] . De opgelegde sanctie bedraagt € 359,00 (inclusief administratiekosten).
[Bestuurder] voert onder verwijzing naar bijlagen aan dat hij een systeem in de auto heeft wat safe drive pod heet. Dit betekent dat je tijdens het rijden niet kan communiceren met de telefoon. Je kan alleen bellen via de display van de carkit. Daarnaast zegt de agent dat de hij de telefoon in zijn linkerhand had, maar hij is rechtshandig en de telefoonhouder zit in het midden. De telefoon met links uit de houder halen, laat staan bedienen, is dus niet handig.
[Bestuurder] denkt dat de agent zijn agenda of een koffiebeker voor een telefoon heeft aangezien.
Verder voert gemachtigde onder verwijzing naar jurisprudentie aan dat de bestuurder ten onrechte niet is staandegehouden. De verbalisant had het merk van de telefoon moeten noteren. Gemachtigde verzoekt om vergoeding van de proceskosten.
De vertegenwoordigster stelt dat het beroep ongegrond moet worden verklaard. Het gaat om vasthouden en niet om gebruiken van de telefoon. De enkele ontkenning van de bestuurder dat hij zijn telefoon niet kon gebruiken geeft onvoldoende aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De verbalisant heeft alles goed kunnen waarnemen, omdat het verkeer langzaam reed. Daarnaast is terecht op kenteken bekeurd, omdat de verbalisant met andere werkzaamheden bezig was.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
Gemachtigde betwist de gedraging en voert aan dat hij geen gebruik kon maken van zijn mobiel.
De verklaring van de verbalisant van 28 juli 2022, zoals opgenomen in het dossier, houdt onder meer het volgende in: “
Ik zag dat de bestuurder van het genoemde voertuig tijdens het rijden een mobiele telefoon met de linkerhand vasthield. Ik zag namelijk dat verkeer reedt stapvoets langs mij. Ik constateerde dat bestuurder van betrokken voertuig een mobiele telefoon vast hield in zijn hand tijdens het besturen van het voertuig. Ik heb deze waarnemingen gedaan door het genoemde voertuig mij langzaam in te laten halen, waarbij ik 5 seconde duidelijk en onbelemmerd in het genoemde voertuig kon kijken.”
De kantonrechter ziet in het verweer van de gemachtigde geen aanleiding om te twijfelen aan de gedetailleerde verklaring van de verbalisant. Gezien de door de verbalisant geschetste omstandigheden acht de kantonrechter het onaannemelijk dat sprake is van een vergissing. De kantonrechter wil benadrukken dat het positief is dat betrokkene gebruikmaakt van een systeem om mobiel gebruik tijdens het rijden tegen te gaan. Toch bieden dergelijke systemen geen volledige garantie tegen overtredingen. Verder schrijft geen rechtsregel voor dat de vaststelling dat een gedraging als deze is verricht, afhangt van het al dan niet noteren van het merk en type van het gebruikte telefoontoestel. Voldoende kan worden vastgesteld dat de gedraging is verricht.
Vervolgens is de vraag of er feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een wijziging van de sanctie.
Met betrekking tot het niet plaatsvinden van een staandehouding verklaart de verbalisant het volgende in het zaakvoerzicht: “
Ik heb de bestuurder van het genoemde voertuig niet kunnen staandehouden, omdat geen mogelijkheid. Langzaam passerend verkeer op vluchtstrook.”en
“Reden geen staandehouding: niet mogelijk. Verbalisanten waren belast met de beveiliging van de medewerkers van Rijkswaterstaat.
Op basis van deze verklaringen van de verbalisant acht de kantonrechter aannemelijk dat er geen reële mogelijkheid bestond om betrokkene staande te houden. De combinatie van langzaam passerend verkeer op de vluchtstrook en de opdracht om medewerkers van Rijkswaterstaat te beveiligen, rechtvaardigt de beslissing om af te zien van een staandehouding. Daarom is de sanctie terecht opgelegd aan de kentekenhouder.
De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: