Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
op verzoek van een belanghebbendedoor dat fonds kan worden verleend, indien voor de betrokken bedrijfsgenoot een bijzondere pensioen voorziening geldt, welke voldoet aan de daarna opgesomde voorwaarden.
Op verzoekwordt aan een bedrijfsgenoot met ingang van de dag dat de verplichtstelling, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet in werking treedt of op hem van toepassing wordt, vrijstelling verleend indien de bedrijfsgenoot deelneemt in een pensioenregeling die reeds gold zes maanden voor het moment van indiening van het verzoek, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet. Vervolgens is de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet van 21 december 2000) in werking getreden. Op basis daarvan (artikel 13, lid 3) heeft de Minister het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000 genomen. In artikel 2 van dat besluit is bepaald dat
op verzoek van een werkgeverdoor een bedrijfstakpensioenfonds voor alle werknemers (of een deel van de werknemers van die werkgever), met ingang van de dag dat de verplichtstelling in werking treedt respectievelijk als gevolg van gewijzigde bedrijfsactiviteiten op hem en zijn werknemers van toepassing wordt, vrijstelling wordt verleend, indien a) die werknemers van die werkgever al deelnemen in een pensioenregeling die ten minste zes maanden voor het moment van indiening van de in behandeling genomen aanvraag tot verplichtstelling, van kracht was; of b) indien de werkgever voor die werknemers al een pensioenvoorziening heeft getroffen die al ten minste zes maanden voor het moment dat de verplichtstelling op hem en zijn werknemers van toepassing wordt, van kracht was.