ECLI:NL:RBNNE:2024:4505

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 november 2024
Publicatiedatum
18 november 2024
Zaaknummer
C/17/195556 / FA RK 24-1310
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nihilstelling alimentatie in het kader van WSNP en wijziging van omstandigheden

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 18 november 2024 een beschikking gegeven in een alimentatiekwestie. De man, die onder beschermingsbewind staat en recentelijk is toegelaten tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP), verzocht om de wijziging van de eerder vastgestelde alimentatieverplichtingen. De rechtbank had eerder bepaald dat de man vanaf 3 augustus 2020 € 46,- per kind per maand moest bijdragen in de kosten van de kinderen, een bedrag dat inmiddels was geïndexeerd naar € 51,46 per kind per maand. De man stelde dat zijn toelating tot de WSNP een wijziging van omstandigheden was die hem in staat stelde om zijn alimentatieverplichtingen niet langer na te komen.

De vrouw en de jongmeerderjarige hebben verweer gevoerd tegen het verzoek van de man. De rechtbank heeft de argumenten van de man en de vrouw zorgvuldig afgewogen. De rechtbank oordeelde dat de man, gezien zijn beperkte financiële situatie en het feit dat hij onder de WSNP valt, niet in staat is om alimentatie te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het vrij te laten bedrag (VTLB) gelijk is aan het bestaansminimum, en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een verhoging van het VTLB rechtvaardigen. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de man toegewezen en de alimentatieverplichtingen op nihil gesteld, met ingang van 31 januari 2024, voor de duur van de WSNP.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De rechtbank heeft de beschikking openbaar uitgesproken, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden na de uitspraak in beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rekestnummer: C/17/195556 / FA RK 24-1310
beschikking van de enkelvoudige kamer van 18 november 2024
in de zaak
de besloten vennootschap [bewindvoerder]
in de hoedanigheid als bewindvoerder van
[de man],
wonende te [plaats] ,
hierna: de man,
advocaat mr. H.D. Postma, kantoorhoudende te Leeuwarden,
tegen

1.[de vrouw] ,

hierna: de vrouw,
2. [de jongmeerderjarige] ,
hierna: de jongmeerderjarige en/of [naam] ,
beiden wonende te [plaats] ,
advocaat mr. J. Deenen, kantoorhoudende te Leeuwarden.

1.De procesgang

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het volgende:
- het verzoekschrift van de man, met bijlagen 1 t/m 10, ontvangen op 18 juni 2024;
- een bericht van de man van 18 juli 2024, met als bijlage correctie bijlage 8;
- het verweerschrift van de vrouw en [de jongmeerderjarige] , ontvangen op 25 juli 2024;
- een brief van 23 oktober 2024 van de man, met bijlagen 11 en 12.
1.2.
[de jongmeerderjarige] heeft de vrouw gemachtigd om namens hem de procedure te voeren.
1.3.
De zaak is mondeling behandeld op de zitting van 5 november 2024. Aanwezig zijn geweest:
- de man, bijgestaan door mr. Postma;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Deenen.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie gehad. Zij zijn de ouders van de jongmeerderjarige [de jongmeerderjarige] en de minderjarigen [minderjarige 1] , geboren op [datum] en [minderjarige 2] , geboren op [datum] .
2.2.
De rechtbank heeft bij de beschikking van 3 februari 2021 bepaald dat de man met ingang van 3 augustus 2020 € 46,- per kind per maand moet bijdragen in de kosten van de kinderen. Deze bijdrage is inmiddels geïndexeerd tot een bedrag van € 51,46 per kind per maand.
2.3.
De man staat sinds 28 januari 2022 onder beschermingsbewind. De rechtbank heeft bij beschikking van 31 januari 2024 de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) op de man van toepassing verklaard.

3.Het verzoek

3.1.
De man heeft verzocht om bij beschikking -uitvoerbaar bij voorraad- de beschikking van 3 februari 2021 te wijzigen in die zin dat de door de man aan de vrouw te betalen kinderalimentatie en de bijdrage die hij aan [de jongmeerderjarige] moet betalen, met ingang van 31 januari 2024, althans met ingang van een door de rechtbank te bepalen datum, voor de duur van de WSNP op nihil wordt gesteld.
3.2.
De vrouw en de jongmeerderjarige hebben verweer gevoerd.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 1:401 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek kan een rechterlijke uitspraak of een overeenkomst betreffende levensonderhoud bij latere rechterlijke uitspraak worden gewijzigd of ingetrokken, wanneer zij nadien door een wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen.
4.2.
De man stelt dat toelating tot de WSNP een wijziging van omstandigheid die maakt dat hij niet langer alimentatie kan betalen. De stelling van de man is voldoende om hem te kunnen ontvangen in zijn verzoek. Of deze gestelde omstandigheid moet leiden tot een aanpassing van de kinderbijdrage en de bijdrage voor [de jongmeerderjarige] , moet vervolgens worden beoordeeld.
4.3.
Vaststaat dat de man is toegelaten tot de WSNP. In beginsel is het vrij te laten bedrag (VTLB) gelijk aan de beslagvrije voet, die op het niveau van het bestaansminimum ligt. Dit kan anders zijn als het VTLB door de rechter-commissaris op een hoger bedrag is bepaald vanwege bijzondere omstandigheden. De vrouw is van mening dat de rechter-commissaris het VTLB, bedoeld in artikel 295 van de Faillissementswet, moet verhogen met een zodanig bedrag dat de man gedurende de toepassing van de schuldsaneringsregeling draagkracht heeft om enige alimentatie te betalen. De vrouw stelt dat er bijzondere omstandigheden zijn, omdat de man inkomsten heeft uit verkoop van fatbikes. De man erkent dat hij een rol heeft gespeeld bij de handel in fatbikes, maar dat hij slechts fungeerde als tussenpersoon om fatbikes van een vriend te verkopen. Hij betwist dat hij hiervoor betaald werd. Inmiddels is de man hiermee gestopt na een gesprek met zijn bewindvoerder.
4.4.
Gelet op de gemotiveerde betwisting van de man, passeert de rechtbank de stelling van de vrouw dat de man een vergoeding heeft ontvangen voor zijn activiteiten als (door)verkoper van fatbikes en hij uit de verkoop van fatbikes inkomsten heeft gehad. De rechtbank volgt de man dan ook in zijn stelling dat er geen bijzondere omstandigheden zijn gebleken op basis waarvan hij de rechter-commissaris zou kunnen vragen het VTLB de verhogen.
4.5.
Gelet op het beperkte VTLB van de man neemt de rechtbank aan dat de man niet over draagkracht beschikt om een bijdrage te betalen zolang de schuldsanering op hem van toepassing is. Het verzoek van de man zal daarom worden toegewezen. Wanneer de WSNP eindigt, herleeft de bij beschikking van 3 februari 2021 vastgestelde bijdrage.
4.6.
De man is op 31 januari 2024 toegelaten tot de WSNP en de rechtbank zal die datum als ingangsdatum voor de nihilstelling bepalen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijzigt de beschikking van deze rechtbank van 3 februari 2021 aldus, dat zij thans als volgt beslist:
5.2.
stelt de door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] , geboren op [datum] en [minderjarige 2] , geboren op [datum] , met ingang van 31 januari 2024 en voor de duur van de WSNP op nihil;
5.3.
stelt de door de man te betalen bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van [de jongmeerderjarige] , geboren op [datum] , met ingang van 31 januari 2024 voor de duur van de WSNP op nihil;
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Teertstra, rechter, bijgestaan door de griffier en in het openbaar uitgesproken op 18 november 2024.
Voor zover in deze beschikking een of meer eindbeslissingen zijn opgenomen, kan tegen deze beschikking hoger beroep worden ingesteld door een advocaat bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
- door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.
fn: 31