ECLI:NL:RBNNE:2024:4505
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Nihilstelling alimentatie in het kader van WSNP en wijziging van omstandigheden
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 18 november 2024 een beschikking gegeven in een alimentatiekwestie. De man, die onder beschermingsbewind staat en recentelijk is toegelaten tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP), verzocht om de wijziging van de eerder vastgestelde alimentatieverplichtingen. De rechtbank had eerder bepaald dat de man vanaf 3 augustus 2020 € 46,- per kind per maand moest bijdragen in de kosten van de kinderen, een bedrag dat inmiddels was geïndexeerd naar € 51,46 per kind per maand. De man stelde dat zijn toelating tot de WSNP een wijziging van omstandigheden was die hem in staat stelde om zijn alimentatieverplichtingen niet langer na te komen.
De vrouw en de jongmeerderjarige hebben verweer gevoerd tegen het verzoek van de man. De rechtbank heeft de argumenten van de man en de vrouw zorgvuldig afgewogen. De rechtbank oordeelde dat de man, gezien zijn beperkte financiële situatie en het feit dat hij onder de WSNP valt, niet in staat is om alimentatie te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het vrij te laten bedrag (VTLB) gelijk is aan het bestaansminimum, en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een verhoging van het VTLB rechtvaardigen. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de man toegewezen en de alimentatieverplichtingen op nihil gesteld, met ingang van 31 januari 2024, voor de duur van de WSNP.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De rechtbank heeft de beschikking openbaar uitgesproken, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden na de uitspraak in beroep te gaan.