Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het procesverloop
2.Vaststaande feiten
3.Verzoeken
primairte bepalen dat partijen de woning aan de [adres echtelijke woning] , totdat deze woning is verkocht, blijven delen, waarbij ieder van partijen zijn/haar eigen privé vetrekken gebruikt en niet in de privé vertrekken van de andere partij komt en de gezamenlijke privé ruimten (keuken) toegankelijk zijn voor beide partijen, waarbij de vrouw haar praktijk elders voortzet, dan wel alleen de kleine praktijkruimte zal gebruiken, dan wel zodanig te beslissen zoals de rechtbank zal vermenen te behoren;
subsidiair, te bepalen dat de man bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning te [adres echtelijke woning] , met het bevel dat de vrouw deze woning dient te verlaten en niet verder mag betreden, met machtiging vaan de man deze beschikking zo nodig ten uitvoer te doen leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie, dan wel zodanig te beslissen als de rechtbank in goede justitie zal vernemen te behoren.
subsidiairverzoek, inhoudende te bepalen dat partijen de woning aan de [adres echtelijke woning] , totdat deze woning is verkocht, blijven delen, waarbij ieder van partijen zijn/haar eigen privé vetrekken gebruikt en niet in de vertrekken van de andere partij zal komen. Als vertrekken van de man worden aangemerkt de op de als productie 1 bijgevoegde plattegrond genoemde vertrekken met JW. Als vertrekken van de vrouw worden aangemerkt genoemde vertrekken met LM. De vertrekken met G kunnen als gemeenschappelijk gebruik worden aangemerkt. De kosten die gemoeid zijn om deze vetrekken als zodanig in te richten, dienen door partijen bij helfte te worden gedragen.
4.Standpunten van partijen
5.Beoordeling
6.Beslissing
fn:902)