ECLI:NL:RBNNE:2024:4398
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring schriftelijke aanwijzing in ouderschapsbeoordeling en hulpverlening
In deze zaak heeft de kinderrechter op 12 november 2024 uitspraak gedaan over een verzoek van de moeder tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing die was gegeven door de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (hierna: de GI). De schriftelijke aanwijzing betrof de medewerking van de moeder aan een klinische ouderschapsbeoordeling en diagnostiek van haar persoonlijkheid. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. S.M. Wolfert, verzocht de rechtbank om de aanwijzing geheel of gedeeltelijk te vervallen, omdat deze niet voldeed aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de belangen van de kinderen onvoldoende waren afgewogen. De kinderrechter heeft de procedure ingeleid op basis van een verzoekschrift van de moeder, ontvangen op 16 oktober 2024, en heeft op 30 oktober 2024 de mondelinge behandeling gehouden. Tijdens deze behandeling zijn de moeder, de vader en vertegenwoordigers van de GI gehoord. De kinderrechter heeft ook gesproken met het kind, waarbij de begeleider van het kind aanwezig was.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen over het kind, dat bij de moeder woont. De GI had de moeder een schriftelijke aanwijzing gegeven, maar de kinderrechter oordeelde dat de aanwijzing niet voldeed aan de wettelijke eisen. Er was een spanning tussen de schriftelijke aanwijzing en het wettelijke stelsel van gedwongen zorg, en de belangen van de kinderen waren onvoldoende betrokken bij de besluitvorming. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de schriftelijke aanwijzing niet aan de criteria voldeed en heeft deze vervallen verklaard. De beslissing houdt ook rekening met de wensen van het kind, die meer contact met haar vader wenst en tijd thuis wil doorbrengen.