Uitspraak
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
tegenwoordige arbeidis genoten als winst, loon en of resultaat uit werkzaamheden (zie artikel 8.1, eerste lid, onderdeel e, Wet IB 2001). In artikel 8.1, tweede lid, van de Wet IB 2001 worden daarnaast een aantal specifieke situaties onder het begrip arbeidsinkomen gebracht.
geenuitkeringen uit hoofde van de Ziektewet zijn (die op grond van artikel 8.1, tweede lid, onderdeel c, van de Wet IB 2001 in bepaalde gevallen wel als arbeidsinkomen worden aangemerkt). Uit de door de inspecteur overgelegde renseignering van het UWV volgt dat het gaat om een WGA-uitkering en een aanvulling daarop uit hoofde van de Toeslagenwet. Dat eiser (mogelijk) de WGA-uitkering heeft gekregen omdat hij door ziekte niet of minder kan werken, maakt niet dat dan ook sprake is van een Ziektewetuitkering.
tegenwoordige arbeid. De UWVuitkeringen zijn naar het oordeel van de rechtbank ook niet te plaatsen onder één van de uitbreidingen van het begrip arbeidsinkomen genoemd in artikel 8.1, tweede lid, van de Wet IB 2001.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
arbeidsinkomen: het gezamenlijke bedrag van hetgeen door de belastingplichtige met tegenwoordige arbeid is genoten als winst uit een of meer ondernemingen, loon en resultaat uit een of meer werkzaamheden.
arbeidsinkomenwordt tevens gerekend:
arbeidsinkomenmet een maximum van € 279, vermeerderd met:
arbeidsinkomenvoor zover dat meer bedraagt dan € 9.921, waarbij de som van de bedragen berekend op de voet van de onderdelen a en b niet meer bedraagt dan € 3.595, alsmede vermeerderd met:
arbeidsinkomenvoor zover dat meer bedraagt dan € 21.430, waarbij de som van de bedragen berekend op de voet van de onderdelen a, b en c niet meer bedraagt dan € 5.532, en verminderd, doch niet verder dan tot nihil, met:
arbeidsinkomenvoor zover dat meer bedraagt dan € 34.594.
arbeidsinkomenniet meer bedraagt dan € 34.954, bedraagt de arbeidskorting ten minste de volgens artikel 22a van de Wet op de loonbelasting 1964 toegekende arbeidskorting ter zake van het loon dat wordt belast volgens de loonbelastingtabellen, bedoeld in artikel 25, tweede lid, van die wet, maar maximaal het in de eerste volzin, onderdeel c, als tweede vermelde bedrag.