ECLI:NL:RBNNE:2024:4300

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
5 november 2024
Zaaknummer
18-018510-21 vonnis
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van drugshandel en voorbereidingshandelingen met betrekking tot verdovende middelen

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 8 oktober 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan (inter)nationale drugshandel. De verdachte is beschuldigd van het medeplegen van vier drugstransporten en het plegen van voorbereidingshandelingen met betrekking tot de handel in drugs. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van hennep, amfetamineolie en methamfetamine (ice), evenals voorbereidingshandelingen voor de handel in cocaïne.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij het transport van hennep naar Duitsland, het vervoeren van amfetamineolie en methamfetamine, en het voorbereiden van de verkoop van cocaïne. De rechtbank heeft de ernstige gevolgen van de drugshandel voor de volksgezondheid en de samenleving benadrukt, en de ontwrichtende invloed van georganiseerde drugshandel op de democratische rechtsstaat.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarbij rekening is gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. De rechtbank heeft ook de omstandigheden van de verdachte, zoals zijn rol als kostwinner en de zorg voor zijn kinderen, in overweging genomen. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD -NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/018510-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 8 oktober 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] ,
[adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 10 september 2024.
Verdachte is ter terechtzitting verschenen, bijgestaan door mr. L. Klewer, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door
mr. J . Houwink en mr. G.A. Veenstra.
Het onderzoek ter terechtzitting is gesloten op 24 september 2024. Verdachte en zijn raadsman zijn toen niet verschenen. Het openbaar ministerie is toen ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging ex. artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
1.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 12 april 2020, althans in de maand april 2020, te Leeuwarden, althans in Nederland, en/of in Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, althans opzettelijk heeft verkocht en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van (ongeveer) 4690 gram haze, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij (op een of meer tijdstippen) in de periode van 2 april 2020 tot en met 24 april 2020, althans in de maand april 2020, te Leeuwarden, althans in Nederland en/of in Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid (van ongeveer 10 liter) A-olie, althans amfetamine-olie, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij (op een of meer tijdstippen) in de periode van 13 mei 2020 tot en met 1 juni 2020 te Leeuwarden en/ of Eindhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of
vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van (ongeveer) 2 kilogram ice
(methamfetamine), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 6 april 2020, te Leeuwarden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, en/of het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, in elk geval een of meer hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne,
zijnde cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen (sub 1), en/of
zichzelf en/of (een) ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen (sub 2),
door (onder meer) via een of meer Encrochat-berichten,
-bij/met een of meerdere personen bekend als gebruiker(s) van Encrochat-account(s) [naam] en/of [naam] te informeren wat die gebruikers in opslag hadden, en/of (vervolgens)
-een of meer berichten over de prijs en/of kwaliteit van cocaïne, en/of een of meer foto's (waarop onder meer witte blokken met de letters LV waren afgebeeld) met die gebruiker(s) uit te wisselen en/of genoemde Encrochat-gebruiker(s) laten weten dat hij, verdachte, hoopt dat hij olie en LV in Berlijn kan verkopen, en/of
-met/aan een persoon bekend als gebruiker van Encrochat-account [naam] een of meer berichten over (onder meer) de prijs en of kwaliteit en/of handel in cocaine en/of een of meer foto's (waarop witte blokken met de letters LV waren afgebeeld) uit te wisselen en/of te sturen, en/of die persoon/gebruiker te vragen of hij, verdachte, gets kan doen met de olie en de LV', en/of
-heeft getracht de cocaïne (qv') te verkopen aan de persoon met Encrochat-account [naam] , en/of,
-(anderszins) informatie heeft verschaft en/of getracht te verkrijgen naar de voorbereiding en/of mogelijkheid van handel in en/of transport van cocaïne naar Berlijn, althans Duitsland;
5.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 30 april 2020 tot en met 20 mei 2020 te Leeuwarden, althans in Nederland, en/of te Düsseldorf, althans in Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, althans opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van (ongeveer 4360 gram) haze, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
6.
hij (op een of meer tijdstippen) in de periode van 14 augustus 2020 tot en met 23 september 2020 te Leeuwarden en/of Eindhoven, althans in Nederland en/of in Duitsland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen, en/of het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid (van ongeveer 40 liter) A-olie, althans amfetamine-olie, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden en/of te bevorderen, een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen (sub 1), en/of
zichzelf en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen (sub 2),
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk daartoe (kort samengevat en zakelijk weergegeven) (onder meer) via SKY-ECC berichten,
-contact onderhouden met medeverdachte(n) [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meerdere (onbekend gebleven) personen, onder meer over het verkrijgen van een hoeveelheid A-olie (40 liter), en/of
-informatie uitgewisseld over de voorraad en/of de prijs en/of het gewicht en/of de ph -waarde van voornoemde A-olie, en/of
-een of meermalen contact onderhouden over de potentiële koper (met SKY-account [naam] ), en/of zijn aankomst en/of het ophalen van deze koper, en/of
-(anderszins) informatie heeft verschaft en/of getracht te verkrijgen naar de mogelijkheid van handel in en/of transport van voornoemde A-olie naar Duitsland.

Beoordeling van het bewijs

Inleidende opmerkingen
Vanuit het strafrechtelijk onderzoek 26Lemont is een dataset verstrekt aan het onderzoeksteam Shifter. De dataset bestond uit Encrochat-berichten van de gebruikers [naam] @encrochat.com en [naam] @encrochat.com en de verschillende tegengebruikers in de periode van 1 april 2020 tot en met 12 juni 2020. Het onderzoek naar deze dataset en vervolgens ook datasets van Sky-ECC-berichten heeft geleid tot zes zaakdossiers, waaruit onder meer verdachten [verdachte] en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar voren kwamen.
De zaken tegen de verdachten in het onderzoek Shifter zijn eerder op 2 februari 2022, 15 april 2022 en 24 oktober 2022 ter terechtzitting behandeld. Naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 april 2022 heeft de rechtbank op 29 april 2022 een
beslissing op de door de verdediging ingebrachte onderzoekswensen genomen. Het onderzoek ter terechtzitting is op 24 oktober 2022 voor onbepaalde tijd geschorst in verband
met het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. De rechtbank heeft deze prejudiciële vragen bij beslissing van 19 december 2022 geformuleerd. De Hoge Raad heeft bij arrest van 13 juli 2023 antwoord gegeven op de prejudiciële vragen. De rechtbank heeft de verdediging en het openbaar ministerie vervolgens de gelegenheid gegeven om nadere onderzoekswensen in te dienen. De verdediging heeft hier gebruik van gemaakt. De rechtbank heeft op 21 december 2023 een beslissing genomen op deze nadere onderzoekswensen.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Hij heeft daartoe ten eerste aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte de vaste gebruiker is geweest van het Encrochat-account [naam] . Andere gebruikers hadden het account opgeslagen in hun telefoon als onder meer [naam] , [naam] , [naam] en [naam] . Dat de gebruiker van het Encrochat- account een lid zou zijn van [naam] staat niet vast. Dat verdachte een deels Surinaamse afkomst heeft, lid is geweest van een motorclub en woonachtig is in Leeuwarden, maakt nog niet dat hij de gebruiker is geweest van dit Encrochat-account. Ook het gegeven dat [naam] in de chats tegen [naam] zegt dat hij
naar het huis van zijn neef moet komen, en daarbij het adres van een neef van verdachte wordt genoemd, maakt dit niet anders. Verdachte ziet zijn neef meer als een broer. Uit de mastgegevens blijkt dat de gebruiker van het account zich meermalen in Leeuwarden begeeft. Al deze gegevens zorgen voor een verdenking, maar zijn onvoldoende om vast te stellen dat verdachte de (enige) gebruiker is geweest van het Encrochat-account [naam] . Om die reden moet verdachte worden vrijgesproken van het onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde, aldus de raadsman.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde heeft de raadsman daarnaast aangevoerd dat de chatgesprekken tussen [naam] en [naam] de indruk wekken dat er een pakket door hen is verzonden naar [naam] . Er wordt gecommuniceerd in de Engelse taal, en er wordt gesproken over grenzen die weer open zijn na een lockdown, maar dit bevestigt nog niet dat er ook daadwerkelijk een pakket met hennep naar het buitenland is verzonden. Uit de gesprekken blijkt niet naar welk adres er is verzonden. Ook blijkt niet duidelijk uit de gesprekken dat er daadwerkelijk een pakket is verzonden naar [naam] . De raadsman heeft daarom verzocht verdachte vrij te spreken van het bestanddeel opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat uit de gesprekken blijkt dat [naam] aan [naam] vraagt naar een voorraad. Er wordt gesproken over A-olie. Er wordt gesproken over hoeveelheden. Uit de gesprekken blijkt echter nog niet dat [naam] daadwerkelijk opzettelijk A-olie aanwezig heeft gehad of heeft gekocht, en welke prijs er zou zijn betaald. Subsidiair heeft hij aangevoerd dat uit het gegeven dat er over de verkoop van A-olie gesproken is, niet zonder meer volgt dat sprake is geweest van amfetamineolie. Om die reden moet verdachte worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde, aldus de raadsman.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat op basis van de gesprekken niet kan worden vastgesteld dat er twee kilogram ice (methamfetamine) is verkocht. Er wordt slechts over twee kilogram gesproken. Op basis van de gesprekken kan echter niet worden vastgesteld dat daadwerkelijk sprake is geweest van methamfetamine. Om die reden moet verdachte worden vrijgesproken. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat de inhoud van de berichten voor meerdere interpretaties vatbaar is. Of er daadwerkelijk op 2 juni 2020 een pick up heeft plaatsgevonden, blijft ongewis. Om die reden moet verdachte worden vrijgesproken van het verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren. Ook ten aanzien van de ten laste gelegde periode buiten 14 mei 2020 tot en met 28 mei 2020 moet verdachte worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat in de chatgesprekken wordt gesproken over koka en dat contante bedragen worden doorgegeven. Er worden fotos gestuurd en ontvangen, waarop witte blokken te zien zijn. Ten aanzien van de ten laste gelegde voorbereidingshandelingen heeft de raadsman zich daarom gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, maar hij heeft wel aangevoerd dat er in het strafdossier geen relevante chats aanwezig zijn buiten de periode van 2 tot en met 5 april 2020, zodat verdachte voor het overig deel van de periode moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte de gebruiker is geweest van de Sky-ECC-accounts [naam] en [naam] . Uit de zendmastgegevens blijkt dat de telefoon met het account [naam] zich mogelijk in Leeuwarden bevond. Verdachte is woonachtig in de [adres] , en niet in de wijken waarin de Sky-ECC-telefoons de zendmasten gedurende de nachten het meeste hebben aangestraald. De identificatie van verdachte als gebruiker van het Sky-ECC-account [naam] is daarnaast gedeeltelijk gebaseerd op de stelling dat verdachte de vaste gebruiker zou zijn van het Encrochat-account [naam] , gelet op de bijnaam [naam] . Hieruit valt echter niet de identiteit van verdachte af te leiden. Hetzelfde geldt voor het Sky-ECC-account [naam] . Dat de gebruiker mogelijk [naam] wordt genoemd, en dat sprake zou zijn van hetzelfde taalgebruik, maakt nog niet dat kan worden vastgesteld dat verdachte de gebruiker is geweest van de Sky-ECC-accounts [naam] en [naam] , zodat verdachte van het onder 6 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Subsidiair heeft hij aangevoerd dat slechts summiere gedeelten van de chats zijn opgenomen in het strafdossier. Enkel eenzijdige berichten zijn opgenomen in het dossier. Het is hierdoor niet mogelijk om de context te toetsen. Er wordt gesproken over olie. Of het daadwerkelijk over amfetamineolie gaat, is niet vast te stellen. Er wordt niet gevraagd naar een prijs.
Meer subsidiair heeft hij aangevoerd dat niet vast is komen te staan dat de olie buiten het Nederlands grondgebied is gebracht. Er wordt niet over landsgrenzen gesproken en er wordt geen adres genoemd. Ook wanneer zou kunnen worden geconcludeerd dat er naar het buitenland is gereisd, dan is nog niet zonder meer komen vast te staan dat de af te leveren olie ook naar deze plaats in het buitenland is vervoerd.
Ten slotte, uiterst subsidiair, heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de periode buiten 14 augustus 2020 tot en met 6 september 2020, omdat niet vaststaat dat de gebruiker van het account [naam] buiten die periode nog contact heeft gehad een koper of verkoper.
Oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen1
ten aanzien van de identificatie van Encrochat- en Sky-IDs
Het dossier van het onderzoek Shifter bevat een grote hoeveelheid chats. Deze chats werden uitgewisseld via encrypted telefoons met Encrochat-accounts, telkens met een door de gebruiker al dan niet zelfgekozen naam, en door middel van SKY-ECC accounts, met een cijfer/lettercombinatie. In onderhavige zaak komt het voor de bewijsvoering in belangrijke mate aan op de inhoud van deze ter beschikking gekomen cryptocommunicatie. De vraag die daarom allereerst moet worden beantwoord, is of de verdachten te identificeren zijn als de gebruikers van bepaalde cryptoaccounts. De rechtbank neemt, vanwege de onderlinge verwevenheid tussen de zaken van de medeverdachten, de voor het geheel van de tenlasteleggingen in onderzoek Shifter relevante identificaties in alle zaken op, hoewel die identificaties strikt genomen niet voor ieders afzonderlijke tenlastelegging noodzakelijk zijn. Verder zal worden stilgestaan bij de identificatie van de in het dossier gebruikte bijnamen.
[naam] @encrochat.com
In onderzoek Vidar is onderzoek gedaan naar onder meer (internationale) handel in verdovende middelen. Bij aanhoudingen en doorzoekingen zijn van diverse verdachten Encrochat-telefoons in beslag genomen. De gebruikersnaam [naam] @encrochat.com is een direct contact van de gebruikersnaam [naam] @encrochat.com, die in gebruik was bij verdachte [naam] in onderzoek Vidar. Er is onderzoek gedaan naar de telecom-locatiegegevens en de chatberichten van de Encrochat gebruiker [naam] . De gebruikersnaam [naam] is door andere gebruikers onder meer opgeslagen onder de namen: [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] , [naam] (door [naam] ). Het account [naam] @encrochat.com maakte gebruik van een telefoontoestel met het IMEI-nummer [nummer] . Dit toestel maakte voornamelijk gebruik van telefoonmasten in
Leeuwarden.2 Door de gebruiker van het account [naam] .@encrochat.com werd voornamelijk gebruik gemaakt van het wachtwoord: [naam] .
De chats hebben mede geleid tot de identificatie van de gebruiker van het account [naam] @encrochat.com. Op 16 mei 2020 hebben ' [naam] ' en ' [naam] ' een gesprek, waarin de gebruiker van ' [naam] ' vraagt of ' [naam] ' naar de woning van zijn neef komt, aan de [adres] .3 Op dit adres stond volgens de Gemeentelijke Basisadministratie [naam] ingeschreven. Het was verbalisant ambtshalve bekend dat dit een neef is van verdachte [verdachte] , en dat verdachte [verdachte] lid is van [naam] , chapter [naam] . Ook spreekt de gebruiker van [naam] af op de [adres] en de [adres] , dit zijn locaties nabij het adres van verdachte [verdachte] , namelijk [adres] .4 Uit de bijnamen (nicknames) die andere gebruikers geven aan [naam] , kan blijken dat de gebruiker van [naam] een Surinaamse achtergrond heeft, dan wel een link met Suriname heeft. Uit bedrijfsinformatiesystemen van de politie blijkt dat de moeder van verdachte [verdachte] geboren is in Suriname. Uit de bijnaam [naam] kan blijken dat de
gebruiker afkomstig is uit het [naam] , dan wel een andere link heeft met het [naam] . Ook kan blijken dat hij ' [naam] ' genoemd wordt. Dit komt overeen met de woonplaats van verdachte [verdachte] (Leeuwarden) en met zijn voornaam.5
Sky-IDs [naam] en [naam]
Op vijf momenten zijn door het Team Observatie en Techniek de technische identificatienummers van telefoontoestellen gescand in de nabije omgeving van het adres [adres] in Leeuwarden, waar verdachte [verdachte] ten tijde van de metingen ingeschreven stond. Uit alle vijf de scansessies kwamen IMSI-code [nummer] en IMEI-code [nummer] naar voren.6
Eerder heeft verbalisant de conclusie getrokken dat verdachte [verdachte] gebruikmaakte van de Encrochat-account [naam] @encrochat com, met als bijnaam [naam] . Uit analyse blijkt dat IMEI-nummer [nummer] gekoppeld is aan Sky-account [naam] met eveneens de
bijnaam [naam] . Het Sky-account [naam] was van 28 december 2020 tot en met 7 maart 2021 actief. Voormeld IMEI-nummer heeft zendmasten aangestraald in Leeuwarden en omgeving, waarbij in de nachten overwegend een zendmast werd aangestraald die dekking geeft aan de [adres] , [adres] en het [adres] in Leeuwarden. Dit is in de buurt van de [adres] te Leeuwarden.7
Uit analyse komt nog één account naar voren met de bijnaam [naam] . Dit is het Sky-account [naam] . Aan dit Sky-account zijn IMSI-code [nummer] en IMEI-code [nummer] gekoppeld. Dit account was van 22 juni 2020 tot en met 8 januari 2021 actief. Ook dit account straalt zendmasten aan in Leeuwarden en omgeving. In de nacht wordt overwegend een zendmast aangestraald die dekking geeft aan de [adres] , [adres] en het [adres] in Leeuwarden. Dit is in de buurt van de [adres] te Leeuwarden. Ten slotte hebben [naam] en [naam] veel gedeelde contacten.8
De beschikbare Encrochat- en Sky-ECC-berichten zijn geanalyseerd. Door de gebruiker van [naam] en de gebruiker van het account [naam] worden veelvuldig dezelfde uitspraken gedaan. Zo wordt veelvuldig over [naam] gesproken, waarmee wordt gedoeld op de gebruiker van het Encrochat-account [naam] . Ook blijkt dat zowel [naam] met [naam] als [naam] met [naam] spreken over 'buurman' en een 'wandeling maken'.9
Op verschillende dagen en tijdstippen in januari en februari 2021 is middels zogenaamde IMSl-scans vastgesteld dat een iPhone 7 met IMEI-nummer [nummer] zich in de woning aan de [adres] in Leeuwarden bevond. Uit analyse bleek dat met deze iPhone 7 gecommuniceerd werd via Sky-ECC, en dat
deze gekoppeld was aan het Sky-account [naam] . Uit analyse van de gegevens van deze printertap blijkt dat iPhone 7 van [naam] van 26 februari 2021 tot 13 april 2021 te 14:30 uur gebruik maakt van een simkaart met telefoonnummer [nummer] en dat er alleen dataverkeer is. Echter, op 13 april 2021 te 14:32.30 uur tot 20 mei 2021 maakt deze iPhone 7 gebruik van een simkaart met telefoonnummer + [nummer] . Tijdens de doorzoeking op 2 november 2021 in de woning aan de [adres] te Leeuwarden, werd in de keuken een simkaarthouder van [naam] aangetroffen. De simkaart was uit de simkaarthouder verwijderd. De simkaarthouder vermeldde het mobiele nummer [nummer] . Aldus is in de woning van verdachte [verdachte] een simkaarthouder aangetroffen die hoort bij het simkaartje dat tussen 13 april en 20 mei 2021 gebruikt is in de iPhone 7 met IMEI-nummer [nummer] . Dit is dezelfde iPhone 7 waarmee gecommuniceerd werd via het Sky-ECC-account [naam] .10
[naam] @encrochat.com en [naam] @encrochat.com
Net als ten aanzien van het Encrochat-account [naam] , zijn de Encrochat-accounts
[naam] en [naam] aangetroffen als directe contacten van de gebruikersnaam [naam] , in gebruik bij verdachte [naam] in onderzoek Vidar. De gebruiksnamen waren opgeslagen als [naam] en [naam] . [naam] bleek als status te hebben: new mail: [naam] . [naam] had als status: Old mail: [naam] .11 De chats en telecom-locatiegegevens zijn geanalyseerd. Uit diverse chats tussen [naam] met andere
gebruikers kwamen indicaties naar voren over de identiteit van [naam] .12 Op 8 april 2020 en 7 mei 2020 is [naam] in gesprek met [naam] en maken ze een afspraak om elkaar te ontmoeten. Ze spreken af elkaar te ontmoeten bij de garage van [naam] aan de [adres] .13 Uit meerdere chatberichten blijkt de gebruiker van username [naam] meerdere malen af te spreken bij zijn garage op de [adres] op de [adres] , een industrieterrein. Uit gegevens van het Kadaster blijkt dat verdachte [medeverdachte 1] eigenaar is van een berging/stalling aan de [adres] A6, te Leeuwarden. In een chat van 18 mei 2020 met [naam] zegt deze: 'Zit een latexhandschoen voor jullie camera'. Het antwoord van [naam] hierop is: Plotie binnen geweest'. Hieruit maakt verbalisant op dat er politie binnen is geweest op een locatie waar een camera hangt. De gebruiker van de username [naam] heeft kennelijk zeggenschap over of belang bij deze locatie. Dit komt overeen met een bezoek van de politie aan het clubhuis van de [naam] in Leeuwarden. Op 20 april 2020 werd door de politie het clubhuis van de [naam] Leeuwarden aan de [adres] in Leeuwarden bezocht. Tijdens de binnentreding van het pand werd een latex handschoen over een camera bij het clubhuis geschoven. Gebleken is dat verdachte [medeverdachte 1] president was van de [naam] Leeuwarden. De in de contactenlijst van verdachte [naam] opgeslagen namen kunnen een verwijzing zijn naar de opvallende wijnvlek in het gezicht van verdachte [medeverdachte 1] .14
Op 2 november 2021 is tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte [verdachte] een iPhone 8 in beslag genomen. Deze telefoon is uitgelezen. Tussen de veilig gestelde gegevens zat een whatsappgesprek met [naam] , de vriendin van verdachte [verdachte] . Het volledige gesprek bevatte foto's van de kinderen van verdachte en [naam] en fotos van de verbouwing van de woning aan de [adres] te Leeuwarden. Op 4 mei 2020 stuurt [naam] het bericht naar verdachte [verdachte] met de tekst: " [naam] is er”. Daarna wordt het bericht verstuurd: ”OK, kom er aan.” Uit het veiliggestelde Encrochat-berichtenverkeer tussen [naam] en [naam] blijkt dat [naam] de afspraak maakt dat hij op 4 mei 2020 bij [naam] komt.15
Sky-IDs [naam] en [naam]
In onderzoek Shifter zijn op bevel van de officier van justitie door het Team Observatie en Techniek op vier momenten technische identificatienummers van telefoontoestellen gescand in de nabije omgeving van het adres [adres] in Leeuwarden. Uit de Gemeentelijke basisadministratie bleek dat verdachte [medeverdachte 1] ten tijde van de metingen op het betreffende adres ingeschreven stond. Uit alle vier de scansessies kwam het IMEI-nummer [nummer] naar voren.16 Uit een analyse bleek dat dit IMEI-nummer gekoppeld was aan Sky-account [naam] . Dit account heeft de bijnaam " [naam] ". Dit account was van 28 december 2020 tot en met 7 maart 2021 actief. Dit IMEI-nummer heeft zendmasten aangestraald in Leeuwarden en
omgeving. In de nacht werd overwegend een zendmast aangestraald in de buurt van de [adres] te Leeuwarden.
Ee account met dezelfde bijnaam, [naam] , bleek veelal dezelfde zendmasten te hebben aangestraald. Dit betreft het Sky-account [naam] . Dit account was actief van 22 juni 2020 tot en met 8 januari 2021. Ook dit account straalde veelal zendmasten aan in Leeuwarden en omgeving. In de nacht werd overwegend een zendmast aangestraald in de buurt van de [adres] te Leeuwarden. Bovendien had het account [naam] meermalen contact met het account [naam] , net als [naam] contact had met [naam] .17
Er is nader onderzoek gedaan naar het berichtenverkeer van het Sky-account [naam] . Na analyse van de beschikbare Encrochat-berichten en Sky-ECC berichten is gebleken dat door de gebruiker [naam] op Encrochat en de gebruiker van de Sky accounts [naam] en [naam] veelvuldig hetzelfde woordgebruik wordt gehanteerd.18 Ten slotte is gebleken dat [naam] en [naam] in Sky-ECC veel dezelfde contacten hebben.19
Er is een chatgesprek tussen [naam] @encrochat.com en [naam] @encrochat.com van 7 mei 2020 bekeken. Uit het gesprek tussen [naam] en [naam] wordt duidelijk dat [naam] gebruik maakt van de Wicker-gebruikersnaam " [naam] ". Hij stuurt namelijk de tekst: "Mijn wicker is [naam] ".20
Er is onderzoek gedaan naar de historische gegevens van de iPhone 7 met IMEI-nummer [nummer] , waarvan gebleken is dat deze telefoon zich in de nabijheid van de woning aan de [adres] te Leeuwarden bevond. Het Sky-account [naam] werd in ieder geval tussen 28 december 2020 en 7 maart 2021 gebruikt in deze iPhone 7. Uit analyse van gegevens bleek dat er vanaf 23 maart 2021 een nieuwe simkaart in de iPhone 7 is geplaatst, met als telefoonnummer + [nummer] . Vervolgens zijn van dit telefoonnummer de historische gegevens opgevraagd van 23 maart 2021 tot en met 28 april 2021. Hieruit kwam naar voren dat de simkaart met dit telefoonnummer + [nummer] in deze periode voornamelijk gebruik heeft gemaakt van de iPhone 7 met IMEI-nummer [nummer] . Bij IMEI- nummers kan het eindcijfer verschillen, zoals hier de 8 en de 4. Dit heeft te maken met het al dan niet toepassen van de juiste controlemethode om het eindcijfer te bepalen. Ondanks afwijkende eindcijfers gaat het wel degelijk om hetzelfde toestel. Op 12 april 2021 echter, tussen 18:30:45 en 18:32:31, wordt de simkaart met het telefoonnummer + [nummer] gebruikt in een telefoontoestel met IMEI [nummer] . Op 2 november 2021 is in de woning van verdachte [medeverdachte 1] , de woning aan de [adres] in Leeuwarden, een iPhone 7 aangetroffen en in beslag genomen. De gegevens uit deze telefoon werden veiliggesteld, en hieruit bleek dat het toestel het IMEI- nummer [nummer] had. Dit is hetzelfde toestel als waar de simkaart met het telefoonnummer + [nummer] in geplaatst is op 12 april 2021. Er zat op het moment van inbeslagname geen simkaart in de iPhone 7.21
[naam] @encrochat.com
Uit analyse van de gesprekken van Encrochat-accounts [naam] en [naam] bleek dat er regelmatig berichten zijn verstuurd naar en ontvangen van het account [naam] . Er is onderzoek gedaan naar het berichtenverkeer. Er waren chatberichten tussen [naam] en [naam] beschikbaar van 22 april 2020 tot en met 26 mei 2020 en chatberichten tussen [naam] en [naam] beschikbaar van 1 april 2020 tot en met 3 juni 2020. [naam] had [naam] onder de nickname [naam] opgeslagen.22 Uit gegevens van het politiesysteem BlueSpot bleek dat de bijnaam van verdachte [medeverdachte 2] [naam] is. Verdachte [medeverdachte 2] is lid van de [naam] . Dit is het tweede gedeelte van de nickname waaronder [naam] heeft opgeslagen. Uit één van de gesprekken is gebleken dat [naam] zegt dat de ice bij hem in Eindhoven opgehaald moet worden. [naam] geeft aan [naam] het adres [adres] te Eindhoven door. Op dit adres staat verdachte [medeverdachte 2] ingeschreven.23
Bewijsoverwegingen met betrekking tot de identificatie
De rechtbank heeft voor de identificatie van de Encrochat- en Sky-ECC-accounts hierboven de redengevende feiten en omstandigheden uit de processen-verbaal uiteengezet. In tegenstelling tot de verdediging, die ter betwisting van de identificatie telkens vraagtekens heeft gesteld bij iedere bevinding afzonderlijk, heeft de rechtbank de redengevende feiten en omstandigheden in zijn geheel en in hun onderlinge samenhang bezien en beoordeeld.
Ten aanzien van het account [naam] zijn er meerdere berichten aangetroffen waarin wordt verwezen naar de verblijfplaats van de gebruiker van het account aan de [adres] te Leeuwarden, waar verdachte [verdachte] woonachtig is. Daarnaast geeft de gebruiker van het account aan dat zijn neef woonachtig is aan de [adres] te Leeuwarden. Uit de BRP-gegevens bleek dat een neef van verdachte [verdachte] op dat adres stond ingeschreven. De gebruikersnaam [naam] is door andere gebruikers opgeslagen onder verschillende bijnamen, die naar het oordeel van de rechtbank verwijzen naar een Surinaamse afkomst en op zijn minst affiniteit met [naam] . Ten slotte maakte het account [naam] gebruik van een telefoontoestel dat voornamelijk telefoonmasten in Leeuwarden aanstraalde. Uit de optelsom van deze bevindingen blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte [verdachte] de gebruiker is van Encrochat-account [naam] , en dat alle berichten aan verdachte [verdachte] als gebruiker van dit account zijn toe te schrijven.
Ten aanzien van het Sky-ECC-account [naam] is, bij IMSI-nummervergaring in de nabije omgeving van het adres [adres] , de IMEI-code [nummer] naar boven gekomen. Dit IMEI-nummer heeft zendmasten in Leeuwarden en omgeving aangestraald. Dit nummer was daarnaast gekoppeld aan voornoemd Sky- account, met als bijnaam [naam] . Deze bijnaam werd ook gehanteerd bij het Encrochat-account [naam] . Daarnaast is gebleken dat een iPhone 7 met IMEI-nummer [nummer] zich in de woning aan de [adres] in Leeuwarden bevond. Tijdens de doorzoeking is een simkaarthouder aangetroffen, die hoorde bij de simkaart die enige tijd is gebruikt in deze iPhone. Dat maakt dat naar het oordeel van de rechtbank kan worden vastgesteld dat de iPhone 7 die in de woning van verdachte is aangetroffen, dezelfde telefoon was waarmee gecommuniceerd werd via het Sky-ECC-account [naam] . Door de gebruiker van het Sky-account [naam] en het Encrochat-account [naam] werden dezelfde uitspraken gedaan. Daarnaast hadden de beide Sky-accounts [naam] en [naam] dezelfde contactpersonen opgeslagen. Naar het oordeel van de rechtbank kan het, gelet op deze gegevens, niet anders zijn dan dat verdachte [verdachte] de gebruiker is geweest van deze Sky-ECC-accounts. Er zijn meerdere gegevens die, in samenhang met het Encrochat-account [naam] , laten zien dat verdachte de gebruiker van deze Sky-ECC-accounts is geweest. Daar komt bij dat verdachte geen enkele verklaring heeft afgelegd over deze gegevens.
Ten aanzien van de Encrochat-accounts [naam] en [naam] blijkt uit het berichtenverkeer dat de gebruiker van het account [naam] afspreekt bij zijn garage op de [adres] op de [adres] te Leeuwarden, waarvan medeverdachte [medeverdachte 1] eigenaar is. Ook is een specifiek gesprek aangetroffen over een locatie waar een handschoen over een camera is geplaatst. Dit gesprek komt overeen met een bezoek van de politie aan het clubhuis van de [naam] te Leeuwarden, waarvan medeverdachte [medeverdachte 1] de president was. De gebruikersnamen waren onder meer opgeslagen als [naam] en [naam] . [naam] heeft de status: new mail: [naam] en [naam] heeft de status: Old mail: [naam] . Uit WhatsAppberichtenverkeer tussen verdachte [verdachte] en zijn vriendin bleek dat ook werd gesproken over [naam] , hetgeen qua datum overeenkwam met Encrochat-berichtenverkeer tussen [naam] en [naam] . Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders zijn dan dat deze opgeslagen bijnamen verwijzen naar de opvallende wijnvlek in het gezicht van verdachte [medeverdachte 1] . Deze gegevens wijzen erop dat verdachte de gebruiker is geweest. Bij aanvullend proces-verbaal van 9 september 2024 ( [nummer] ) heeft de politie de zendmastgegevens toegelicht, waaruit blijkt dat er meer dan duizend keer gebruik is gemaakt van vier Cell-IDs met een zendgebied waarbinnen de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] zich bevond. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders zijn dan dat medeverdachte [medeverdachte 1] de gebruiker is geweest van de Encrochat-accounts [naam] en [naam] .
Ten aanzien van Sky-ID [naam] is gebleken dat het IMEI-nummer, dat is gescand in de nabije omgeving van de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] , gekoppeld was aan het Sky-account [naam] . Dit IMEI-nummer hoorde bij een iPhone 7. In deze iPhone heeft een sim kaart gezeten met een telefoonnummer dat gekoppeld kan worden aan de iPhone die bij de doorzoeking in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] is aangetroffen. Het account had de bijnaam [naam] . Het account [naam] had dezelfde bijnaam. Daarnaast werd door deze accounts veelvuldig hetzelfde woordgebruik gehanteerd en hadden zij veel dezelfde contacten. Naar het oordeel van de rechtbank wijzen deze gegevens erop dat medeverdachte [medeverdachte 1] de gebruiker is geweest van deze beide accounts, temeer nu hij zelf geen enkele verklaring heeft afgelegd.
Ten aanzien van het Encrochat-account [naam] is de rechtbank van oordeel dat de gegevens zodanig specifiek zijn, dat het niet anders kan zijn dan dat medeverdachte [medeverdachte 2] de gebruiker is geweest van dit account. Er wordt door [naam] gezegd dat bij hem in Eindhoven ice moet worden opgehaald. Vervolgens wordt er iemand naar het adres van medeverdachte [medeverdachte 2] gestuurd. Dat andere mensen ook gebruik zouden maken van deze woning, is niet gebleken. Ook de gebruikte nicknames wijzen zeer specifiek op verdachte. Verdachte [medeverdachte 2] heeft namelijk een Harley Davidson [naam] op zijn naam gehad.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat de verdachten in de ten laste gelegde periode de vaste gebruikers waren van de genoemde Encrochat- accounts en Sky-ECC-accounts die door het Openbaar Ministerie aan hen zijn toegeschreven en dat verdachten de daarop aangetroffen chatgesprekken hebben gevoerd.
Ten aanzien van het Sky-ECC-account [naam] blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet dat dit gekoppeld kan worden aan medeverdachte [medeverdachte 2] . Uit het proces-verbaal van bevindingen van 16 september 2021 blijkt dat onder meer de nicknames [naam] en [naam] wordt gebruikt. Deze bijnamen zijn naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf onvoldoende onderscheidend om de conclusie te dragen dat medeverdachte [medeverdachte 2] de gebruiker is geweest van dit account. Ook de zendmastgegevens bieden naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten om deze conclusie te dragen, nu de zendmasten in Eindhoven een omvangrijk dekkingsgebied hebben, met vele adressen. Dat het adres van [medeverdachte 2] in dit dekkingsgebied valt, is dan ook onvoldoende om vast te stellen dat medeverdachte [medeverdachte 2] de gebruiker is geweest van dit account.
De rechtbank hanteert ten slotte, volgens vaste jurisprudentie, als uitgangspunt dat een Encrochat en/of SKY-ECC-account in beginsel behoudens expliciete aanwijzingen voor het tegendeel waarvan in deze zaak niet is gebleken door één persoon wordt gebruikt en dat die gebruiker ook bekend was bij de andere partij in een chat/conversatie.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Er is onderzoek gedaan naar Encrochat-gegevens, verstrekt vanuit onderzoek 26Lemont, en het berichtenverkeer tussen de accounts [naam] en [naam] en het berichtenverkeer tussen de accounts [naam] en [naam] zijn beschreven.24
Op 1 april 2020 stuurt [naam] een aantal foto's van hennep naar [naam] en zegt daarbij dat het 2.4 kilo is. Verbalisant herkent de groene stukken plant op de fotos ambtshalve als hennep. Vervolgens zegt [naam] tegen [naam] dat hij 4,5 of 5 kilo heeft. [naam] zegt vervolgens tegen [naam] dat de 2.4 kilo hun rond de 31 zal kosten. [naam] heeft 2183 liggen en [naam] heeft 2.4 kilo. [naam] zegt dat het dan zo
spoedig mogelijk de kant van [naam] op gaat.25 Gezien de eerder verstuurde foto's van [naam] naar [naam] , het daarbij genoemde gewicht en de eerdere gesprekken tussen [naam] en [naam] , is het aannemelijk dat het in bovenstaande gesprekken om haze gaat. Haze is een hennepsoort.26
Uit een chatgesprek van 2 april 2020 blijkt dat [naam] en [naam] besluiten dat het het beste is om het maandag te versturen. [naam] heeft vanavond pas de centen nodig. [naam] zal aan [naam] ' vragen of het oké is dat het geld bij [naam] ' aankomt, op het adres van [naam] '.27 Kort daarna stuurt [naam] drie foto's met daarop henneptoppen naar [naam] waarbij hij zegt dat ze die afnemen van ' [naam] '. [naam] vraagt of [naam] Haze voor zijn vriend heeft. Dat heeft [naam] en [naam] denkt ook dat maandag het beste is om het te versturen, hij zal voor maandag ook een transport voor de ' [naam] ' proberen. [naam] vraagt hoe het er uitziet, waarop [naam] hem dezelfde foto's stuurt als die hij daarvoor naar [naam] had gestuurd. Vervolgens zegt [naam] tegen [naam] dat [naam] ' ingelicht kan worden.28 [naam] en [naam] halen tussen zes en zeven de hennep bij ' [naam] ' op. [naam] heeft contact met ' [naam] '.
Op 5 april 2020 zegt [naam] tegen [naam] dat hij een adres voor morgen 12 uur nodig heeft en dat [naam] moet vragen of een pakbrief wel of niet nodig is. 's Avonds zegt [naam] dat het 4687 geworden is. Ze spreken af dat [naam] het rond 10 uur bij [naam] brengt. Tijdens het gesprek hierboven tussen [naam] en [naam] heeft [naam] ook een gesprek met [naam] . [naam] geeft aan dat hij de volgende dag het geld zal sturen, eerst 15k en twee dagen later nog een keer. [naam] zegt dat als 'het' daar is dat hij meteen het geld zal sturen. [naam] heeft een adres en naam nodig waar hij het geld heen kan sturen. De volgende dag, 6 april 2020, zegt [naam] tegen [naam] dat het geld naar de [adres] in Leeuwarden moet.
Tevens zegt [naam] dat vandaag de 'pick up' is en dat hij het zal versturen naar [naam] . [naam] bevestigt dat vandaag de 'pick up' is en dat hij vandaag het geld zal sturen.29
Op 8 april 2020 informeert [naam] dat het aangekomen is en dat het pakket beter dichtgemaakt moet worden. [naam] zegt dat het 4690 gram is in plaats van 5 kilogram.30 Op 8 april 2020 vraagt [naam] aan [naam] of het geld binnen is en zegt hij dat [naam] het binnen heeft en dat het beter verpakt moet worden. [naam] zegt dat de 'poen' vandaag komt en dat hij tussen 17 en 17.30 uur naar [naam] ' gaat. 's Middags informeert [naam] dat het geld binnen is, er zat 13k in.31
Op 11 april zegt [naam] dat het transport niet doorgegaan is in verband met de nationale vakantie en dat hij het de volgende dag zelf brengt. [naam] koppelt dat terug aan [naam] .32
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt.
Uit het berichtenverkeer tussen [naam] en [naam] (verdachte [verdachte] en medeverdachte [medeverdachte 1] ) blijkt dat er een foto wordt gestuurd en dat er een gewicht wordt genoemd. Door verbalisant wordt op de foto hennep herkend. Er zijn twee partijen hennep, namelijk 2.183 gram en 2.400 gram. Verdachte communiceert vervolgens met een niet geïdentificeerde gebruiker, [naam] , met de bijnaam “ [naam] ”. Met deze [naam] communiceert verdachte, anders dan met de andere Encrochat- gebruikers, telkens in het Engels. Hieruit leidt de rechtbank af dat deze [naam] de Nederlandse taal kennelijk niet machtig is. Uit deze berichten kan daarnaast worden afgeleid dat verdachte deze partij hennep aanbiedt aan deze onbekende gebruiker, [naam] . Uit het berichtenverkeer tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] blijkt voorts dat zij afstemming zoeken over het ophalen en versturen van het pakket. Daarnaast blijkt uit het berichtenverkeer tussen verdachte en deze onbekende [naam] dat er prijsafspraken worden gemaakt en dat er wordt gecommuniceerd over de wijze van betalen en afleveren. Uit het berichtenverkeer blijkt daarnaast dat het geld is afgeleverd. Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee komen vast te staan dat sprake is geweest van een voltooide verkoop van hennep.
Gelet op het gegeven dat er gedurende de periode van 1 tot en met 12 april 2020 (twaalf dagen) steeds onderling wordt gecommuniceerd en dat er onderlinge afspraken worden gemaakt over de levering en betaling, is naar het oordeel van de rechtbank ook sprake van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachten en daarmee van medeplegen.
Uit hetgeen hieronder ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde wordt overwogen kan naar het oordeel van de rechtbank daarnaast worden afgeleid dat de gebruiker van het account [naam] zich in Duitsland bevindt. Het ten laste gelegde bestanddeel buiten het Nederlands grondgebied gebracht is in zoverre bewezen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Er zijn Encrochat-gesprekken tussen [naam] en [naam] en gesprekken tussen [naam] en [naam] beschreven. Uit het berichtenverkeer blijkt dat [naam] op 2 april 2020 aan [naam] vraagt wat hij nog op voorraad heeft. [naam] heeft in Berlijn A-olie en 'ice' en in Dusseldorf A-olie. Nadat [naam] vraagt om de prijzen, geeft [naam] aan dat dit 1100 kost, en dat dit een pH-waarde van 12 heeft. [naam] denkt ze 'Spa' en 'applejuice' hebben.33
Op 2 april 2020, nadat [naam] aan [naam] gevraagd heeft wat ze nog op voorraad hebben, zegt [naam] tegen [naam] dat hij A-olie en 'ice' in Berlijn heeft. [naam] zegt dat [naam] dat kan verkopen en [naam] zal meteen aan een paar vrienden van hem vragen of er interesse is. Over de prijs zegt [naam] dat de olie rond de 1200 is en de 'ice' rond de 10K. Ongeveer 2 uren daarna zegt [naam] dat hij een afspraak heeft over de olie. [naam] zegt dat er wel interesse moet zijn, omdat het te gevaarlijk is om de grens over te gaan.34
Op 8 april 2020 zegt [naam] tegen [naam] dat hij iemand heeft die geïnteresseerd is in de A-olie en vraagt naar de pH-waarde. [naam] antwoordt dat de pH-waarde 12 is. Op 9 april 2020 vraagt [naam] aan [naam] of diegene de olie neemt.
Op 20 april 2020 zegt [naam] tegen [naam] dat hij voor de volgende dag 10 liter olie nodig heeft in Berlijn. Tevens zegt [naam] dat hij al met [naam] praat.
Op 24 april 2020 zegt [naam] tegen [naam] dat hij net 10 liter olie verkocht heeft via [naam] .35
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt.
Uit het berichtenverkeer tussen [naam] (verdachte) en [naam] blijkt dat verdachte A-olie aanbiedt, die zou hij in Berlijn kunnen aanbieden. Uit het berichtenverkeer tussen verdachte en een niet geïdentificeerde gebruiker, [naam] , blijkt dat verdachte aan deze [naam] vraagt wat hij op voorraad heeft. Er wordt een pH-waarde genoemd er wordt een prijs genoemd, en er wordt gesproken over Spa. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat met A-olie ook wel amfetamineolie wordt bedoeld, zeker wanneer dit wordt gebruikt in combinatie met een pH-waarde van 12. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het berichtenverkeer plaatsvindt via Encrochat, een berichtendienst die veelal gebruikt is in het kader van de handel in verdovende middelen. Uit het berichtenverkeer van 24 april 2020 blijkt dat verdachte 10 liter olie heeft verkocht. Hieruit leidt de rechtbank af dat er een geslaagde transactie heeft plaatsgevonden. Gelet op de inhoud van de berichten, waaruit blijkt dat afstemming wordt gezocht over de prijs, en gevraagd wordt naar voorraad, is ook het ten laste gelegde medeplegen bewezen. Het onder 2 ten laste gelegde is
daarmee wettig en overtuigend bewezen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Er is voorts onderzoek gedaan naar Encrochat-gesprekken tussen [naam] en [naam] , vanaf 14 mei 2020, en gesprekken tussen [naam] en [naam] . Op 14 mei 2020 vraagt [naam] aan [naam] om 'ice' en de prijs daarvan. De volgende dag zegt [naam] tegen [naam] dat 'ice' 7500 is. [naam] zegt dat hij er nog op terug komt.36 Op 16 mei 2020 stuurt [naam] naar [naam] dat hij 'ice' heeft. Op 17 mei 2020 vraagt [naam] of [naam] een foto van de 'ice' heeft. Drie dagen later vraagt [naam] aan [naam] wanneer hij 2 kilo 'ice' af kan nemen. Op 25 mei 2020, na het weekend, stuurt [naam] een afbeelding naar [naam] met daarop de 'ice'. [naam] zegt vervolgens dat ze morgen klaar zijn en [naam] vindt dat oké. Verbalisant herkende de kristallen die op de foto te zien zijn, ambtshalve als methamfetamine, oftewel 'ice'.37
Op 26 mei 2020 zegt [naam] tegen [naam] dat ze een probleem hebben omdat de 2 kilo klaar is om te worden verzonden.38 Op 26 mei 2020 om 20:53 uur vraagt [naam] aan [naam] of hij al wat weet, de man is nu bij [naam] . [naam] zegt dat hij toevallig met hem aan het appen is en dat het bij die twee blijft voor nu. [naam] vraagt wanneer [naam] het op komt halen. [naam] zegt dat het donderdag of vrijdag wordt en vraagt hoe het verpakt is. [naam] antwoordt daarop dat het in plastic bakjes zit, zoals op die foto. Om 20:55 uur zegt [naam] tegen [naam] dat de spullen donderdag of vrijdag opgehaald moeten worden. [naam] vraagt of hij het voor vrijdag zal regelen. [naam] zal 'hem' even vragen of dat past. Om 20:57 uur vraagt [naam] aan [naam] wat hem beter past, donderdag of vrijdag? [naam] zegt dat het door een meisje opgehaald wordt. [naam] vraagt of dat wel veilig is. Om 21:31 uur zegt [naam] tegen [naam] dat het wel safe is. [naam] vraagt of ze dan ook papieren bij zich heeft. [naam] bevestigt dat en zegt dat ze voor hem rijdt. [naam] vindt het oké en zegt dat het donderdag dan moet. Om 21:34 uur zegt [naam] tegen [naam] liefst donderdag en dat hij er om half is. [naam] vindt dat goed en zegt dat het beter in de middagspits kan. Hij zal het morgen aan haar doorgeven en vraagt waar ze moet zijn. Om 21:35 uur vraagt [naam] aan [naam] welke plaats. [naam] antwoordt: Eindhoven, bij mij. Om 21:36 uur zegt [naam] tegen [naam] dat ze in Eindhoven moet zijn.39
Op 27 mei 2020 om 13:31 uur zegt [naam] via de Encrochat tegen [naam] dat het meisje de volgende dag tussen 15 en 16 uur daar is. Om 19:20 uur geeft [naam] het adres [adres] te Eindhoven door. Op 28 mei 2020 om 12:50 uur, vraagt [naam] via de Encrochat aan [naam] hoever ze is. [naam] antwoordt: 25 min. Om 13:11 uur zegt [naam] dat het een klein blond meisje is met bril in een zwarte Polo. [naam] vraagt aan [naam] of hij hem laten weten als ze binnen is en dat ze haar telefoon in de auto laat. Om 13:25 uur zegt [naam] dat ze er is. [naam] antwoordt daarop dat hij het zal laten weten als ze er is, dat zal rond 6 zijn als er geen file is. Om 13:26 uur zegt [naam] dat ze terug gaat. Om 17:14 uur is het meisje waarschijnlijk weer terug, aangezien [naam] tegen [naam] zegt: Is binnen heb op de plaats gelegd.40
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt.
Uit het Encrochat-berichtenverkeer tussen verdachte en [naam] (medeverdachte [medeverdachte 2] ) blijkt dat verdachte aan medeverdachte [medeverdachte 2] vraagt om ice. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat daarmee methamfetamine wordt bedoeld. Er wordt gevraagd om fotos. Verbalisant heeft op de fotos ambtshalve de kristallen herkend als methamfetamine. Verdachte vraagt medeverdachte [medeverdachte 2] wanneer hij twee kilogram kan afnemen. Uit het berichtenverkeer blijkt voorts dat er afstemming wordt gezocht over de aflevering. Tevens blijkt uit het berichtenverkeer dat er afspraken zijn gemaakt over het ophalen van de methamfetamine; er wordt een derde ingeschakeld om de methamfetamine bij medeverdachte [medeverdachte 2] thuis op te halen. Naar het oordeel van de
rechtbank is hiermee komen vast te staan dat sprake is geweest van een voltooide transactie. Daarnaast is komen vast te staan dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Het ten laste gelegde is dan ook bewezen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
Er is daarnaast onderzoek gedaan naar Encrochat-gesprekken tussen [naam] en [naam] , gesprekken tussen [naam] en [naam] , en gesprekken tussen [naam] en [naam] . Op 2 april 2020 om 09:30 uur vraagt [naam] aan [naam] wat ze in opslag hebben. Vervolgens zegt [naam] om 11:59 uur dat ze ook 'LV koka' daar hebben. [naam] biedt de 'LV koka' aan voor 31.5. Uit de Encrochat-berichten blijkt dat [naam] vervolgens om 12:47 uur de 'LV koka' aan [naam] aanbiedt voor 32.5.41
Op 3 april 2020 om 11:51 uur vraagt [naam] aan [naam] of hij alles verkocht heeft. [naam] zegt dat hij nog op antwoord wacht en vraagt of [naam] foto's heeft van de 'lv'. Om 12:26 uur zegt [naam] dat het goed lijkt en vraagt of het echte 'lv' is. [naam] bevestigt dat en zegt dat zijn klant (client) zegt dat het top is.42 Op 3 april 2020 om 12:26 uur (net nadat [naam] aan [naam] heeft gevraagd of het echte lv is) stuurt [naam] twee fotos aan [naam] . Op die fotos staan twee witte blokken afgebeeld met op één van de blokken het logo van Louis Vuitton. Verbalisant beschrijft dat cocaïne in de vorm van een wit blok kan voorkomen. De afbeeldingen op de foto's vertonen daar sterke gelijkenissen mee.43 Op 5 april 2020 om 18:17 uur zegt [naam] via Encrochat tegen [naam] dat hij hoopt dat hij olie en 'lv' in Berlijn kan verkopen. [naam] antwoordt daarop dat 'het' er is. [naam] weet dat maar hij moet het nog verkopen.44
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
Met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt.
Uit het Encrochat-berichtenverkeer blijkt dat verdachte contact heeft gehad met de eerder genoemde, niet geïdentificeerde [naam] , en dat is gesproken over LV koka. Er zijn fotos gedeeld met daarop witte blokken, waarin het logo van Louis Vuitton is uitgesneden.
Er wordt gesproken over de verkoop, maar uit het berichtenverkeer blijkt ook dat er nog geen sprake is geweest van een voltooide transactie. Naar het oordeel van de rechtbank is hier sprake van het tezamen in vereniging plegen van voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet. Het onder 4 ten laste gelegde is dan ook bewezen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde
Er is onderzoek gedaan naar Encrochat-berichtenverkeer tussen [naam] en [naam] .45 Op 30 april 2020 stuurt [naam] een chat naar [naam] waarin hij schrijft dat [naam] vier am heeft. [naam] gaat even kijken en een bod doen. Amnesia is één van de best verkochte Haze soorten. Vlak daarna chat [naam] dat hij zo die kant op gaat en dat [naam] even moet laten weten of hij mee wil. Ruim een uur later stuurt [naam] een aantal foto's met daarop afbeeldingen van henneptoppen. Hij zegt daarbij dat hij een paar toppen mee heeft en dat ze een bod moeten doen als ze het willen hebben.46
Op 30 april 2020 vraagt [naam] of ze de Haze al hebben. [naam] antwoordt dat ze 39 wilden hebben. [naam] antwoordt dat [naam] het maar pakken moet en dat het rond de 4.7 weg gaat. Op 1 mei 2020 meldt [naam] aan [naam] , waarbij hij [naam] aanspreekt met de bijnaam [naam] , dat hij gevraagd heeft om het tussen 17:00 uur en 18:00 uur te brengen. [naam] bevestigt dat het om 4 stuks voor 39 gaat.
Omdat het niet zeker is of het precies 4 is moet [naam] extra meenemen. [naam] zegt dat hij zo bij 'sok' is en dat hij dan de papieren meeneemt. [naam] zal [naam] voor 17:00 uur ophalen.47
Op 10 mei 2020 vraagt [naam] aan [naam] om Haze. [naam] antwoordt hierop aan [naam] dat hij deze week ongeveer 4 kilo zal sturen. Op 10 mei 2020 schrijft [naam] aan [naam] dat in deze week die 4 verstuurd moeten worden naar Düsseldorf. Dit komt overeen met de chat tussen [naam] en [naam] op 11 mei 2020, waarin [naam] aan [naam] vraagt op welk adres afgegeven moeten worden. [naam] vraagt op welke dag het verstuurd zal worden en dat hij het dan de avond van tevoren wil inpakken. Hij zal dit dan bespreken met [naam] .48 Op 11 mei 2020 vraagt [naam] aan [naam] wat het adres is in Düsseldorf.
Hierop antwoordt [naam] : [adres] , te Düsseldorf.49
Op 12 mei 2020 vraagt [naam] aan [naam] hoe het is gegaan en hoeveel het is geworden. [naam] antwoordt dat het net al bij [naam] ' is en dat het in totaal 4360 is geworden. 4100 van [naam] en 260 van [naam] . Verder geeft [naam] aan dat er 5 gram vocht bij is gekomen en die 5 gram heeft hij dan voor ' [naam] ' als die komt. Op 12 mei 2020 stuurt [naam] aan [naam] een bericht waarin staat: 20492. [naam] antwoordt hier op dat het perfect is.50
Op 14 mei 2020 stuurt [naam] aan [naam] een bericht waarin hij vraagt aan [naam] waar hij is. Vlak daarna stuurt hij het bericht waarin staat dat de vent die de aflevering zou doen al een lange tijd staat te wachten. Op 15 mei 2020 stuurt [naam] een bericht naar [naam] dat hij het heeft.51 Op 15 mei 2020 stuurt [naam] aan [naam] een bericht waarin hij zegt dat de Haze er goed uitziet en goed ruikt, maar niet zo sterk is als als eerder. Dit wordt bevestigd door [naam] die hierbij opmerkt de sterkere was van voor de corona.52
Op 20 mei 2020 geeft [naam] aan dat hij een half uur voordat de chauffeur er zal zijn, [naam] op de hoogte zal brengen. [naam] geeft aan dat hij het geld zal aanpakken en direct weer weggaat omdat hij het druk heeft. Vlak daarna geeft [naam] aan dat [naam] 'haar' naar de [adres] moet sturen, waar ze moet parkeren en wachten. De [adres] ligt in het verlengde van de [adres] te Leeuwarden waar verdachte [verdachte] ( [naam] ) woonachtig is. Hij zal er dan bij langs lopen en het geld aanpakken. Een half uur later geeft [naam] aan dat 'ze' er is. [naam] geeft aan dat hij er naar toe gaat. Vijf minuten later geeft [naam] het bericht dat het gedaan is. Een uur later bericht [naam] dat hij 54.350,- heeft en dat ze dus beide hetzelfde geteld hebben.53
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde
Met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt.
Uit het Encrochat-berichtenverkeer leidt de rechtbank af dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] spreken over een partij Haze. Er worden daarbij fotos van henneptoppen gestuurd.
Uit het berichtenverkeer blijkt dat er vier kilogram zou worden verzonden en dat er prijsafspraken zijn gemaakt. Uit berichtenverkeer tussen verdachte en [naam] , een niet geïdentificeerde gebruiker, blijkt dat de partij hennep is aangekomen. Er is verzonden naar een adres in Duitsland. Ook is er een bevestiging dat het geld is ontvangen. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit dit berichtenverkeer dat er sprake is geweest van een voltooide transactie. Gelet op de onderlinge afstemming over prijzen, de manier waarop het pakket zou moeten worden verzonden en het gegeven dat er continu over en weer een bevestiging wordt gestuurd, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een nauwe en bewuste
samenwerking. Het ten laste gelegde is daarmee bewezen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde
Er is ten slotte onderzoek gedaan naar het berichtenverkeer tussen de Sky-ECC-accounts [naam] en [naam] , en de Sky-ECC-accounts [naam] en [naam] .54 Uit het berichtenverkeer blijkt dat [naam] op 21 augustus 2020 vraagt naar 'weight' en 'ph' van de olie. Op 27 augustus 2020 zegt [naam] dat de 'olie- idioten' weer vragen. Ze willen de naam weten. Op 1 september 2020 vraagt [naam] om 40 liter en zegt dat 'ze' dezelfde vragen stellen als de vorige keer.55
Op 31 augustus 2020 vraagt [naam] of [naam] al meer weet. [naam] vraagt hoeveel "A" hij moet hebben. [naam] zegt vanaf 30 liter. [naam] antwoordt: 850. Op 1 september 2020 vraagt [naam] aan [naam] wat het gewicht en de PH is. [naam] antwoordt: weegt 980 ph 12,2. Op 3 september 2020 zegt [naam] dat hij het 'hun' zal laten weten en dat ze 40 nemen. Ook zegt [naam] dat ze zondag klaar zijn met de ' [naam] ' en de chauffeur.56 Op 3 september 2020 zegt [naam] tegen [naam] dat de "A" op voorraad is. [naam] vraagt of [naam] na het weekend 40 liter beschikbaar heeft.57
Op 6 september 2020 vraagt [naam] aan [naam] hoe het met die 40 zit. [naam] zegt dat hij op bevestiging wacht.58
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde
Met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt.
Uit het Sky-ECC-berichtenverkeer kan worden afgeleid dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] contact hebben over veertig liter olie. Er wordt gevraagd naar de pH-waarde. Er wordt gesproken over A, en over een pH-waarde van 12,2. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders zijn dan dat in deze berichten wordt gesproken over amfetamineolie. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het berichtenverkeer plaatsvindt via Sky-ECC, een berichtendienst die veelal gebruikt wordt in het kader van de handel in verdovende middelen. Daarnaast blijkt uit het berichtenverkeer dat er een chauffeur geregeld werd. Ten slotte blijkt uit het berichtenverkeer dat nog geen sprake is geweest van een voltooide transactie.
Naar het oordeel van de rechtbank is hier sprake van het tezamen in vereniging plegen van voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet. Het onder 6 ten laste gelegde is dan ook bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 april 2020 tot en met 12 april 2020 te Leeuwarden en in Duitsland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft
gebracht een hoeveelheid van ongeveer 4690 gram Haze (hennep), zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 2 april 2020 tot en met 24 april 2020 te Leeuwarden en in Duitsland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft verkocht een hoeveelheid van ongeveer 10 liter A-olie (amfetamine-olie), zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij in de periode van 13 mei 2020 tot en met 1 juni 2020 te Leeuwarden en Eindhoven, tezamen en in vereniging met een anderen, opzettelijk heeft vervoerd (ongeveer) 2 kilogram ice (methamfetamine), zijnde methamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 april 2020 tot en met 6 april 2020, te Leeuwarden, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, om een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen van cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, zichzelf en anderen gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen door (onder meer) via Encrochat-berichten,
  • bij personen bekend als gebruikers van Encrochat-accounts [naam] en [naam] te informeren wat die gebruikers in opslag hadden, en vervolgens
  • meerdere berichten over de prijs en kwaliteit van cocaïne, en foto's waarop onder meer witte blokken met de letters LV waren afgebeeld met die gebruikers uit te wisselen en genoemde Encrochat-gebruikers laten weten dat hij, verdachte, hoopt dat hij olie en LV in Berlijn kan verkopen, en
-met een persoon bekend als gebruiker van Encrochat-account [naam] berichten over onder meer de prijs, kwaliteit en handel in cocaïne en foto's waarop witte blokken met de letters LV waren afgebeeld uit te wisselen, en die gebruiker te vragen of hij, verdachte, gets kan doen met de olie en de LV', en
-heeft getracht de cocaïne (lv') te verkopen aan de persoon met Encrochat-account [naam] , en,
- anderszins informatie heeft verschaft en getracht te verkrijgen naar de voorbereiding en mogelijkheid van handel in en transport van cocaïne naar Berlijn;
5.
hij in de periode van 30 april 2020 tot en met 20 mei 2020 te Leeuwarden en Düsseldorf, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van ongeveer 4360 gram Haze (hennep), zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
6.
hij in de periode van 14 augustus 2020 tot en met 23 september 2020 te Leeuwarden, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, om een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van een hoeveelheid van ongeveer 40
liter A-olie (amfetamine-olie), zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, zichzelf en ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
immers heeft hij telkens opzettelijk daartoe via SKY-ECC berichten,
-contact onderhouden met medeverdachte [medeverdachte 1] en andere onbekend gebleven personen, onder meer over het verkrijgen van een hoeveelheid A-olie (40 liter), en
-informatie uitgewisseld over de voorraad, de prijs en het gewicht en de pH-waarde van voornoemde A- olie, en
-contact onderhouden over de potentiële koper (met SKY-account [naam] ), en zijn aankomst en het ophalen van deze koper.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van het om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om daartoe gelegenheid, middelen en inlichtingen te verschaffen;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van het om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om daartoe gelegenheid, middelen en inlichtingen te verschaffen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren en zes maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een straf waarbij het onvoorwaardelijk deel niet langer is dan de reeds ondergane voorlopige hechtenis. Daarnaast kan aan verdachte een taakstraf worden opgelegd. Hij heeft aangevoerd dat bij het bepalen van de straf rekening moet worden gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM. Verdachte heeft de zorg voor twee kinderen en heeft een eigen onderneming, waarin hij vijftig uren per week werkt. Verdachte moet als kostwinner worden aangemerkt. Wanneer verdachte opnieuw in detentie zou geraken, zal zijn onderneming failliet gaan en zal zijn gezin financieel hard worden getroffen, aldus de raadsman.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de rapportages van de reclassering en het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan (inter)nationale drugshandel door het medeplegen van vier drugstransporten en het plegen van voorbereidingshandelingen met betrekking tot de handel in drugs. Er is hennep naar Duitsland getransporteerd, er zijn hoeveelheden amfetamineolie getransporteerd en er is methamfetamine (ice) getransporteerd. Daarnaast zijn er voorbereidingshandelingen getroffen voor de transport van cocaïne en amfetamineolie.
Door het handelen van verdachte wordt de handel in verdovende middelen in stand gehouden en kan hij mede verantwoordelijk worden gehouden voor de nadelige effecten die door de handel in en het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. Daarbij is van belang dat cocaïne, amfetamine en methamfetamine zeer verslavend zijn en schadelijk voor de volksgezondheid van de gebruikers van deze drugs. De handel in verdovende middelen heeft een bijzonder ontwrichtende invloed op de samenleving. Er gaat veel geld in om, waardoor de financiële belangen van daders vaak groot zijn. Om die belangen te beschermen wordt (extreem) geweld niet geschuwd. Van de georganiseerde drugshandel gaat bovendien in toenemende mate een ondermijnend en corrumperend effect uit. Deze vormen van corruptie tasten het onderlinge vertrouwen binnen de samenleving in hoge mate aan en ondermijnen daarmee onze democratische rechtsstaat. Het is naar het oordeel van de rechtbank dan ook passend dat voor de handel in verdovende middelen lange, onvoorwaardelijke gevangenisstraffen worden opgelegd.
Bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf daarnaast uitdrukkelijk rekening met de overschrijding van de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6 van het EVRM. Hoewel de verdediging heeft ingestemd met de prejudiciële procedure in deze zaak, kan niet worden gezegd dat de overschrijding in belangrijke mate het gevolg is van het handelen van de verdediging. De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van de reeds ondergane voorlopige hechtenis, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

In beslag genomen goederen

De rechtbank is van oordeel dat het in beslag genomen voorwerp, te weten een externe harde schijf (WD Elements), vermeld onder goednummer NNNRAA20016_694946, moet worden teruggegeven aan verdachte, nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10, 10a en 11 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak

De rechtbank

Verklaart alle ten laste gelegde feiten bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast de teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven externe harde schijf (WD Elements), vermeld onder goednummer NNNRAA20016_694946.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. M. Brinksma en
mr. M.E. Joha, rechters, bijgestaan door mr. D.H. Röben, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 oktober 2024.
mr. M.E. Joha is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers, betreft het processen-verbaal die in de wettelijke
vorm, op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren zijn opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met OPS-dossiernummer NNRAA20016- SHIFTER, gesloten op 17 februari 2022.
2 Pagina 1299.
3 Pagina 1300.
4 Pagina 1302.
5 Pagina 1303.
6 Pagina 1304.
7 Pagina 1305.
8 Pagina 1306.
9 Pagina 1310.
10 Pagina 1314.
11 Pagina 1404.
12 Pagina 1405.
13 Pagina 1406.
14 Pagina 1408.
15 Pagina 1825.
16 Pagina 1409.
17 Pagina 1410.
18 Pagina 1411.
19 Pagina 1412.
20 Pagina 1417.
21 Pagina 1420.
22 Pagina 1462.
23 Pagina 1464.
24 Pagina 1563.
25 Pagina 1564.
26 Pagina 1564.
27 Pagina 1566.
28 Pagina 1567.
29 Pagina 1574.
30 Pagina 1575.
31 Pagina 1576.
32 Pagina 1578.
33 Pagina 1601.
34 Pagina 1602.
35 Pagina 1603.
36 Pagina 1617.
37 Pagina 1618.
38 Pagina 1619.
39 Pagina 1620.
40 Pagina 1622.
41 Pagina 1638.
42 Pagina 1639.
43 Pagina 1640.
44 Pagina 1641.
45 Pagina 1655.
46 Pagina 1656.
47 Pagina 1658.
48 Pagina 1659.
49 Pagina 1660.
50 Pagina 1661.
51 Pagina 1661.
52 Pagina 1662.
53 Pagina 1664.
54 Pagina 1673.
55 Pagina 1675.
56 Pagina 1676.
57 Pagina 1677.
58 Pagina 1681.