ECLI:NL:RBNNE:2024:4221
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Integrale vrijspraak van valsheid in geschrift en diefstal in de zaak van een Ten Broeke Kruiser
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van valsheid in geschrift en diefstal, heeft de rechtbank Noord-Nederland op 22 oktober 2024 uitspraak gedaan. De verdachte, geboren in 1967, werd bijgestaan door advocaat mr. H.G.M. van Zutphen, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. H.J. van der Heide. De tenlastelegging omvatte onder andere het vervalsen van een factuur met betrekking tot de verkoop van een Ten Broeke Kruiser en het wegnemen van deze boot, die toebehoorde aan een ander, met het oogmerk om deze wederrechtelijk toe te eigenen.
Tijdens de zitting op 8 oktober 2024 werd het bewijs besproken. De officier van justitie vorderde veroordeling, maar de verdediging pleitte voor integrale vrijspraak. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de factuur niet opzettelijk had vervalst, aangezien de mededeling over het pandrecht feitelijk juist was. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van valsheid in geschrift, omdat de verdachte handelde in de veronderstelling dat hij recht had op de boot. Bovendien was er geen bewijs dat de verdachte het oogmerk had om de boot wederrechtelijk toe te eigenen.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van zowel de valsheid in geschrift als de diefstal, omdat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij mr. E.P. van Sloten buiten staat was om het vonnis mede te ondertekenen.