Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
“Het is zorgelijk dat de jeugdbeschermer tot op heden nog niet in contact is gekomen met de kinderen omdat de moeder dit niet wil. De kinderrechter geeft de moeder dan ook de uitdrukkelijke opdracht om haar medewerking te verlenen aan gesprekken tussen de kinderen en de jeugdbeschermer. De kinderrechter vindt dat deze gesprekken op korte termijn moeten plaatsvinden. De GI kan de moeder daarvoor een schriftelijke aanwijzing geven. Indien blijkt dat de moeder weigert of dat zij onvoldoende meewerkt, draagt de kinderrechter de GI op om de kinderrechter te verzoeken een gegeven schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen, waarbij de kinderrechter de moeder kan verplichten om dit na te komen, eventueel met het opleggen van een dwangsom.”