In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 27 september 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het overnemen en doorsturen van naaktfoto's en video's van een voormalige vriendin. De verdachte, geboren in 2000, werd beschuldigd van het openbaar maken van seksuele afbeeldingen en het binnendringen in het Google-account van het slachtoffer. Tijdens de zitting op 13 september 2024 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.F. Klunder, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. L. Lübbers.
De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de feiten onder 1 en 2 primair niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De rechtbank sprak de verdachte vrij van deze beschuldigingen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de afbeeldingen aan meerdere personen had doorgestuurd of dat hij opzettelijk en wederrechtelijk in het Google-account van het slachtoffer was binnengedrongen. Echter, de rechtbank achtte het subsidiaire feit, het opzettelijk en wederrechtelijk overnemen en doorgeven van niet-openbare gegevens, wel bewezen.
De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op van 40 uren en kende een schadevergoeding van € 1.000,00 toe aan het slachtoffer voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank overwoog dat het gedrag van de verdachte uiterst laakbaar was en dat het slachtoffer ernstig had geleden door zijn daden. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar vond een taakstraf passend gezien de ernst van het feit. De uitspraak benadrukt de gevolgen van sexting en de bescherming van de privacy van individuen.