ECLI:NL:RBNNE:2024:3889

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 september 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
18.339266.23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het overnemen en doorsturen van naaktfoto's en video's van een voormalige vriendin

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 27 september 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het overnemen en doorsturen van naaktfoto's en video's van een voormalige vriendin. De verdachte, geboren in 2000, werd beschuldigd van het openbaar maken van seksuele afbeeldingen en het binnendringen in het Google-account van het slachtoffer. Tijdens de zitting op 13 september 2024 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.F. Klunder, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. L. Lübbers.

De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de feiten onder 1 en 2 primair niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De rechtbank sprak de verdachte vrij van deze beschuldigingen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de afbeeldingen aan meerdere personen had doorgestuurd of dat hij opzettelijk en wederrechtelijk in het Google-account van het slachtoffer was binnengedrongen. Echter, de rechtbank achtte het subsidiaire feit, het opzettelijk en wederrechtelijk overnemen en doorgeven van niet-openbare gegevens, wel bewezen.

De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op van 40 uren en kende een schadevergoeding van € 1.000,00 toe aan het slachtoffer voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank overwoog dat het gedrag van de verdachte uiterst laakbaar was en dat het slachtoffer ernstig had geleden door zijn daden. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar vond een taakstraf passend gezien de ernst van het feit. De uitspraak benadrukt de gevolgen van sexting en de bescherming van de privacy van individuen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18.339266.23

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

27 september 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboorte datum] 2000 te [geboorte plaats] ,
wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 september 2024.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.F. Klunder, advocaat te Heerenveen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. Lübbers.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2023 t/m 19 februari 2023 te [plaats] , gemeente Achtkarspelen, in elk geval in Friesland, van een persoon, [slachtoffer] , een afbeelding van seksuele aard, te weten ongeveer vijftig, althans één of meerdere, (privé)foto’s en/of (privé)video’s, waarop te zien is dat [slachtoffer] naakt en/of gekleed in lingerie/bikini’s staat afgebeeld, openbaar heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die
openbaarmaking voor die persoon nadelig kon zijn;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2023 t/m 19 februari 2023 te [plaats] , gemeente Achtkarspelen, in elk geval in Friesland, althans in Nederland, opzettelijk en
wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een (web)server(s) met daarop het Google-account dat toebehoort aan [slachtoffer] , is binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid,
te weten door gebruik te maken van onrechtmatig verkregen inloggegevens van [slachtoffer] voor haar Google-account en/of door (via een opgeslagen wachtwoord en/of automatisch inloggen) een inlogsessie voort te zetten zonder toestemming van de rechtmatige eigenaar van dat account, te weten [slachtoffer] , en hij vervolgens de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevond voor zichzelf en/of een ander
heeft overgenomen, afgetapt en/of opgenomen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2023 t/m 19 februari 2023 te [plaats] , gemeente Achtkarspelen, in elk geval in Friesland, opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens, te weten ongeveer vijftig, althans één of meerdere, (privé)foto’s en/of (privé)video’s waarop [slachtoffer] naakt en/of gekleed in lingerie/bikini’s staat afgebeeld die waren opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk, voor zichzelf en/of voor een ander heeft overgenomen en/of heeft doorgegeven.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1. en 2. primair ten laste gelegde feit. De officier van justitie heeft daarbij ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde gesteld dat uit de Kamerstukken II, 2018/19, 35080, nr. 7 volgt dat er ook sprake is van openbaarmaking wanneer de afbeelding naar één ander persoon wordt gestuurd. Ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde heeft de officier van justitie gesteld dat er op enig moment nog een automatische inlog op het bewuste Google-account bestond en dat, door zonder toestemming van het slachtoffer in te loggen op haar account, daarmee sprake is van het binnendringen in een geautomatiseerd werk met een valse sleutel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1. en 2. primair ten laste gelegde feit.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de onder 1. en 2. primair ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe dat uit de in het dossier voorkomende verklaringen onvoldoende duidelijk naar voren komt welke feitelijke handelingen verdachte heeft verricht met betrekking tot het binnendringen op het Google-account van het slachtoffer en met betrekking tot zijn wil om de afbeeldingen openbaar te maken. Evenmin blijkt uit het dossier dat verdachte het beeldmateriaal aan meerdere personen heeft doorgestuurd. Daarmee kan niet bewezen worden dat sprake is van openbaarmaking.
De rechtbank acht feit 2. subsidiair wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
De rechtbank stelt op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen [1] die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgende vast.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op zijn telefoon naaktfoto's van [slachtoffer] heeft gehad en dat hij ook een filmpje had waarop te zien was dat zij seksuele handelingen verrichtte. Hij heeft ook berichtjes naar [slachtoffer] gestuurd om haar te laten weten dat hij de foto's en het filmpje had. [2]
[slachtoffer] , wonend in [plaats] , heeft aangifte gedaan van sexting. Zij heeft verklaard dat [verdachte] , verdachte, haar op 17 februari 2023 een aantal malen had gebeld en dat hij haar een sms-bericht had gestuurd.
Op 19 februari 2023 vertelde een vriendin haar dat verdachte haar had gevraagd of zij al de naaktfoto's van haar, [slachtoffer] , had gezien. Van [getuige] hoorde zij dat hij van verdachte foto's van haar had ontvangen. Het gaat om bikini foto's, lingerie foto's en naaktfoto's. Er zat ook een filmpje bij. [3]
[getuige] heeft verklaard dat [slachtoffer] enkele weken geleden, toen hij nog in [plaats] woonde, op zijn oude telefoon heeft ingelogd op haar Google-account. Een paar dagen later kwamen hij en [verdachte] , verdachte, er achter dat op zijn oude telefoon in het account van [slachtoffer] ook allemaal foto's van [slachtoffer] stonden. Verdachte heeft toen een aantal foto's van [slachtoffer] geselecteerd en deze via bluetooth naar zijn eigen telefoon gestuurd, het ging om sexy foto's van [slachtoffer] . Hij zag vervolgens dat verdachte de foto's doorstuurde naar [getuige] . [4]
[getuige] heeft op 6 april 2023 verklaard dat hij enkele weken geleden, hij meent op 18 februari 2023, van [verdachte] , verdachte, in zijn WhatsApp foto's en filmpjes heeft ontvangen waarop [slachtoffer] stond. Hij zag dat er naaktfoto's van [slachtoffer] tussen stonden. [5]

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feit 2. subsidiair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 januari 2023 t/m 19 februari 2023 te [plaats] , gemeente Achtkarspelen, opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens, meerdere (privé)foto’s en (privé)video’s waarop [slachtoffer] naakt of gekleed in lingerie/bikini’s staat afgebeeld die waren opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk, voor zichzelf en een ander heeft overgenomen en heeft doorgegeven.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
2. subsidiair: Opzettelijk en wederrechtelijk niet openbare gegevens die zijn opgeslagen
door middel van een geautomatiseerd werk, voor zichzelf en een ander overnemen en doorgeven.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1. en 2. primair ten laste gelegde feit wordt veroordeeld tot het verrichten van een taakstraf voor de duur van 120 uren, bij niet verrichten te vervangen door 60 dagen hechtenis.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor oplegging van een geheel voorwaardelijke taakstraf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de rapportage van Verslavingszorg Noord Nederland, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het overnemen en doorsturen van onder andere naaktfoto's en een filmpje van een voormalige vriendin. De rechtbank ziet dit als uiterst laakbaar gedrag waaronder het slachtoffer - zo blijkt uit de toelichting bij haar vordering tot schadevergoeding - ernstig heeft geleden. De rechtbank acht een taakstraf een passende strafsoort voor dit feit onder deze omstandigheden.
In de over verdachte opgemaakte reclasseringsrapportage ziet de rechtbank geen argumenten om een andere strafsoort op te leggen.
De duur van de taakstraf zal lager zijn dan geëist omdat de rechtbank komt tot een andere, geringere, bewezenverklaring dan waarvan de officier van justitie bij haar eis is uitgegaan. De verdediging heeft ervoor gepleit een eventuele taakstraf geheel voorwaardelijk op te leggen. De rechtbank kan hierin niet meegaan omdat zij het feit daarvoor te ernstig acht.
De rechtbank zal - alles afwegend - verdachte veroordelen tot het verrichten van een taakstraf van 40 uren met het gebruikelijk aantal dagen vervangende hechtenis.

Benadeelde partij

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij wordt toegewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard nu er niet gesproken kan worden van aantasting in de persoon op andere wijze. Subsidiair is gesteld dat de vordering moet worden gematigd nu het gaat om het éénmalig doorsturen van foto's/video's naar één persoon.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2. subsidiair bewezen verklaarde. Uit het bewezenverklaarde feit vloeit voort dat de benadeelde partij in haar eer en goede naam is aangetast en dit is een zelfstandige grond die de vordering tot het vergoeden van immateriële schade kan dragen. De rechtbank ziet onvoldoende grond om de hoogte van het gevorderde bedrag te matigen zoals de verdediging heeft gesteld. Uit de onderbouwing van de vordering blijkt hoezeer de benadeelde partij is geraakt en gekwetst door het feit. De onzekerheid over of het verzenden van de foto’s en video’s beperkt is gebleven tot één persoon , draagt in belangrijke mate bij aan de schade die zij lijdt. De rechtbank acht vergoeding van de geleden schade tot het gevorderde bedrag op zijn plaats, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 februari 2023.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 36f en 138c van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. en onder 2. primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2. subsidiair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een taakstraf voor de duur van 40 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 20 dagen zal worden toegepast.
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer] te betalen:
- het bedrag van € 1.000,00 (zegge: éénduizend euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 februari 2023 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat te betalen een bedrag van € 1.000,00 (zegge: éénduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 februari 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 20 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. N.A. Vlietstra en mr. H.K. de Haan, rechters, bijgestaan door T.L. Komrij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 september 2024.
Mr. H.K. de Haan is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met registratienummer PL0100-2023045178, gesloten op 11 juni 2023.
2.De door verdachte ter terechtzitting van 13 september 2024 afgelegde verklaring.
3.Een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] , pagina 5 en 6.
4.Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , pagina 12.
5.Een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , pagina 15.