ECLI:NL:RBNNE:2024:3887

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 september 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
196400
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot verlenen van verplichte zorg voor een betrokkene met psychische stoornis

Op 17 september 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn, aangezien de betrokkene, geboren in 1979, geen antipsychotica wenst te gebruiken. De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, dat op 29 augustus 2024 bij de griffie is ingekomen, en van verschillende bijlagen, waaronder medische verklaringen en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 september 2024 zijn de betrokkene, zijn advocaat mr. W.A.L. de Boer, en de behandelend arts gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, met ernstige gevolgen zoals levensgevaar en maatschappelijke teloorgang. Ondanks eerdere stabiliteit is de betrokkene recentelijk opnieuw ontregeld, wat leidde tot een crisismaatregel en opname. De rechtbank concludeert dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene niet consistent bereid is om medicatie in te nemen. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot het treffen van verschillende maatregelen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven en later schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden
Zaak-/rekestnr.: C/17/196400 / FA RK 24-1789
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van
17 september 2024naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene 1]
geboren op [geboortedatum] 1979,
wonende [adres],
thans verblijvende bij [verblijfsadres]
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. W.A.L. de Boer, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 29 augustus 2024, en van de volgende bijlagen:
  • de medische verklaring d.d. 20 augustus 2024;
  • de zorgkaart d.d. 20 augustus 2024;
  • het zorgplan d.d. 27 augustus 2024;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur als bedoeld in artikel 5:15 Wvggz en het door de geneesheer-directeur opgestelde voorstel voor een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 5:17 lid 4 Wvggz d.d. 28 augustus 2024;
  • gegevens over een eerder afgegeven crisismaatregel en machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel;
  • politiegegevens als bedoeld in de Wet Politiegegevens;
  • strafvorderlijke en justitiële gegevens als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
  • een verklaring van de griffie dat het curatele- en bewindregister ten aanzien van betrokkene geen gegevens bevat.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 september 2024, op het verblijfadres van betrokkene. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. W.A.L. de Boer;
  • W. Groot Jebbink, behandelend arts;
  • [naam], partner van betrokkene.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.De beoordeling

2.1.
De rechter kan op verzoek van de officier van justitie een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.2.
Door en namens betrokkene heeft de advocaat primair afwijzing van het verzoek bepleit. Het verlenen van verplichte zorg is een ultimum remedium en er zijn minder ingrijpende mogelijkheden beschikbaar. Zo zou de zorg in een vrijwillig kader kunnen worden verleend. Betrokkene is bereid om medicatie in te nemen voor een beperkte duur van zes maanden tot één jaar en heeft dit opgesteld in een plan van aanpak. Wettelijk gezien is er ruimte voor een zelfbindingsverklaring. Betrokkene is zeventien jaar geleden ontregeld en in de tussenliggende periode stabiel geweest. Hij erkent dat er sprake is van een stoornis.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en uit hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gekomen, is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde- en verslavingsstoornissen en bipolaire-stemmingsstoornissen.
2.4.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige materiële schade;
  • ernstige financiële schade;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
  • de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is bekend met een bipolaire stoornis, een manisch psychotische ontregeling en middelenmisbruik. Zeventien jaar geleden had hij een eerste ontregeling, waarna hij lang stabiel was. Betrokkene werd begin dit jaar opnieuw aangemeld bij het regioteam vanwege het weigeren van zijn antipsychoticum en tekenen van een manische ontregeling. Er werd een procedure voor een zorgmachtiging gestart, maar stopgezet toen betrokkene op advies van zijn partner zijn medicatie hervatte en stabieler werd. Recent is betrokkene op basis van een crisismaatregel opgenomen toen hij verward op straat door de politie werd aangetroffen, terwijl hij mensen van hun fiets probeerde af te trekken. Betrokkene dacht dat hij Jezus was en op weg naar Rome was om daar mensen te bekeren. Hij was al eerder bij de politie bekend, onder andere door een auto-ongeluk, waarbij hij bijna iemand had aangereden. Tijdens eerdere ontregelingen veroorzaakte betrokkene schulden.. Na de opname is gestart met een antipsychoticum. Tijdens de opname is betrokkene ongeoorloofd afwezig geweest en werd hij op Schiphol aangehouden, omdat hij wederom naar Rome wilde vertrekken. In zijn afwezigheid gebruikte hij middelen en bij terugkeer werd betrokkene ingesloten vanwege agitatie en verwardheid.
2.5.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de arts aangevoerd dat betrokkene is opgeknapt door de antipsychotica. In de afgelopen weken is er veel voortuitgang gezien bij betrokkene en er wordt toegewerkt naar ontslag, maar de behandeling moet wel worden voortgezet. Na een manisch-psychotische episode is betrokkene namelijk extra kwetsbaar. Daarnaast is betrokkene bekend met cannabisgebruik, wat een luxerende factor vormt.
2.6.
Anders dan namens betrokkene is bepleit, is de rechtbank van oordeel dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene is het niet eens met de opname en medicamenteuze behandeling. Hij is tijdens de opname over het hek ontsnapt, om naar Rome te gaan. De psychiater heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat betrokkene alleen hulp wil onder zijn eigen voorwaarden en regressietherapie wil in plaats van antipsychotica. Dit kan echter een luxerende werking hebben na een manisch psychotische ontregeling. Het plan van aanpak dat betrokkene heeft voorgesteld is niet haalbaar. Hoewel betrokkene nu aangeeft bereid te zijn om zijn medicatie in te nemen, is zijn houding de afgelopen weken zeer wisselend geweest. Er is geen sprake van consistente bereidheid tot het nemen van antipsychotica en zonder zorgmachtiging is het risico groot dat hij deze medicatie niet inneemt. De rechtbank heeft het door betrokkene opgestelde plan van aanpak ter zitting bekeken, maar volgt het oordeel van de psychiater en ziet onvoldoende waarborgen voor vrijwillige zorg met een zelfbindingsverklaring te meer nu hieruit niet blijkt dat betrokkene bereid is antipsychotica in te nemen. Om die reden acht de rechtbank verplichte zorg noodzakelijk.
2.7.
Voorgaande maakt dat betrokkene langer zorg nodig heeft voor:
  • het afwenden van ernstig nadeel;
  • het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van de psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor;
  • het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint;
  • het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
2.8.
De rechtbank sluit aan bij de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
De raadsman heeft namens betrokkene verzocht de zorg in de vorm van 'insluiten' te beperken tot maximaal zeven dagen per keer. Hij voert hiertoe aan dat dit elders in het land geregeld gebeurt, met als motivatie dat betrokkene zonder die beperking theoretisch gezien voor de volle zes maanden gesepareerd zou mogen worden. De arts heeft daarop verklaard dat er op vastgestelde momenten herbeoordelingen plaatsvinden en in ieder geval na zeven dagen. De rechtbank weet ambtshalve dat er met protocollen en werkinstructies wordt gewerkt, waarbij er zeer regelmatig beoordeeld wordt of het insluiten moet worden voortgezet. De rechtbank is van oordeel dat de belangen van betrokkene hiermee voldoende worden gewaarborgd. Om de veiligheid van zowel betrokkene als de zorgmedewerkers te kunnen garanderen acht de rechtbank het dan ook van belang dat de psychiaters en de behandelaars - met inachtneming van de geldende, strikte protocollen - kunnen beoordelen hoe lang de insluiting nodig is. Daarbij geldt wel dat het uitgangspunt is dat deze vorm van verplichte zorg niet langer zal worden toegepast dan strikt noodzakelijk.
2.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.
2.11.
Na de mondelinge behandeling is een kennisgeving van de mondelinge uitspraak aan de zorgaanbieder uitgereikt.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene 1]geboren op [geboortedatum] 1979, inhoudende dat gedurende de geldigheid van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 17 maart 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven op 17 september 2024 door mr. J. Teertstra, rechter, bijgestaan door de griffier en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 27 september 2024.
fn. 1028
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.