Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van 16 september 2024
PROCESGANG
- verzoeker,
- [schuldhulpverlener] , namens de Volkskredietbank, hierna te noemen: VKB
- [vertegenwoordiger] , namens de verhuurder
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 16 september 2024 uitspraak gedaan over een tweede moratorium-verzoek van een verzoeker die in financiële problemen verkeert. De verzoeker had eerder een moratorium aangevraagd, maar had de huur voor augustus 2024 niet tijdig betaald, wat leidde tot een verzoek van de verhuurder om ontruiming. De rechtbank had eerder op 29 juli 2024 een moratorium toegewezen voor de duur van zes maanden, maar de verzoeker diende opnieuw een moratorium-verzoek in na een nieuwe huurachterstand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker geen verwijt kan worden gemaakt voor de niet-tijdige betaling, aangezien de vertraging te wijten was aan een fout van de schuldhulpverlener, de Volkskredietbank (VKB). De rechtbank oordeelde dat de verzoeker recht heeft op een tweede moratorium, omdat hij actief bezig is met het treffen van een minnelijke regeling met zijn schuldeisers en de huurbetalingen voor de toekomst lijken te zijn gewaarborgd. De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van het eerdere vonnis tot ontruiming opgeschort en de huurovereenkomst verlengd voor de duur van het nieuwe moratorium, dat maximaal zes maanden zal duren. De rechtbank heeft ook bepaald dat de voorziening vervalt als de verzoeker niet tijdig en volledig voldoet aan zijn verplichtingen.