Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Beoordeling van het bewijs
- de aangifte van [slachtoffer 2]2;
- de verklaring van [slachtoffer 1]3;
- het proces-verbaal van bevindingen4;
- de bekennende verklaring van verdachte5.
- het proces-verbaal van aanhouding verdachte6;
- het proces-verbaal rijden onder invloed7;
- het deskundigenrapport Maasstad Ziekenhuis8;
- de bekennende verklaring van verdachte9.
- het proces-verbaal artikel 9 Wegenverkeerswet 199410;
- het besluit van het CBR tot ongeldigverklaring van het rijbewijs11;
- de bekennende verklaring van verdachte12.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
200,00.De rechtbank zal de vordering tot dit bedrag toewijzen vermeerderd met wettelijke rente vanaf 14 januari 2024 en voor het overige afwijzen.
599,48aan immateriële schade moet worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2024. De rechtbank ziet geen redenen om het gevorderde bedrag te matigen.
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gedeelte, groot 242 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 2] , feit 1:
- het bedrag van 799,48 (zegge: zevenhonderdnegenennegentig euro en achtenveertig cent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 januari 2024 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.