In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eisers tegen de sluiting van hun woning voor de duur van drie maanden beoordeeld. De burgemeester van Midden-Groningen had op 7 september 2022 besloten tot deze sluiting, nadat bij een doorzoeking op 7 juli 2022 een aanzienlijke hoeveelheid soft- en harddrugs, alsook wapens en contant geld, in de woning was aangetroffen. Eisers, die de woning huren, stelden dat zij geen verwijt kon worden gemaakt van de aanwezigheid van deze goederen, aangezien deze toebehoorden aan hun meerderjarige zoon. De rechtbank heeft op 1 mei 2024 geoordeeld dat de sluiting van de woning niet onevenwichtig is en dat de burgemeester bevoegd was om deze maatregel op te leggen. De rechtbank concludeert dat de nadelige gevolgen van de sluiting niet opwegen tegen de ernst van de situatie die tot de sluiting heeft geleid. De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond, wat betekent dat de sluiting van de woning voor drie maanden rechtmatig is.