ECLI:NL:RBNNE:2024:3648

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
1 mei 2024
Publicatiedatum
18 september 2024
Zaaknummer
23-873
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Sluiting van een woning voor drie maanden op grond van de Opiumwet

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eisers tegen de sluiting van hun woning voor de duur van drie maanden beoordeeld. De burgemeester van Midden-Groningen had op 7 september 2022 besloten tot deze sluiting, nadat bij een doorzoeking op 7 juli 2022 een aanzienlijke hoeveelheid soft- en harddrugs, alsook wapens en contant geld, in de woning was aangetroffen. Eisers, die de woning huren, stelden dat zij geen verwijt kon worden gemaakt van de aanwezigheid van deze goederen, aangezien deze toebehoorden aan hun meerderjarige zoon. De rechtbank heeft op 1 mei 2024 geoordeeld dat de sluiting van de woning niet onevenwichtig is en dat de burgemeester bevoegd was om deze maatregel op te leggen. De rechtbank concludeert dat de nadelige gevolgen van de sluiting niet opwegen tegen de ernst van de situatie die tot de sluiting heeft geleid. De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond, wat betekent dat de sluiting van de woning voor drie maanden rechtmatig is.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 23/873

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 mei 2024 in de zaak tussen

[eisers] , uit [woonplaats], eisers

(gemachtigde: mr. W.G. ten Have),
en

de burgemeester van de gemeente Midden-Groningen, de burgemeester

(gemachtigde: D.L. van Cimmenaede en B.P. Koster).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de oplegging van een last onder bestuursdwang die strekt tot de sluiting van de door eisers gehuurde woning aan de [adres] (de woning) voor de duur van drie maanden.
1.1.
Met het besluit van 7 september 2022 heeft de burgemeester besloten tot het sluiten van de woning voor de duur van drie maanden vanwege het aantreffen van een te grote hoeveelheid soft- en harddrugs. Met het bestreden besluit van 10 januari 2023 op het bezwaar van eisers is de burgemeester bij dat besluit gebleven.
1.2.
De burgemeester heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 10 april 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [schoondochter] (schoondochter van eisers), de gemachtigde van eisers en de gemachtigden van de burgemeester.

Totstandkoming van het besluit

2. Op 7 juli 2022 heeft de politie eenheid Noord-Nederland de woning doorzocht vanwege het vermoeden van een overtreding van de Opiumwet. Naar aanleiding van de bevindingen tijdens de doorzoeking is op 12 augustus 2022 een bestuurlijke rapportage opgesteld. Uit de bestuurlijke rapportage volgt dat de politie bij de doorzoeking op 7 juli 2022 verspreid door de woning en de bij de woning behorende schuur de volgende goederen heeft aangetroffen:
- 13,36 gram softdrugs;
- 15,68 gram harddrugs;
- een semiautomatisch gaspistool;
- zes nitraten;
- diverse sieraden, twee horloges van het merk Rolex, kleding van dure merken en tassen van het merk Louis Vuitton;
- een mes;
- een samoerai-zwaard;
- zes stuks munitie (centraal vuur knalpatroon);
- drie zakjes met in totaal 50 lege ponypacks;
- 32 cilinders;
- een contact geldbedrag van € 2.500,-.
2.1.
Op 18 augustus 2022 heeft de burgemeester mede aan eisers een vooraankondiging van de sluiting van de woning gestuurd.
2.2.
Op 24 augustus 2022 heeft de burgemeester aan de verhuurder van de woning, Lefier, een vooraankondiging van de sluiting van de woning gestuurd.
2.3.
In het besluit van 7 september 2022 heeft de burgemeester een last onder bestuursdwang opgelegd die strekt tot sluiting van de woning voor de duur van drie maanden.
2.4.
Op 20 september 2022 heeft Lefier aan eisers twee alternatieve mogelijkheden geboden voor woonruimte in Schildwolde voor de duur van de periode van de sluiting.
2.5.
Bij uitspraak van 4 oktober 2022 heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening van eiseres en [de zoon van] (de zoon van eisers) afgewezen.
2.6.
Bij brief van 5 oktober 2022 heeft de burgemeester eisers geïnformeerd dat de tenuitvoerlegging van de sluiting aanvangt op 12 oktober 2022.
2.7.
Bij brief van 6 oktober 2022 is namens eisers verzocht de tenuitvoerlegging van de sluiting uit te stellen vanwege medische omstandigheden.
2.8.
Bij brief van 10 oktober 2022 heeft de burgemeester eisers medegedeeld dat de tenuitvoerlegging van de sluiting wordt uitgesteld tot 19 oktober 2022.
2.9.
Op 19 oktober 2022 heeft de burgemeester de woning gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt de sluiting van de woning voor de duur van drie maanden. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eisers.
4. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft
Procesbelang
5. De rechtbank stelt vast dat de sluiting van de woning is afgerond. Eisers kunnen daarom met hun beroep niet bereiken dat de sluiting van de woning niet plaatsvindt of dat de sluiting eerder wordt beëindigd. Eisers hebben echter ook toegelicht dat zij schade hebben geleden door de sluiting. De rechtbank is van oordeel dat dit niet onaannemelijk is en dat eisers hierdoor nog een procesbelang hebben bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit. Om die reden gaat de rechtbank over tot een inhoudelijke beoordeling van het geschil.
Omvang van het geschil
6. Tussen partijen is niet in geschil dat de burgemeester als gevolg van het aantreffen van de goederen in de woning tijdens de doorzoeking op 7 juli 2022 en met toepassing van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet en het Drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Midden-Groningen 2022 (de beleidsregels) bevoegd is om ten aanzien van de woning een last onder bestuursdwang op te leggen die inhoudt dat de woning voor de duur van drie maanden wordt gesloten. Partijen zijn enkel verdeeld over de vraag of de sluiting van de woning een evenredige maatregel is.
Is de sluiting van de woning onevenwichtig?
7. Eisers stellen zich op het standpunt dat de uitoefening van de bevoegdheid tot sluiting door de burgemeester onevenwichtig is. Van belang is volgens eisers dat hen geen enkel verwijt gemaakt kan worden van de aanwezigheid van de goederen die in de woning zijn aangetroffen tijdens de doorzoeking op 7 juli 2022. Deze goederen behoorden toe aan de zoon van eisers die destijds eveneens in de woning woonachtig was. Eisers stellen dat zij geen enkele kennis hadden van de aanwezigheid van de aangetroffen goederen en dat zij daarvan redelijkerwijs ook niet op de hoogte konden zijn. Ook kan eisers niet verweten worden dat zij te weinig toezicht hebben gehouden op hun zoon. Eisers wijzen erop dat hun zoon op het moment van de doorzoeking meerderjarig was en dat eisers om die reden zijn privacy in acht moesten nemen. Dit betekent volgens eisers dat zij een verminderde verantwoordelijkheid hadden ten aanzien van het controleren van het doen en laten van hun zoon. Van belang is verder dat de soft- en harddrugs voornamelijk zijn aangetroffen in de slaapkamer van de zoon op de eerste verdieping en de zolder van de woning. Deze ruimtes zijn voor eisers moeilijk te bereiken. Eiseres is bedlegerig en verblijft in een bed op de begane grond. Ook ontvangt zij thuiszorg. Zij komt om die reden enkel op de eerste verdieping om voor enkele minuten gebruik te maken van de douche. Mede gelet op haar afhankelijkheid van zuurstof is dit echter al bijna te veel. Bij eiser is verder sprake van een verminderde mobiliteit, ondergewicht en zorgmijdend gedrag. Hierdoor kan eiser weinig inspanning leveren. Eisers beschikten daarom beiden niet over de mogelijkheid om de kamers op de eerste verdieping, de zolder en de schuur te controleren. Op de zitting heeft de schoondochter van eisers verder toegelicht dat eiser als gevolg van de sluiting niet langer in staat is om zelfstandig te wonen en dat eiseres op het moment woonachtig is bij haar dochter.
7.1.
De burgemeester stelt zich op het standpunt dat de sluiting van de woning voor duur van drie maanden niet onevenwichtig is. Daartoe voert de burgemeester aan dat geen sprake is van een situatie waarin aan eisers geen verwijt kan worden gemaakt. Van eisers mag als huurders worden verwacht dat zij zich tot op zekere hoogte informeren van het gebruik dat van de woning werd gemaakt. De medische omstandigheden doen daaraan volgens de burgemeester niet af. Verder is van belang dat de burgemeester samen met Lefier heeft gezorgd voor vervangende woonruimte in de periode van de sluiting. Daarmee hebben eisers niet het risico gelopen dat zij als gevolg van de sluiting geen woonruimte hadden. Eisers hebben zelf gekozen van deze optie geen gebruik te maken. Niet gebleken is dat aan de woning bouwkundige aanpassingen zijn gemaakt vanwege medische omstandigheden. Ook wijst de burgemeester erop dat de sluiting is uitgesteld als gevolg van medische omstandigheden.
7.2.
Bij de beoordeling van de evenredigheid van een besluit kunnen de geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid van dat besluit een rol kunnen spelen. [1] Tussen partijen is enkel de evenwichtigheid van de sluiting voor de duur van drie maanden in geschil.
7.3.
Uit de rechtspraak volgt dat bij de beoordeling van de evenwichtigheid van een sluiting van belang is of de maatregel voldoende is afgestemd op de concrete situatie. [2] Als de burgemeester zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat sluiting van het pand noodzakelijk is, dient hij zich ervan te vergewissen dat de sluiting evenwichtig is, ook als de duur in overeenstemming is met de duur die volgt uit een beleidsregel. Bij de beoordeling van de evenwichtigheid kunnen verschillende omstandigheden van belang zijn, zoals de mate van verwijtbaarheid van de aangeschreven persoon, een bijzondere binding met de woning, de mogelijkheid om weer in de woning terug te keren, of de overtreder door sluiting van de woning op een zwarte lijst komt te staan bij een woningbouwcorporatie als gevolg waarvan hij voor een bepaalde duur geen nieuwe sociale huurwoning kan huren in de regio en of er minderjarige kinderen in de woning wonen. De nadelige gevolgen van de sluiting moeten worden afgewogen tegen de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de burgemeester een sluiting noodzakelijk mocht vinden. [3]
7.4.
Rechtbank is van oordeel dat de burgemeester heeft kunnen concluderen dat de sluiting evenwichtig is, omdat de nadelige gevolgen van de sluiting niet opwegen tegen de omstandigheden op grond waarvan de sluiting noodzakelijk is geweest. Daartoe is van belang dat, gelet op het aantreffen van onder meer softdrugs, 31 maal de toegestane gebruikershoeveelheid harddrugs van 0,5 gram, wapens, verpakkingsmaterialen en contant geld, de burgemeester heeft kunnen concluderen dat sprake is van een ernstig geval. Met de burgemeester is de rechtbank verder van oordeel dat niet sprake is van een situatie waarin aan eisers geheel geen verwijt valt te maken. Eisers hadden, als hoofdhuurders van de woning, de verantwoordelijkheid om zicht te houden op het doen en laten van degenen die eveneens in de woning woonachtig waren. Dat de zoon van eisers meerderjarig was, betekent niet dat eisers in verminderde mate zicht dienden te houden op zijn doen en laten voor zover het gaat om de goederen die hij de woning in bracht. Uit de bestuurlijke rapportage van 7 juli 2022 blijkt dat in de slaapkamer van de zoon goederen zijn aangetroffen die niet aan het oog waren onttrokken en dat de andere goederen eveneens met enig gemak te waren te vinden. Daarbij is mede van belang dat de goederen verspreid door de woning zijn aangetroffen. De door eisers beschreven medische situatie is, naar het oordeel van de rechtbank, niet zodanig dat van hen niet kon worden verwacht dat zij enig toezicht hielden, ofwel dat zij daardoor niet in staat zijn geweest de goederen aan te treffen. Niet gesteld of gebleken is dat eisers zich op deze wijze hebben ingezet. Verder is van belang dat aan eisers voor de duur van de sluiting vervangende woonruimte is aangeboden en dat de aanvangsdatum van de sluiting is afgestemd op de medische situatie van eiser. Dat eiser na afloop van de sluiting geen zelfstandige woonruimte meer heeft kunnen betrekken is verder geen omstandigheid die maakt dat de sluiting onevenwichtig is.
7.5.
Het betoog van eisers slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de burgemeester de woning heeft mogen sluiten voor drie maanden. Eisers krijgen daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, in aanwezigheid van mr. D.A. Bekking, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 mei 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285.
2.Zie de uitspraak van de Afdeling van 7 september 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2614.
3.Zie de uitspraak van de Afdeling van 1 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:823.