ECLI:NL:RBNNE:2024:364
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring rijbewijs wegens onvoldoende medewerking aan onderzoek naar rijvaardigheid en rijgeschiktheid
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiser tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. De ongeldigverklaring vond plaats naar aanleiding van het niet (volledig) meewerken aan een onderzoek naar zijn rijvaardigheid en rijgeschiktheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de algemeen directeur van het CBR op 22 december 2022 het rijbewijs van eiser ongeldig heeft verklaard, en dat dit besluit in stand is gebleven na bezwaar op 23 mei 2023. De zitting vond plaats op 7 december 2023, waarbij eiser en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld, waarbij eiser aanvoerde dat hij de instructies van verweerder had opgevolgd en dat er geen gronden waren voor de diagnose van alcohol- of drugsmisbruik. Eiser stelde dat zijn hoge waterinname de verdunde urine had veroorzaakt, maar de rechtbank oordeelde dat hij onvoldoende had meegewerkt aan het onderzoek. De psychiater had namelijk verdunde urine vastgesteld, ondanks expliciete instructies aan eiser om rekening te houden met factoren die de urine konden verdunnen.
De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft vastgesteld dat eiser niet volledig heeft meegewerkt aan het onderzoek, en dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs gerechtvaardigd was. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.