Uitspraak
1.VVAA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
STICHTING VERSLAVINGSZORG NOORD NEDERLAND,
1.De procedure
2.De feiten
is conform artikel 7:658 vierde lid van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk voor letsel of schade die de stagiair[ [verzoekende partij] – ktr.]
lijdt tijdens de uitoefening van de stageactiviteiten.
3.Het geschil
4.De beoordeling
De stageverlener is conform artikel 7:658 vierde lid van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk voor letsel of schade die de stagiair lijdt tijdens de uitoefening van de stageactiviteiten.’ Dit artikel van de stageovereenkomst moet dus worden uitgelegd. Deze uitleg dient te geschieden aan de hand van de zogeheten Haviltex-maatstaf. De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Deze maatstaf brengt mee dat ook indien bij de uitleg van een overeenkomst groot gewicht toekomt aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen, de overige omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat een andere (dan de taalkundige) betekenis aan de bepalingen van de overeenkomst moet worden gehecht. Beslissend blijft immers de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 van dat artikelaansprakelijk is voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. Aldus is artikel 7:658 lid 1 tot en met 3 BW van overeenkomstige toepassing op de tussen partijen overeengekomen stageovereenkomst. Artikel 9 lid 1 van de stageovereenkomst heeft naar het oordeel van de kantonrechter dus niet te gelden als afwijking van lid 1 van artikel 7:658 BW ten gunste van [verzoekende partij] . Dit geldt temeer aangezien in de studiehandleiding, waarvan verweersters onweersproken heeft aangevoerd dat dit met [verzoekende partij] is gedeeld, is vermeld: ‘
Stagegever dient de stagiaire in geval van schade toegebracht door en/of aan de stagiaire te beschouwen en te behandelen als ware de stagiaire een eigen personeelslid.’ VNN heeft in dat kader onweersproken gesteld dat ten aanzien van haar eigen personeelsleden niet ten gunste van het bepaalde in artikel 7:658 (lid 1) BW is afgeweken.
de uitoefening van destageactiviteiten’ in plaats van ‘
de uitoefening van zijnwerkzaamheden’ maakt dat niet anders. Ditzelfde geldt voor de omstandigheid dat de ‘tenzij-bepaling’ van lid 2 van artikel 7:658 BW niet is overgenomen in artikel 9 van de stageovereenkomst. In artikel 9 van de stageovereenkomst wordt immers verwezen naar artikel 7:658 lid 4 BW waarin de leden 1 tot en met 3 van dat artikel van toepassing worden verklaard op (in dit geval) de stageovereenkomst. Daarmee is deze tenzij bepaling eveneens van toepassing en is het niet noodzakelijk dat deze apart in de stageovereenkomst wordt vermeld.