Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het in de zaak met parketnummer 18/193797-23 onder 2. en 4. ten laste gelegde en veroordeling voor het in de zaak met parketnummer 18/098814-23 onder 1., 2. en 3., het in de zaak met parketnummer 18/331484-22, het in de zaak met parketnummer 18/331469-22, het in de zaak met parketnummer 18/193797-23 onder 1., 3. en 5. en het in de zaak met parketnummer 18/264432-23 ten laste gelegde.
Hij heeft ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/193797-23 onder 3. ten laste gelegde het volgende aangevoerd. Door aangever [slachtoffer 5] is een specifieke aangifte gedaan. Hij heeft onder meer verklaard dat verdachte hem meermalen met de vuist heeft gestompt, waardoor hij ten val kwam. Toen hij op de grond lag pakte verdachte een stoeptegel en hij voelde dat deze met kracht tegen zijn hoofd werd geduwd. Hierdoor kreeg hij een wond op zijn voorhoofd. Wanneer de politie ter plaatse komt zien ze een kapotte stoeptegel liggen en ze zien ook dat aangever een rode schram op zijn hoofd heeft. Deze constateringen geven voldoende steun aan de aangifte, waardoor de mishandeling wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het in de zaak met parketnummer 18/193797-23 onder 2., 3. en 4. ten laste gelegde.
Hij heeft ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde het volgende aangevoerd. Voor mishandeling van [slachtoffer 5] is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs, nu de aangifte niet wordt ondersteund door voldoende andere bewijsmiddelen. Dit was anders geweest wanneer er een letstelverklaring aanwezig was geweest.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat het in de zaak met parketnummer 18/193797-23 onder 2. en 4. ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
De rechtbank acht het in de zaak met parketnummer 18/098814-23 onder 1., 2. en 3., het in de zaak met parketnummer 18/331484-22, het in de zaak met parketnummer 18/331469-22, het in de zaak met parketnummer 18/193797-23 onder 1., 3. en 5. en het in de zaak met parketnummer 18/264432-23 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
Nu verdachte ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 18/098814-23 onder 1., 2. en 3., het in de zaak met parketnummer 18/331484-22, het in de zaak met parketnummer 18/331469-22, het in de zaak met parketnummer 18/193797-23 onder 1. en 5. en het in de zaak met parketnummer 18/264432- 23 ten laste gelegde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
in de zaak met parketnummer 18/098814-23 onder 1., 2. en 3. ten laste gelegde
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 juli 2024;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte van 24 december 2022, opgenomen op pagina 27 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023092886 van 13 april 2023, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 1] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van
24 december 2022, opgenomen op pagina 35 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 2] ;
4. een schriftelijk stuk, te weten een chronologisch relaas stalking door [verdachte] , opgenomen op pagina 38 e.v. van voornoemd dossier;
5. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van
13 april 2023, opgenomen op pagina 125 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verdachte;
(t.a.v. feit 2)
6. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte van 14 maart 2023, opgenomen op pagina 142 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van
7. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 12 april 2023, opgenomen op pagina 161 van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant;
8. een formulier aangifte huisvredebreuk van 12 april 2023, opgenomen op pagina 20 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam] ;
9. een schriftelijk stuk, te weten een aanzegging individueel winkelverbod, van 14 januari 2023, opgenomen op pagina 22 van voornoemd dossier.
het in de zaak met parketnummer 18/331484-22 ten laste gelegde
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 juli 2024;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte van 8 december 2022, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2022326818 van 21 december 2022, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 2] .
het in de zaak met parketnummer 18/331469-22
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 juli 2024;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte van 20 december 2022, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2022337513 van 21 december 2022, inhoudend de verklaring van [naam] ;
9. een schriftelijk stuk, te weten een ontzegging [bedrijf] , van 6 juli 2022, opgenomen op pagina 21 van voornoemd dossier.
het in de zaak met parketnummer 18/193797-23 onder 1. en 5. ten laste gelegde
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 juli 2024;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte van 1 augustus 2023, opgenomen op pagina 20 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023203902 van 3 augustus 2023, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 2] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 2 augustus 2023, inhoudend het relaas van verbalisant;
(t.a.v. feit 5)
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte van 7 augustus 2023, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2023208300 van 17 augustus 2023, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 6] .
het in de zaak met parketnummer 18/264432-23 ten laste gelegde
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 juli 2024;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte van 5 september 2023, opgenomen op pagina 8 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023235991 van 15 september 2023, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 7] .
De verdachte heeft het hem in de zaak met parketnummer 18/193797-23 onder 3. ten laste gelegde ontkend. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring van dit feit redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
De door verdachte ter zitting van 16 juli 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend: Op 28 juli 2023 is er wel het een en ander gebeurd.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte van 3 augustus 2023, opgenomen op pagina 7.e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023203902 van 3 augustus 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 5] :
Ik ken [verdachte] sinds ongeveer zeven jaar geleden uit [adres] . Op 28 juli 2023 omstreeks 12.20 uur kwam ik thuis. Bij de trap naar mijn woning zag ik [verdachte] staan. Ik zag en voelde dat [verdachte] mij twee klappen op mijn schouder gaf. Ik zag hem deze twee klappen met de vuist geven. Ik voelde dat hij mij met kracht raakte op mijn linkerschouder. Ik zag dat [verdachte] mij nog eens sloeg met zijn vuist. Ik voelde dat hij mij met kracht raakte op mijn hoofd. Ik zag en voelde dat hij mij ter hoogte van mijn linker oogkas/jukbeen raakte. Doordat ik werd geslagen kwam ik ten val en lag ik op de grond. Ik zag dat [verdachte] toen een stoeptegel pakte. Ik zag en voelde dat hij deze tegel met kracht tegen mijn hoofd duwde. Ik voelde dat deze tegel druk op mijn voorhoofd uitoefende. Hierdoor kreeg ik een wond op mijn voorhoofd waar bloed uit kwam. Door de mishandeling had ik letsel aan mijn voorhoofd, een schram van ongeveer één à twee centimeter. Ook voelde ik pijn aan mijn hoofd door het drukken van de stoeptegel.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 3 augustus 2023, opgenomen op pagina 12 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 28 juli 2023 omstreeks 12.20 uur kreeg ik de melding van een vechtpartij, welke had plaatsgevonden op de [adres] te Leeuwarden. Melder gaf aan dat [verdachte] hem had aangevallen. Buiten zag ik een kapotte stoeptegel liggen. Ik zag dat [slachtoffer 5] een rode schram op zijn hoofd had. [slachtoffer 5] verklaarde aan mij dat dit kwam door de stoeptegel. [slachtoffer 5] toonde mij daarna nog een blauwe plek op zijn ellenboog. [slachtoffer 5] verklaarde dat dit ook kwam door de aanval van [verdachte] .