ECLI:NL:RBNNE:2024:3599
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot tenuitvoerlegging van gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel
Op 3 september 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beslissing genomen in de zaak tegen een veroordeelde, die eerder door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was ter beschikking gesteld onder voorwaarden. De officier van justitie had op 3 mei 2024 de tenuitvoerlegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel gevorderd. Tijdens de zitting waren de veroordeelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen aanwezig. De vordering van de officier van justitie was gericht op het gelasten van de tenuitvoerlegging van de maatregel voor twee jaar, met bijzondere voorwaarden zoals contactverboden en meldplichten.
De reclassering adviseerde om de terbeschikkingstelling met voorwaarden te verlengen, maar als dat niet zou gebeuren, de maatregel ten uitvoer te leggen. De deskundige P.E. Geurkink adviseerde echter om de maatregel niet ten uitvoer te leggen, omdat de veroordeelde stabieler was geworden en over voldoende beschermende factoren beschikte. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, omdat niet voldaan was aan de wettelijke eisen voor de tenuitvoerlegging van de maatregel. De rechtbank oordeelde dat de maatregel niet noodzakelijk was voor de beveiliging van de maatschappij of ter voorkoming van strafbare feiten.
De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank de adviezen van de reclassering en deskundigen in overweging nam. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde geprofiteerd had van de behandeling en dat het recidiverisico als laag moest worden ingeschat. De vordering tot tenuitvoerlegging werd afgewezen, wat betekent dat de veroordeelde niet onderworpen zal worden aan de gevorderde maatregelen.