ECLI:NL:RBNNE:2024:357
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake afwijzing aanvraag op grond van de Wet open overheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 15 februari 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag op grond van de Wet open overheid (Woo) beoordeeld. Eiser had op 11 mei 2022 een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen, maar dit verzoek werd op 2 juni 2022 afgewezen. Het college verklaarde het bezwaar van eiser op 7 juli 2022 niet ontvankelijk, omdat eiser niet duidelijk had gemaakt welke documenten hij wilde ontvangen en waarom zijn verzoek binnen de reikwijdte van de Woo viel.
De rechtbank heeft het beroep op 1 februari 2024 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van verweerder aanwezig waren. Tijdens de zitting heeft eiser zijn beroep toegelicht, maar de rechtbank constateerde dat de ingediende geschriften geen gronden van beroep bevatten. De rechtbank oordeelde dat eiser niet had voldaan aan de vereisten van artikel 6:5, eerste lid, onder d, van de Algemene wet bestuursrecht, die stelt dat een beroepschrift de gronden van het beroep moet bevatten.
Als gevolg hiervan verklaarde de rechtbank het beroep niet ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank niet toekwam aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. Eiser krijgt het griffierecht niet terug en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.