Op 11 september 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal en mishandeling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 weken. De vordering van benadeelde partij 1 is niet-ontvankelijk verklaard, terwijl de vordering van benadeelde partij 2 volledig is toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Tevens is de teruggave van een in beslag genomen fiets aan de rechtmatige eigenaar gelast.
De zaak kwam aan het licht na een aangifte van diefstal van een fiets op 5 april 2023, waarbij de verdachte de fiets van [slachtoffer 1] heeft weggenomen. Daarnaast heeft de verdachte op 6 september 2023 [slachtoffer 2] mishandeld door haar bij de arm vast te pakken en te duwen, waardoor zij ten val kwam. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen in overweging genomen en heeft geoordeeld dat de verdachte voor beide feiten wettig en overtuigend schuldig is.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn recidive en de impact van zijn daden op de slachtoffers. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 8 weken geëist, maar de rechtbank heeft een kortere straf opgelegd, rekening houdend met de omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen beoordeeld en de schadevergoeding aan [slachtoffer 2] toegewezen, terwijl de vordering van [slachtoffer 1] is afgewezen omdat deze niet voldoende onderbouwd was.