ECLI:NL:RBNNE:2024:3445
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 27 augustus 2024, wordt het verzoek van eiser om een proceskostenvergoeding afgewezen. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarin zijn bezwaar tegen de afwijzing van een tegemoetkoming op grond van de Regeling tijdelijke tegemoetkoming rijnvarenden werd afgewezen. Eiser had eerder in een herzieningsprocedure bij het Gerechtshof vermindering en teruggave van aanslagen premie volksverzekeringen verkregen, waardoor hij geen procesbelang meer had en zijn beroep introk. De rechtbank oordeelt dat de minister niet aan eiser is tegemoetgekomen, omdat de besluiten tot vermindering van de aanslagen door een ander bestuursorgaan, de Inspecteur van de Belastingdienst, zijn genomen. Hierdoor voldoet het verzoek van eiser niet aan de voorwaarden van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Daarnaast heeft de minister verzocht om eiser te veroordelen in de proceskosten, omdat hij zou hebben geprocedeerd zonder alle relevante informatie te verstrekken. De rechtbank oordeelt echter dat de bijzondere rechtsgang van artikel 8:75a Awb alleen kan worden gebruikt voor het verkrijgen van een uitspraak over de veroordeling van een bestuursorgaan in de kosten die de indiener van het beroepschrift heeft gemaakt. Aangezien eiser zijn beroep heeft ingetrokken, komt de rechtbank niet toe aan de vraag of er sprake is van misbruik van procesrecht. De rechtbank wijst ook dit verzoek van de minister af.
De rechtbank concludeert dat beide verzoeken om proceskostenvergoeding worden afgewezen, en deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met de voorzitter en twee leden, in aanwezigheid van de griffier. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.