ECLI:NL:RBNNE:2024:3346
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- A.W.C.M. van Emmerik
- A.P. Voorham
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tegen last onder dwangsom voor herplanting van houtsingels
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 30 augustus 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van een ondernemer behandeld. De ondernemer heeft een last onder dwangsom opgelegd gekregen, waarbij hij verplicht is om enkele gekapte houtsingels te herplanten voor 15 november 2024. Indien hij hier niet aan voldoet, kan hij geconfronteerd worden met dwangsommen tot maximaal € 82.500,-. De ondernemer vreest dat er niet tijdig een besluit op zijn bezwaar tegen deze last zal worden genomen en vraagt de voorzieningenrechter om de last op te schorten.
Het college van gedeputeerde staten heeft echter aangegeven dat zij uiterlijk twee weken voor het verstrijken van de begunstigingstermijn, dat wil zeggen voor 31 oktober 2024, een besluit op het bezwaar zal nemen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van een spoedeisend belang, omdat er voldoende tijd is voor het college om een beslissing te nemen voordat de begunstigingstermijn verstrijkt. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening dan ook af, met de overweging dat het verzoek kennelijk ongegrond is. Dit betekent dat de ondernemer de last onder dwangsom moet naleven en dat er geen proceskostenveroordeling wordt opgelegd.
De uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, in aanwezigheid van griffier mr. A.P. Voorham, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.