Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
parketnummer 18/153569-23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 27 augustus 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboorte datum] 1999 te [geboorte plaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 augustus 2024. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M. Jonk, advocaat te Amsterdam.
Het Openbaar Ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. J. Hoekman.
Tenlastelegging
Omwille van de leesbaarheid van het vonnis wordt voor wat betreft de volledige tekst van de tenlastelegging verwezen naar de inhoud daarvan zoals opgenomen in de bijlage. De inhoud van die bijlage dient als hier ingelast te worden beschouwd.
De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1:in de periode van 19 oktober 2022 tot en met 5 december 2022, al dan niet samen met één of meer anderen, meerdere personen heeft opgelicht door zich voor te doen als medewerker van de [slachtoffer] en zo de pinpas en pincode van deze personen te verkrijgen, dan wel dat verdachte aan het voornoemde medeplichtig is geweest;
Feit 2:in de periode van 19 oktober 2022 tot en met 5 december 2022, al dan niet samen met één of meer anderen, geld heeft gestolen met de door de oplichting verkregen bankpassen door geldopnames en/of betalingen bij winkels en door via interbankieren af- en overschrijvingen en/of betalingen te doen aan (web)winkels, dan wel dat verdachte aan het voornoemde medeplichtig is geweest;
Feit 3:in de periode van 7 juni 2022 tot en met 12 januari 2023, al dan niet samen met één of meer anderen, computervredebreuk heeft gepleegd door binnen te dringen in de computersystemen/webserver van de [slachtoffer] met daarop de bedrijfssystemen van de [slachtoffer] ;
Feit 4:in de periode van 7 juni 2022 tot en met 12 januari 2023, al dan niet samen met één of meer anderen, lijsten en/of afbeeldingen met leads, elk bevattende een (groot) aantal persoonsgegevens van klanten van de [slachtoffer] , heeft ontvangen, zich heeft verschaft, overgedragen, verworven, vervoerd, ingevoerd, verspreid, anderszins ter beschikking gesteld en/of voorhanden heeft gehad, die bestemd waren tot het plegen van gekwalificeerde diefstal en oplichting.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 tenlastegelegde, waarbij verdachte zal moeten worden vrijgesproken van het onder 3 en 4 tenlastegelegde medeplegen. Hij heeft met betrekking tot feiten 1 en 2 aangevoerd dat verdachte welbewust misbruik gemaakt heeft van haar positie bij de bank om gericht te zoeken naar geschikte slachtoffers, om anderen in staat te stellen oplichtingen en diefstallen met valse sleutel te plegen. Het belang van haar rol is doorslaggevend geweest en reeds om die reden moet worden gesproken van het medeplegen van feiten 1 en 2. De officier van justitie heeft in dat kader gewezen op de onder verdachte in beslag genomen en door haar gebruikte iPhone 12 waarop een oplichtingsbelscript is aangetroffen, de forse betalingen van 1.000 per week die in het vooruitzicht werden gesteld, het gegeven dat zij nadrukkelijk zocht naar gegevens van oudere klanten en het feit dat zij speciaal voor deze feiten een Signal-account had. Het geheel van verdachte haar gedragingen gaat uit boven het enkel behulpzaam zijn en moet derhalve als medeplegen worden gekwalificeerd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd voor wat betreft het onder 3 en 4 tenlastegelegde. Met betrekking tot het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft hij betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken en dat als volgt toegelicht.
Het onder 1 primair tenlastegelegde medeplegen kan niet bewezen worden verklaard omdat het dossier geen gedragingen van verdachte bevat die als significante bijdrage aan de oplichting - materieel dan wel intellectueel - kunnen worden aangemerkt. Voor wat betreft de subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid heeft de raadsman aangevoerd dat medeverdachte [medeverdachte] meerdere bronnen heeft gehad voor de aanleveringen van leads. Van geen van de personen op de tenlastelegging kan worden vastgesteld dat de oplichting van hen heeft plaatsgevonden door de leads die door verdachte zijn aangeleverd. Tevens dient vrijspraak te volgen voor het onderdeel boeken van hotelkamers, vanwege het ontbreken van dubbel opzet. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte wetenschap heeft gehad van het gebruik van de hotelkamers om vanuit daar oplichtingen te plegen, waardoor zij dit gevolg niet bewust heeft aanvaard.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde heeft de raadsman bepleit dat de op grond van de gepleegde oplichtingen buitgemaakte gegevens - dus niet de gegevens die door verdachte zijn verstrekt - gebruikt zijn om het geld uit de pinautomaat te halen. Verdachte heeft niemand aangestuurd, zij heeft geen geld gepind en zij heeft geen informatie verstrekt en dus dient vrijspraak te volgen voor het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Tot slot heeft de raadsman verzocht om de verdediging alsnog in de gelegenheid te stellen om medeverdachte [medeverdachte] als getuige te horen, mocht de rechtbank overgaan tot bezigen van zijn verklaring als bewijsmiddel.
Oordeel van de rechtbank1
Aangiftes en modus operandi
In de periode van oktober 2022 tot en met december 2022 is aangifte gedaan van oplichting en diefstal door aangevers [slachtoffer] ( 72.000)2, [slachtoffer] ( 15.529)3, [slachtoffer] ( 30.566)4, [slachtoffer] ( 17.500)5, [slachtoffer] ( 3.250)6, [slachtoffer] ( 1.050)7 en [slachtoffer] ( 1.250).8
Uit de aangiftes komt naar voren dat de daders een min of meer vaste werkwijze hanteren om de aangevers bankpassen en pincodes afhandig te maken en vervolgens geld op te nemen en/of (online) aankopen te doen. Deze methode staat bekend als bankhelpdeskfraude al dan niet met gebruikmaking van spoofing. De aangevers van deze feiten waren steeds ouderen, variërend met leeftijden tussen de 78 en 95 jaar. De aangevers werden gebeld door een zogenaamde medewerker van de [slachtoffer] die attendeerde op onregelmatigheden op de rekening. De medewerker zei dat een collega langs zou komen. Dit gebeurde dan ook en deze collega kwam bij de aangevers in de woning. De collega regelde zogenaamd praktische zaken terwijl de telefoonlijn met de vermeende bankmedewerker openbleef. Bankpassen werden doorgeknipt en pincodes werden ontfutseld. De collega verliet vervolgens de woning, vertrok met zijn driver en pinde geld van de rekening van de aangevers. Achteraf bleken bedragen van (spaar)rekeningen te zijn verdwenen, waren goederen en/of contante geldbedragen uit huis meegenomen en telefoonkabels doorgeknipt.
Verklaring medeverdachte [medeverdachte 2]
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft in zijn verhoor bekend dat hij de persoon is geweest die bij voornoemde aangevers in huis is geweest, vervolgens voornoemde handelingen heeft verricht en geld heeft weggenomen door geld te pinnen of (luxe)goederen te kopen.9 Verder heeft hij verklaard dat hij is aangestuurd door de beller en dat het telefoonnummer van deze persoon onder .. (twee punten)
opgeslagen was in zijn telefoon. Deze beller zou persoonsgegevens van de slachtoffers kopen van een vrouwelijke medewerkster van de [slachtoffer] . Zij zou voor deze gegevens een bedrag van 5.000,- per week of per keer ontvangen.10
Naar aanleiding van de door medeverdachte [medeverdachte 2] afgelegde verklaring is onderzoek gedaan naar de identiteit van de eerder genoemde beller, onder andere aan de hand van het telefoonnummer [telefoonnummer] zoals in de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] de beller was opgeslagen. Uit verder onderzoek blijkt dat voornoemd telefoonnummer was geplaatst in een telefoon welke was voorzien van een imeinummer [nummer] die gekoppeld kon worden aan medeverdachte [medeverdachte] .11
Aangifte [slachtoffer]
Namens de [slachtoffer] . (hierna: [slachtoffer] ) heeft [naam] aangifte gedaan van bankhelpdeskfraude.12 Daaruit blijkt onder meer dat verdachte gedurende haar werkzaamheden bij de [slachtoffer] , van 7 juni 2022 tot en met 12 januari 2023 ruim 8600 raadplegingen heeft gedaan in het centrale klantinformatiesysteem van de [slachtoffer] genaamd Siebel. Uit de analyse naar deze raadplegingen volgt dat verdachte veel klanten raadpleegde met een geboortejaar van 1952 of ouder, 3000 van de 8600 raadplegingen door verdachte waren klanten ouder dan zeventig jaar. Uit de analyse bleek tevens dat verdachte de terechte zakelijke raadplegingen afwisselde met de niet zakelijke raadplegingen. Zij deed de niet zakelijke raadplegingen tussen haar reguliere werkzaamheden door. Uit nader onderzoek naar de 8600 door verdachte verrichte raadplegingen in de systemen van de [slachtoffer] is gebleken dat de aangevers [slachtoffer] , [slachtoffer] , [slachtoffer] , [slachtoffer] , [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] allen door verdachte zijn geraadpleegd in de periode van 23 september tot en met 1 december 2022, voordat zij slachtoffer werden van bankhelpdeskfraude.13
Bevindingen gegevensdragers
Onder verdachte is op 12 januari 2023 een iPhone 12 in beslag genomen en aan onderzoek onderworpen. Op de telefoon is een Signal-account aangetroffen met de gebruikersnaam . (zeven punten) met aan dit account gekoppeld het telefoonnummer [telefoonnummer] .14 Verdachte heeft ter zitting bevestigd dat dit haar telefoon is en dat zij de gebruiker is geweest van dit account.15 Binnen Signal waren er elf contactpersonen opgeslagen, waaronder de gebruiker met gebruikersnaam .. (twee punten) met telefoonnummer [telefoonnummer] en de gebruiker met de gebruikersnaam emoticon gekruiste zwaarden met telefoonnummer [telefoonnummer] . Aan de gebruiker met de gebruikersnaam .. zijn 132 berichten verzonden en aan de gebruiker met de gebruikersnaam emoticon gekruiste zwaarden 425 berichten. In het Signal-account zijn tevens 30 zogenaamde berichten aan jezelf aangetroffen, hetgeen door de gebruiker van de telefoon opgeslagen berichten zijn. In deze berichten is onder andere een belscript aangetroffen, meerdere berichten met daarin postcodes en meerdere afbeeldingen van het klantensysteem van de [slachtoffer] met persoonsgegevens van klanten.
In het gesprek van verdachte met het account met de gebruikersnaam emoticon gekruiste zwaardjes worden op 7 januari 2023 in totaal 26 afbeeldingen gedeeld van het [slachtoffer] klantensysteem bevattende klantgegevens en bankrekeningnummers inclusief saldo. In het gecombineerd onderzoek Foessa, 01Berk en Amarant is vastgesteld dat medeverdachte [medeverdachte] de gebruiker is geweest van het account met de gebruikersnaam emoticon gekruiste zwaarden. Tevens is op de iPhone 12 een verwijderd Signal-chatbericht aangetroffen in het gesprek met voornoemd account met de inhoud: randyyyyyyyyyyyyyyyyyy.
Uit nader onderzoek aan de iPhone 12 van verdachte blijkt dat zij een gesprek heeft met de gebruiker met de gebruikersnaam emoticon gekruiste zwaarden, waarin onder andere wordt gesproken over het leveren van leads, dat er geen driver is, over postcodes icm gieten, over ama (waarvan de verbalisant vermoed dat het gaat over Amazon), klokjes, een lock op betalingen en iDEAL en leads typen.16
In de woning van de moeder van verdachte heeft op 12 januari 2023 een doorzoeking plaatsgevonden waarbij een iPhone 6s Plus in beslag is genomen en eveneens aan onderzoek is onderworpen.17 Op de telefoon zijn meerdere afbeeldingen aangetroffen waaronder één foto van een Microsoft Teams-gesprek waarbij een scherm met daarop klantgegevens werd gedeeld. Op deze foto zijn rechtsonder de letters SA te zien. Ambtshalve is het de verbalisant bekend dat hier de initialen van de gebruiker van de laptop staan. Tevens zijn verschillende fotos aangetroffen die via Signal gedeeld werden, waarop vermoedelijk het klantensysteem van de [slachtoffer] te zien is.
Uit de Signal-app blijkt dat één bericht was verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] met als bijlage Beste lijst ooit van de plug herself.csv. Een ander bericht was verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer] met als bijlage signal-2022-08-21.jpeg. Ambtshalve is bij de verbalisant bekend dat een jpeg-bestand een afbeelding betreft. Op de iPhone 6s Plus waren meerdere afbeeldingen aanwezig welke met signal-2022 begonnen, waarbij het telkens ging om afbeeldingen waarop het klantensysteem van de [slachtoffer] te zien was met daarop afgebeeld klantgegevens. Daarnaast zijn er op de telefoon twaalf csv-bestanden aangetroffen met de volgende namen: 65-2.csv, Regio.csv, Regio Arnhem.csv, DH en omgeving.csv, Ja.csv, New Spreadsheet.csv, Yooooo.csv, Beste lijst ooit van de plug herself.csv, New Spreadsheet 3.csv, New Spreadsheet 1 .csv, 65.csv en Ar en omgeving.csv. De bestanden zijn bekeken en herkend als leads, zijnde bestanden met daarin persoonsgegevens zoals achternamen, geboortedatum en (spaar)rekeningnummers.
Hotelkamers
Uit onderzoek is naar voren gekomen dat aangever [slachtoffer] op 29 november 2022 is gebeld door het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit analyse van de historische verkeersgegevens bleek dat de simkaart met voornoemd telefoonnummer in een telefoon was geplaatst voorzien van het imeinummer [nummer]. De gebruiker van voornoemde telefoon bevond zich op 29 november 2022 in de omgeving van [plaats] . Uit nader onderzoek blijkt dat het [bedrijf] in [plaats] is gevestigd. Uit een bevraging naar het telefoonnummer van dit hotel blijkt dat verdachte op 8 november en 28 november 2022 naar het genoemde hotel heeft gebeld. Uit verdere analyse volgt dat op 29 november 2022 met het eerst genoemde telefoonnummer ook gebeld is naar aangever [slachtoffer] . Naast voornoemde aangevers zijn met het telefoonnummer eindigend op 277 enkel oudere mensen gebeld.18 Verdachte heeft in de volgende periodes bij [bedrijf] [plaats] een kamer gehuurd:
Aankomst: dinsdag 8 november 2022
Vertrek: dinsdag 10 november 2022
Aankomst: maandag 14 november 2022
Vertrek: woensdag 16 november 2022
Aankomst: maandag 21 november 2022
Vertrek: vrijdag 25 november 2022
Aankomst: maandag 28 november 2022
Vertrek: vrijdag 02 december 2022
Aankomst: zondag 04 december 2022
Vertrek: zaterdag 10 december 2022
Uit onderzoek is gebleken dat in bovengenoemde periodes tenminste elf aangiften zijn gedaan bij de politie ter zake bankhelpdeskfraude. De gegevens van deze slachtoffers zijn allemaal afkomstig uit bevragingen die door verdachte bij de [slachtoffer] werden gedaan.19 Op de onder medeverdachte [medeverdachte] inbeslaggenomen iPhone 14 is een afbeelding aangetroffen van een navigatiesysteem met een ingevoerde bestemming, namelijk de locatie van [bedrijf] [plaats] . De afbeelding is gemaakt op 14 november 2022. Tevens heeft de onderzochte telefoon verbinding gehad met een draadloos netwerk genaamd Hotel-de- [plaats] , in elk geval op 20 en 22 december 2022.20
Verklaring verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij als medewerkster van de [slachtoffer] gericht heeft gezocht naar oudere klanten in Noord-Nederland met als doel om (persoons)gegevens over te nemen en vervolgens te verkopen en over te dragen aan medeverdachte [medeverdachte] . Hiervoor zou verdachte betaald krijgen, naar eigen zeggen werd haar 1.000,- per week in het vooruitzicht gesteld. In totaal heeft zij echter maar 4.000,- ontvangen. Verder heeft verdachte verklaard dat zij wist dat er met de door haar overgedragen gegevens slechte dingen zouden gebeuren en dat medeverdachte [medeverdachte] hiermee geld zou verdienen. Ten aanzien van de hotelkamers heeft zij verklaard dat zij daar samen met medeverdachte [medeverdachte] aanwezig is geweest.21
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
Oplichting en diefstal met valse sleutel
Op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de aangevers zoals vermeld in de tenlastelegging zijn opgelicht door medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte] . Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft in zijn verklaring de geschetste werkwijze
zoals volgt uit de aangiftes bevestigd. Bij deze oplichtingen zijn bankpassen en pincodes afhandig gemaakt om vervolgens geld op te nemen en/of (online) aankopen te doen, hetgeen de rechtbank kwalificeert als diefstal met valse sleutel.
Betrokkenheid verdachte
De vraag die de rechtbank vervolgens dient te beantwoorden, is welke rol verdachte bij deze oplichting heeft gespeeld. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
Medeplegen
Gelet op het feit dat verdachte met betrekking tot de oplichtingen en de diefstallen met valse sleutel slechts een faciliterende rol heeft gespeeld in dit geheel, is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de
medeverdachten niet is komen vast te staan. Er is geen sprake van een gezamenlijke uitvoering en de bijdrage van verdachte aan de oplichtingen en diefstallen is van onvoldoende gewicht. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde.
Medeplichtigheid
De rechtbank is van oordeel dat verdachte met haar gedragingen wel behulpzaam is geweest bij de oplichtingen en de diefstallen door leads - zijnde bestanden met daarin persoonsgegevens zoals achternamen, geboortedatum en (spaar)rekeningnummers - ter beschikking te stellen aan medeverdachte [medeverdachte] . Met betrekking tot de oplichtingen heeft verdachte daarnaast meermalen kamers geboekt bij [bedrijf] [plaats] .
Voor medeplichtigheid is vereist dat verdachtes opzet niet alleen was gericht op de deelneming, maar ook op de oplichting en de diefstal. De rechtbank is van oordeel dat ook dat opzet aanwezig was en overweegt daartoe als volgt.
Het is een feit van algemene bekendheid dat bij bankhelpdeskfraude veelal gebruik wordt gemaakt van persoonsgegevens van oudere kwetsbare personen. Verdachte wist naar eigen zeggen dat zij betaald zou krijgen voor het gebruik van de door haar ter beschikking gestelde gegevens en dat daar slechte dingen mee zouden gebeuren. Ook neemt de rechtbank daarbij in ogenschouw het veelvuldige contact met medeverdachte [medeverdachte] waarbij onder meer is gesproken over Amazon en klokjes (dure horloges) en het aangetroffen belscript op de iPhone 12 van verdachte. Gelet op het vorenstaande kan het niet anders of verdachte wist ook, of heeft willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard, dat de door haar verstrekte persoonsgegevens zouden worden gebruikt voor het plegen van oplichtingen en diefstallen.
Tevens heeft verdachte meermalen kamers geboekt bij [bedrijf] [plaats] , waaronder een boeking voor de periode van 28 november tot en met 2 december 2022. Uit de bewijsmiddelen volgt dat in ieder geval aangevers [slachtoffer] en [slachtoffer] op 29 november 2022 zijn opgelicht door een persoon die belde met een telefoonnummer die zich ten tijde van de gesprekken bevond in de omgeving [plaats] . Verdachte heeft verklaard dat zij op voornoemde data samen met medeverdachte [medeverdachte] in de hotelkamer aanwezig is geweest. De rechtbank verwijst naar de hiervoor omschreven omstandigheden en is van oordeel dat het - in combinatie met het verstrekken van de hiervoor genoemde leads - niet anders kan dan dat verdachte ook wist, of willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard, dat de door haar geboekte hotelkamers zouden worden gebruikt voor het plegen van oplichtingen.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan de onder 1 subsidiair tenlastegelegde oplichtingen en de onder 2 subsidiair tenlastegelegde diefstallen met valse sleutel.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de oplichtingen van de aangevers zoals vermeld op de tenlastelegging hebben plaatsgevonden door de leads die door verdachte zijn aangeleverd omdat medeverdachte [medeverdachte] ook leads van anderen ontving. Gelet op het korte tijdsbestek tussen de raadplegingen door verdachte van de persoons- en rekeninggegevens van aangevers en de oplichtingen van hen door medeverdachte [medeverdachte] , kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat de leads die door verdachte zijn verschaft hebben geleid tot de oplichting van de in de tenlastelegging vermelde personen.
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 3 en 4 tenlastegelegde
De rechtbank komt met betrekking tot het onder 3 en 4 tenlastegelegde medeplegen tot een vrijspraak. De rechtbank is evenals de officier van justitie van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met medeverdachte [medeverdachte] of anderen computervredebreuk heeft gepleegd dan wel zich leads heeft verschaft en heeft verkocht, verspreid en overgedragen.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat de iPhone 6s Plus niet van haar is volstrekt ongeloofwaardig. De rechtbank overweegt daartoe dat de voornoemde telefoon in beslag genomen is in het huis van de moeder van verdachte en op de telefoon verschillende fotos aangetroffen zijn die via Signal gedeeld werden, waarop het klantensysteem van de [slachtoffer] te zien is waar verdachte op dat moment werkzaam was. Tevens is op de telefoon een afbeelding aangetroffen van een Microsoft Teams- gesprek waarbij een scherm met daarop klantgegevens werd gedeeld en de initialen van verdachte rechtsonder in het beeld te zien waren.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de hiervoor opgesomde bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van verdachte, het onder 3 en 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht feiten 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. subsidiair
[medeverdachte] en anderen in de periode van 19 oktober 2022 tot en met 5 december 2022, op diverse data en tijdstippen in Nederland, meermalen tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, personen, te weten:
- [slachtoffer] (aangifte 1) en
- [slachtoffer] (aangifte 2) en
- [slachtoffer] (aangifte 3) en
- [slachtoffer] (aangifte 5) en
- [slachtoffer] (aangifte 7) en
- [slachtoffer] (aangifte 11) en
- [slachtoffer] (aangifte 12) en
hebben bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een pinpas en het ter beschikking stellen van pincodes en/of (inlog)gegevens voor (internet)bankieren, door:
- telefonisch contact op te nemen met voornoemde personen en zich daarbij voor te doen als een medewerker van de [slachtoffer] en
- tegen voornoemde personen te zeggen dat er geld was afgeschreven en/of gepoogd werd af te schrijven van hun bankrekening en/of dat er een verdachte transactie was ontdekt en dat er een medewerker van de bank langs zou komen om deze transactie tegen te houden en/of ongedaan te maken en
- zich te melden of een ander zich te laten melden bij het woonadres van voornoemde personen en zich voor te doen als een medewerker van de [slachtoffer] en
- tegen voornoemde personen te zeggen dat zij hun pinpas en (bijbehorende) pincode en/of (inlog)gegevens voor (internet)bankieren moesten afgeven om de frauduleuze transactie tegen te houden en/of de rekening te blokkeren en/of de bankomgeving beter te beveiligen,
waardoor die personen werden bewogen tot voornoemde afgifte en het voornoemde ter beschikking stellen,
tot het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, in de periode van 7 juni 2022 tot en met 5 december 2022 in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest en opzettelijk middelen en inlichtingen heeft verschaft, door:
- de persoons- en rekeninggegevens van voornoemde personen (te weten klanten van de [slachtoffer] ) aan die [medeverdachte] ter beschikking te stellen en
- hotelkamers voor die [medeverdachte] te boeken van waaruit die [medeverdachte] voornoemde personen telefonisch heeft benaderd;
2. subsidiair
[medeverdachte] en anderen in de periode van 19 oktober 2022 tot en met 5 december 2022, op diverse data en tijdstippen in Nederland, meermalen tezamen en in vereniging met anderen de hierna te noemen geldbedragen, die aan een ander dan aan voornoemde [medeverdachte] en zijn mededaders toebehoorden, te weten aan:
- [slachtoffer] (aangifte 1, een geldbedrag van 72.000,-) en
- [slachtoffer] (aangifte 2, een geldbedrag van 15.529,-) en
- [slachtoffer] (aangifte 3, een geldbedrag van 30.566,-) en
- [slachtoffer] (aangifte 5, een geldbedrag van 17.500,-) en
- [slachtoffer] (aangifte 7, een geldbedrag van 3.250,-) en
- [slachtoffer] (aangifte 11, een geldbedrag van 1.050,-) en
- [slachtoffer] (aangifte 12, een geldbedrag van 1.250,-) en
telkens hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die [medeverdachte] en zijn mededaders zich telkens die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels, te weten via oplichting verkregen:
- pinpassen en pincodes, waarmee vervolgens door verdachte en zijn medeverdachten diverse geldopnames en/of betalingen bij winkels zijn gedaan en
- ( inlog)gegevens voor (internet)bankieren, waarmee vervolgens door verdachte en/of zijn medeverdachten is ingelogd op de internetbankieren-omgeving van die personen en/of diverse af- en overschrijvingen en/of betalingen aan (web)winkels zijn gedaan,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 7 juni 2022 tot en met 5 december 2022 in Nederland opzettelijk inlichtingen heeft verschaft, door de persoons- en rekeninggegevens van voornoemde personen (te weten klanten van de [slachtoffer] ) aan die [medeverdachte] ter beschikking te stellen;
zij in de periode van 7 juni 2022 tot en met 12 januari 2023 in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk is binnengedrongen, te weten een computersysteem van de [slachtoffer] en/of een webserver met daarop de bedrijfssystemen van de [slachtoffer] met behulp van een valse sleutel, te weten door in te loggen met een onrechtmatig gebruikt account en wachtwoord, voor welk gebruik geen toestemming is verkregen van de rechthebbende en zich daarbij toegang te verschaffen tot gegevens van klanten met een ander doel dan waarvoor die toegang was toegestaan en vervolgens de gegevens die zijn opgeslagen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk waarin zij zich wederrechtelijk bevond voor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen;
zij in de periode van 7 juni 2022 tot en met 12 januari 2023 in Nederland, gegevens, te weten lijsten en een afbeelding genaamd:
- Beste lijst ooit van de plug herself.csv en
- signal-2022-08-21.jpeg.) en
- 65-2.csv en
- Yooooo.csv en
- Regio.csv en
- Regio Arnhem.csv en
- New Spreadsheet 3.csven
- DH en omgeving.csv en
- New Spreadsheet 1 .csv en
- Ja.csv en
- 65. csv en
- New Spreadsheet.csv en
- Ar en omgeving.csv,
elk bevattende een groot aantal persoonsgegevens van klanten van de [slachtoffer] , zich heeft verschaft, verkocht, overgedragen, verspreid en voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van een misdrijf omschreven in een van de artikelen 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
subsidiair. medeplichtigheid aan oplichting, meermalen gepleegd;
subsidiair. medeplichtigheid aan diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
3. computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen door middel van het geautomatiseerd werk waarin zij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of een ander overneemt
4. zich gegevens verschaffen, verkopen, overdragen, verspreiden en voorhanden hebben waarvan zij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een in artikel 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 12 voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Aan het voorwaardelijke deel dienen de bijzondere voorwaarden te worden gekoppeld zoals door de reclassering geadviseerd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte pas na haar aanhouding - op het moment nadat zij met het leed van de slachtoffers is geconfronteerd - door heeft gehad aan welke gevolgen zij heeft bijgedragen.
Verdachte heeft veel gehad aan de behandeling bij [bedrijf] , die zij als één van de voorwaarden verbonden aan de schorsing van haar voorlopige hechtenis opgelegd heeft gekregen. In het kader daarvan is door de psychiater een delictsanalyse opgesteld waarin wordt stilgestaan bij beweegredenen, geweten, empathie en onthechting van gevoel. Tevens heeft de raadsman erop gewezen dat er naast onderhavige strafzaak een traject loopt bij de tuchtrechter voor de bankensector, waar verdachte een geldboete van maximaal 25.000,- tegemoet kan zien. Gelet op het voorgaande, de beperkte bewijsbaarheid van de tenlastelegging en de noodzakelijke voortzetting van de bijzondere voorwaarden is een taakstraf passender dan een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportages van de reclassering, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 15 juli 2024, waaruit blijkt dat verdachte niet
eerder met politie en justitie in aanraking is geweest, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging. De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van computervredebreuk door als werkneemster van de [slachtoffer] veelvuldig niet zakelijke raadplegingen te doen naar persoonsgegevens van oudere klanten. Op deze wijze heeft zij gedurende een lange periode een grote hoeveelheid aan persoons- en rekeninggegevens overgenomen. Verdachte heeft vervolgens leads voorhanden gehad, verkocht, overgedragen en verspreid. Door middel van de door verdachte verstrekte leads zijn de aangevers zoals vermeld in de tenlastelegging opgelicht en bestolen van geldbedragen. Door onder andere deze leads te verschaffen is verdachte aan het voornoemde medeplichtig geweest.
Bankhelpdeskfraude gerelateerde feiten staan of vallen met medewerkers van banken die persoonsgegevens verschaffen aan anderen. De rechtbank rekent het verdachte dan ook zwaar aan dat zij als medewerkster van de [slachtoffer] gedurende langere periode moedwillig misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat in haar was gesteld om met vertrouwelijke (persoons)gegevens om te gaan. De medeverdachten hebben met de door verdachte aangeleverde leads op georganiseerde en professionele wijze op grote schaal misbruik gemaakt van de goedheid en het gewekte vertrouwen van de door hen zorgvuldig uitgekozen kwetsbare slachtoffers, die allen 78 jaar of ouder waren. Door het handelen van verdachte en haar medeverdachten is niet alleen het vertrouwen van de slachtoffers in het digitale betalingsverkeer en het bankwezen ernstig geschaad, het heeft ook een grote, negatieve invloed gehad op het vertrouwen dat zij in de medemens hebben, zo blijkt ook uit de toelichtingen bij de schadevergoedingen. Verdachte heeft met haar handelen geen moment rekenschap gegeven van de gevolgen die haar handelen voor de slachtoffers zouden kunnen hebben.
Persoonlijke omstandigheden
Uit het rapport van de reclassering van 13 december 2023 blijkt dat verdachte voor haar aanhouding haar leven goed op orde had. Zij is opgegroeid in een goede omgeving en heeft goed contact met haar moeder en zus. Dit geldt eveneens voor het contact met haar vaste vrienden en vriendinnen. De reclassering heeft niet kunnen achterhalen wat verdachte ertoe heeft bewogen om over te gaan tot het plegen van onderhavige strafbare feiten. Het is wenselijk dat dit met behulp van behandeling verder uitgezocht wordt. In het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis is verdachte aangemeld bij [bedrijf] voor behandeling. Een kennismakingsgesprek heeft plaatsgevonden en een voorlopig plan van aanpak is besproken. Om een beter beeld van verdachte te krijgen en de behandeling goed te laten starten, om zodoende de kans op recidive te verkleinen is het opstellen van een plan van aanpak geïndiceerd. Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld gelet op de onduidelijkheid over verdachte haar beïnvloedbaarheid en het bewust dan wel onbewust handelen. De risicos op letsel en onttrekken aan voorwaarden worden ingeschat als laag. De reclassering adviseert om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan gekoppeld de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht en een ambulante behandeling.
Uit de door de raadsman ter terechtzitting overlegde delictsanalyse die is opgesteld in het kader van voornoemde behandeling bij [bedrijf] blijkt dat verdachte inmiddels inzicht heeft gegeven met betrekking tot haar beweegredenen.
Gelet op de ernst van de feiten en de gevolgen hiervan voor de slachtoffers, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met het opleggen van een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Een taakstraf, zoals door de raadsman is bepleit, doet naar het oordeel van de rechtbank geen recht aan de ernst van het handelen van verdachte. Wel zal de rechtbank een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist, gelet op het feit dat de rechtbank - op onderdelen - tot een andere bewezenverklaring komt.
De rechtbank komt, alles afwegende, tot oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk - met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht - en daaraan gekoppeld een proeftijd van drie jaren. Aan het voorwaardelijke strafdeel zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden verbinden zoals geadviseerd door de reclassering, met dien verstande dat de inname van medicijnen als onderdeel van de behandeling komt te vervallen.
Benadeelde partijen
De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer] , tot een bedrag van 1.600,- ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer] , tot een bedrag van 3.420,38 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer] , tot een bedrag van 2.497,36 ter vergoeding van materiële schade en
1.500,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
4. [ [slachtoffer] , tot een bedrag van 2.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
4. [ [slachtoffer] ., tot een bedrag van 148.282,63 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat de vordering van de [slachtoffer] gematigd dient te worden. Aan benadeelde [slachtoffer] is een bedrag vergoed van 50.500,-, hetgeen meer is dan verdachte wordt verweten buit te hebben gemaakt. De vordering kan op dit punt toegewezen worden tot een bedrag van 30.566,-. Het aan benadeelde [slachtoffer] vergoede bedrag ( 72.354,43) is eveneens hoger dan het tenlastegelegde bedrag van 72.000,- en kan voor dat meerdere niet worden toegekend. De zaken van [slachtoffer] en [slachtoffer] worden niet aan verdachte verweten en de vordering kan voor dat deel dus eveneens niet worden toegewezen. De vordering dient hoofdelijk te worden toegewezen tot een bedrag van 125.735,-, te vermeerderen met de wettelijke rente. Voor wat betreft het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat banken bij uitstek zelf in staat zijn om tot incasso over te gaan en is er geen reden om dat af te wentelen op de overheid.
De vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer] , [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] moeten niet-ontvankelijk worden verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair aangevoerd dat alle vorderingen van de benadeelde partijen niet ontvankelijk moeten worden verklaard gelet op het ontbreken van de causaliteit tussen de te bewezen verklaren feiten en de geleden schade. Subsidiair heeft hij zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer] , [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard omdat geen sprake is van rechtstreekse schade dan wel dat de immateriële schade niet is onderbouwd met stukken.
Met betrekking tot de vordering van de [slachtoffer] heeft de raadsman subsidiair bepleit dat hij zich kan aansluiten bij de matiging zoals voorgesteld door de officier van justitie, ook voor wat betreft het niet opleggen van de schadevergoedingsmaatregel.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de vorderingen van [slachtoffer] en [slachtoffer]
De rechtbank constateert dat de zaken van de benadeelde partijen [slachtoffer] en [slachtoffer] niet zijn opgenomen in de tenlastelegging. Naar het oordeel van de rechtbank is door het bewezen verklaarde geen rechtstreekse schade toegebracht aan de benadeelde partijen. De rechtbank zal daarom de benadeelde partijen in de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer]
De vordering bestaat uit de volgende posten:
- Materiële schade:
Ontvreemd geldbedrag van de bankrekening: 71.104,43
Gepind bedrag: 1.250,-
Ontvreemd contant geld: 2.500,-
Chocoladeletters: 15,-
Misgelopen rente spaartegoed: 482,36
- Immateriële schade: 1.500,-
Door de [slachtoffer] is 72.354,43 vergoed en door [bedrijf] is 500,- vergoed.
De rechtbank constateert dat het bewezen verklaarde feit ziet op de eerste twee bedragen die zijn genoemd onder de materiële schade en dat dit totaalbedrag reeds is vergoed door de [slachtoffer] .
De gevorderde bedragen die zien op het contante geld en de chocoladeletters zijn niet opgenomen in de tenlastelegging. De rechtbank is daarom van oordeel dat het geen rechtstreekse schade betreft.
Hoewel voldoende aannemelijk is dat de benadeelde partij schade heeft geleden door het mislopen van rente op zijn spaartegoed, is het rentepercentage niet onderbouwd. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige
belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan.
De benadeelde partij heeft daarnaast vergoeding van immateriële schade gevorderd. Indien geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals in dit geval, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. De rechtbank is van oordeel dat de vordering op dit onderdeel onvoldoende is onderbouwd.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van [slachtoffer] in zijn geheel niet-ontvankelijk worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer]
De benadeelde partij heeft vergoeding van immateriële schade gevorderd. Indien geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals in dit geval, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijk letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting van de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. De rechtbank is van oordeel dat de vordering onvoldoende is onderbouwd, zodat de rechtbank de vordering niet-ontvankelijk zal verklaren.
Ten aanzien van de vordering van de [slachtoffer]
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde.
De rechtbank overweegt met betrekking tot de schadeloosstellingen van [slachtoffer] en [slachtoffer] dat het door de [slachtoffer] vergoede bedrag in beide gevallen hoger is dan het ten laste gelegde weggenomen bedrag. De toelichting bij de vordering bevat geen toereikende motivatie op deze punten en daarom zal de rechtbank zich aansluiten bij de bedragen zoals vermeld in de tenlastelegging, hetgeen neerkomt bij [slachtoffer] op 30.566,- en in het geval van [slachtoffer] op 72.000,-. Het meerdere dat is gevorderd zal niet-ontvankelijk worden verklaard.
De zaken van [slachtoffer] en [slachtoffer] zijn niet aan verdachte tenlastegelegd en daarom zal de vordering van de [slachtoffer] op deze onderdelen niet-ontvankelijk worden verklaard.
De overige schadeloosstellingen die door de [slachtoffer] zijn uitbetaald aan haar klanten, zijn rechtstreeks terug te voeren op de schadebedragen die de slachtoffers door de bewezen verklaarde feiten hebben geleden. Ook de onderzoekskosten in zeven dossiers ter hoogte van 840,- komen voor vergoeding in aanmerking, nu dit kosten betreffen die zijn gemaakt ter vaststelling van de schade en deze naar het oordeel van de rechtbank voldoende zijn onderbouwd.
De vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door verdachte is betwist, zal gelet op het voorgaande worden toegewezen tot een bedrag van 125.735,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 5 december
De rechtbank stelt vast dat verdachte de strafbare feiten samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachten deze al hebben betaald, en andersom.
Ondanks het verzoek van de [slachtoffer] om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, zal de rechtbank hiertoe niet overgaan omdat de bank voldoende in staat wordt geacht om de vorderingen zelf te incasseren.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 48, 49, 57, 138ab, 234, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 12 maanden,niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op
drie jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
veroordeelde zich blijft melden bij Reclassering Nederland locatie Nijmegen , [adres] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
veroordeelde zich laat onderzoeken en behandelen door [bedrijf] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na aanmelding. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.