Op 27 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.S. Visser, een voorlopige voorziening heeft gevraagd tegen een last onder dwangsom van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde. Deze last verplichtte verzoeker om de bewoning van percelen en gebouwen aan een specifiek adres te beëindigen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 29 juli 2024 en na de zitting geconcludeerd dat nader onderzoek niet nodig was. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de bewoning onder het overgangsrecht van het bestemmingsplan valt, waardoor er geen sprake is van een overtreding. De voorzieningenrechter heeft het beroep van verzoeker gegrond verklaard en de bestreden besluiten vernietigd voor zover deze betrekking hebben op het gebruik van de percelen en gebouwen ten behoeve van bedrijfswoningen door verzoeker en zijn huishouden. De voorzieningenrechter heeft het college veroordeeld tot betaling van griffierecht en proceskosten aan verzoeker. De uitspraak benadrukt de toepassing van het overgangsrecht in het omgevingsrecht en de voorwaarden waaronder een last onder dwangsom kan worden opgelegd.