ECLI:NL:RBNNE:2024:3195
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schuldsanering op basis van twijfels over nakoming verplichtingen
Op 14 augustus 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoekster die een verzoek tot schuldsanering indiende. Verzoekster had op 16 mei 2024 een verzoekschrift ingediend voor een dwangakkoord, maar dit verzoek werd op 12 juni 2024 ingetrokken. De rechtbank heeft het WSNP-verzoek behandeld op 2 augustus 2024, waarbij verzoekster en haar beschermingsbewindvoerder aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster in een toestand verkeert waarin zij heeft opgehouden te betalen en dat er twijfels zijn over haar vermogen om de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling na te komen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat verzoekster in het verleden verkeerde keuzes heeft gemaakt en dat haar gedragspatroon niet voldoende is doorbroken. Ondanks dat verzoekster aangaf te goeder trouw te zijn geweest in het ontstaan van haar schulden, zijn er twijfels gerezen over haar bereidheid en vermogen om zich in te spannen voor haar schuldeisers. De rechtbank heeft verschillende tegenstrijdige verklaringen aangetroffen over haar mogelijkheden om te werken en haar bereidheid om therapie te ondergaan. Dit alles heeft geleid tot de conclusie dat verzoekster niet voldoet aan de eisen van artikel 288 lid 1 sub c van de Faillissementswet.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot schuldsanering afgewezen, waarbij de rechtbank benadrukt dat verzoekster niet de indruk heeft gewekt dat zij zich wil inspannen om haar situatie te verbeteren. De uitspraak is gedaan door mr. P.P.D. Mathey-Bal en uitgesproken door H.J. Idzenga, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.