[gedaagde] vordert bij dagvaarding om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat [gedaagde] is gehouden om de als gevolg van het ongeval d.d. 27 maart 2017 resterende buitengerechtelijke kosten betreffende de door [eiseres] verrichte werkzaamheden, alsmede de kosten van het inwinnen van een procesadvies en de kosten van het voorbereiden en opstellen van een verzoekschrift deelgeschil, volledig te vergoeden, alsmede;
II. te verklaren voor recht dat [gedaagde] is gehouden om de ter zake de werkzaamheden van [eiseres] resterende buitengerechtelijke kosten ad € 13.644,64 volledig te vergoeden, alsmede;
III. te verklaren voor recht dat [gedaagde] is gehouden om de (resterende) buitengerechtelijke kosten betreffende het inwinnen van een procesadvies ad € 713,90 en het voorbereiden en opstellen van een verzoekschrift deelgeschil ad € 1.550,00 volledig te vergoeden, alsmede;
IV. te verklaren voor recht dat [gedaagde] is gehouden om de wettelijke rente over de hiervoor genoemde (resterende) bedragen te vergoeden, alsmede;
V. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de hiervoor genoemde (resterende) bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente aan [eiseres] , alsmede;
VI. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding en in het door [eiseres] verschuldigde griffierecht, alsmede te bepalen dat betaling daarvan dient te geschieden binnen 14 dagen na dagtekening van het in dit vonnis, en – voor het geval voldoening binnen genoemde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn van voldoening, alsmede voor nakosten met een bedrag volgens het gebruikelijke liquidatietarief.