ECLI:NL:RBNNE:2024:3147
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen omgevingsvergunning voor de bouw van een bedrijfsloods
Op 15 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers een voorlopige voorziening hebben aangevraagd tegen een verleende omgevingsvergunning voor de bouw van een bedrijfsloods. De vergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier op 6 februari 2024. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, omdat zij vrezen voor negatieve gevolgen voor hun woon- en leefklimaat door de activiteiten van de vergunninghouder. De voorzieningenrechter heeft op 8 augustus 2024 de zaak behandeld, waarbij de vergunninghouder en zijn gemachtigde aanwezig waren, maar het college zich niet heeft laten vertegenwoordigen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er op dit moment onduidelijkheid bestaat over de vraag of het bestreden besluit in bezwaar in stand kan blijven. Dit betreft met name de vraag of de activiteiten die de vergunninghouder voor ogen heeft, passen binnen de geldende bestemmingsplannen en of de geluidsbelasting van de activiteiten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarden. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het college niet voldoende heeft onderbouwd dat de activiteiten van de vergunninghouder geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van verzoekers met zich meebrengen.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het besluit van 6 februari 2024 geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens is bepaald dat het college het griffierecht aan verzoekers moet vergoeden. Deze uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.