ECLI:NL:RBNNE:2024:3118

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 augustus 2024
Publicatiedatum
13 augustus 2024
Zaaknummer
18-095084-24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor drugshandel en bezit van hard- en softdrugs met bijzondere voorwaarden

Op 13 augustus 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het dealen en het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid hard- en softdrugs, waaronder MDMA, amfetamine, cocaïne, metamfetamine, hennep en hasjiesj. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De voorwaardelijke straf is onderworpen aan bijzondere voorwaarden, zoals toezicht door de reclassering en deelname aan gedragsinterventies.

De zaak kwam aan het licht na een politieonderzoek dat leidde tot de ontdekking van aanzienlijke hoeveelheden drugs in de woning van de verdachte. Tijdens de zitting op 30 juli 2024 heeft de verdachte, bijgestaan door zijn advocaat, verklaard dat hij onder druk stond van een crimineel netwerk en dat hij de drugs in zijn huis had om zijn schulden af te betalen. De rechtbank heeft deze verklaring echter niet geloofwaardig geacht en heeft vastgesteld dat de verdachte actief betrokken was bij de handel in drugs.

De rechtbank heeft de feiten als wettig en overtuigend bewezen verklaard, waarbij de verdachte ook heeft bekend dat hij de drugs in zijn woning had. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om een gevangenisstraf op te leggen, toegewezen, en daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De verdachte heeft eerder strafbare feiten gepleegd, wat meegewogen is in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18.095084.24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 13 augustus 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1972 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , thans gedetineerd in de [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 30 juli 2024.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.J.J. Bosma, advocaat te Spier. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G.R. Stoeten.

Tenlastelegging

Aan verdachte is - kort gezegd en na een toegewezen vordering nadere omschrijving tenlastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering - het volgende ten laste gelegd:
dat hij in de periode van 1 januari 2024 tot 18 maart 2024 te [plaatsnaam] samen met anderen MDMAen/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine heeft gedeald, subsidiair ten laste gelegd als medeplichtigheid hieraan;
dat hij in de periode van 1 januari 2024 tot 18 maart 2024 te [plaatsnaam] samen met anderen hennepen/of hasjiesj heeft gedeald, subsidiair ten laste gelegd als medeplichtigheid hieraan;
dat hij op 18 maart 2024 te [plaatsnaam] samen met anderen 3.828,25 gram amfetamine,
94,56 gram cocaïne, 5.635,38 gram MDMA en 1.451,04 gram metamfetamine aanwezig heeft gehad;
4. dat hij op 18 maart 2024 te [plaatsnaam] samen met anderen 9.937 gram hennep en 982 gram hasjiesjaanwezig heeft gehad.
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage bij dit vonnis gehecht en maakt hiervan deel uit.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de feiten 1 primair, 2 primair, 3 en 4.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de feiten 1 primair en 2 primair. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte een straatschuld had en dat hij onder druk van een crimineel netwerk (hard)drugs in zijn huis gestald kreeg om op die manier zijn schuld af te betalen. Verdachte heeft zich niet bezig gehouden met de verkoop van deze (hard)drugs en heeft ook niet geprofiteerd van hetgeen door dit crimineel netwerk is verkocht. De personen uit het crimineel netwerk hebben vanuit de woning van verdachte geopereerd en de telefoon van verdachte werd daarbij door hen (op afstand) gemanipuleerd.
De raadsvrouw heeft geen bewijsverweer gevoerd ten aanzien van de feiten 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 en 4. Verdachte bekent ook dat hij de in de tenlastelegging onder de feiten 3 en 4 opgenomen soft- en harddrugs in zijn woning aanwezig heeft gehad.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de feiten 1 en 2
De rechtbank acht de feiten 1 primair en 2 primair wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is - ook in onderdelen - slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 maart 2024 met bijlagen, opgenomen op pagina 16 van 151 e.v. van het dossier van Politie
Noord-Nederland met Registratienummer PL0100-2024071678 d.d. 26 juni 2024 (eind PV deel 1), inhoudend als relaas van verbalisanten [naam] , [naam] en [naam] :
Op verzoek van het [instelling] te [plaatsnaam] met prioriteit één gegaan naar [adres] . Aldaar zou de buurman, van nummer [huisnummer] , door het lint gaan en dreigen met een houten balk.
Ter plaatse kort gesproken met de melder, de bewoners van nummer [huisnummer] , die vertelden dat de buurman boos was om de relatie die stuk is gegaan. Wij zijn vervolgens naar [adres] gegaan om collega [naam] te ondersteunen in zijn gesprek met [verdachte] . Wij vroegen of wij binnen mochten komen en wij hoorden dat [verdachte] daar toestemming voor gaf.
In gesprek viel ons oog op de openkast die in de woonkamer stond. Hierin zagen wij, verbalisanten [naam] en [naam] , twee zakken met henneptoppen liggen. Collega [naam] vroeg wat dat allemaal was en vroeg of [verdachte] het tevoorschijn wilde halen. Hierop haalde [verdachte] allerlei bakjes uit de kast waar drugs in zat.
Logboek
17:22 uur - 32.03 gevraagd of wij ook bij [verdachte] naar binnen mogen om daar met hem verder te praten. Hierin zagen wij twee grote zakken met henneptoppen, in een open kast in de woonkamer, liggen.
17:25 uur - Collega [naam] vordert de verdachte [verdachte] om uitlevering van alle verdovende middelen in de woning. Hierbij pakte [verdachte] allerlei bakjes en pakjes uit de open kast en legde dit op tafel; (..)
19:17 uur - Opening doorzoeking door RC;
19:24 uur - Tafelmodel diepvries vol drugs;
19:25 uur - Korte zoekslag op de eerste verdieping, doos met vijf zakken henneptoppen gevonden;
19:50 uur - Boni tas uit de trapkast gehaald met drie zakken hennep.
20:03 uur - Een partij speed gevonden in een tafelmodel diepvries.
20:06 uur - 0062, 32.03 & recherche doorzoeking eerste verdieping, ruimte 3, doos met 5 zakken henneptoppen gevonden in een open ruimte;
20:20 uur - 0062 & Recherche vinden in ruimte 3, achter het schot, een flinke hoeveelheid drugs waaronder xtc pillen, methamphetamine, hennep en nog van alles.
Uitslag doorzoeking
  • Zakken vol henneptoppen;
  • Zakken vol XTC-pillen;
  • Bakken vol speed;
  • Bakje met cocaïne (ongeveer 90 gram);
  • Bakjes met hash en blokken hash;
  • Weegschalen;
  • Zakjes om te verpakken;
  • Notitieblok;
  • Briefje met gegevens erop.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 april 2024, opgenomen op pagina 69 van 201 e.v. van voornoemde dossier (eind PV deel 2), inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
Ik verbalisant [naam] deed onderzoek naar de IPhone van [verdachte] welke onder hem in beslag was genomen op maandag 18 maart 2024.
Ik deed onderzoek naar de eigenaar van de telefoon ik vond op deze telefoon een whats app account met een naam [naam] .
Uit berichtgeving van een Whats app bericht aangetroffen op deze telefoon is gebleken dat de eigenaar van de telefoon [verdachte] is, welke de accountnaam [naam] gebruikt.
Betreft Whats app gesprekken tussen [naam] en [naam] tussen 3 maart 2024 10:43 uur en 18 maart 2024 15:13 uur.
[naam] 10 maart 12:25 uur: Was ff bij een klant
[naam] 10 maart 12:26 uur: Oow oi
[naam] 10 maart 12:27 uur: Voorbereiding voor grote afname morgen
[naam] 10 maart 12:27 uur: Jij maakt 50 roti ik lever 7K
[naam] 10 maart 12:28 uur: Toch jammer dat voor mij bruto is maar gaat wel geinig zo [naam] 10 maart 12:29 uur: Dat wat je weg geeft de zelfde dag weer terug is?
Betreft Whats app gesprekken tussen [naam] en [naam] tussen 3 maart 2024 10:49 uur en 18 maart 2024 09:56 uur.
[naam] 3 maart 10:49 uur: Hi [naam]
3 maart 10:49 uur: Dit is mijn nieuwe werk nummer en foon
[naam] 3 maart 10:49 uur: De ander foon zal worden gerepareerd en dan is oude nr ook weer actief
[naam] 3 maart 10:50 uur: Duidelijke scheiding tussen werk en privé maar jij in beide
[naam] 3 maart 10:49 uur: Dank [naam] .
[naam] 6 maart 10:50 uur: 2 klantjes vanavond
[naam] 6 maart 10:50 uur: Maar tussen door contact ik je nog ff
[naam] 17 maart 09:33 uur: K zet nu ff bank app op laptop geef mij even al de gegevens. Van jou bank
[naam] 17 maart 09:33 uur: Voor dinsdag staat dat op je nummer onder vernoeming terug betaling lening kunnen ze niet zeiken
Betreft Whats app gesprekken tussen [naam] en [naam] tussen 17 maart 2024 09:20 uur en 17 maart 2024 09:26 uur.
[naam] 17 maart 09:26 uur: Kom snel ff langs amigo praten over handel heb toestemmingen en plannen wil graag met jou die conect draaien.
Betreft Whats app gesprekken tussen [naam] en [naam] tussen 2 maart 2024 16:00 uur en 18 maart 2024 07:57 uur.
[naam] 3 maart 09:53 uur: 810 oud Spaans
[naam] 3 maart 09:53 uur: Heb 138 rest oud Spaans liggen
[naam] 3 maart 09:53 uur: Goei er bij
[naam] 3 maart 09:54 uur: K dan net niet compleet
[naam] 3 maart 09:53 uur: Pak beetje. Erbij
[naam] 6 maart 18:23 uur: Ap hoelaat en waar [naam] 6 maart 18:23 uur: 19 .00 laad paal!?
[naam] 6 maart 18:25 uur: Ja oké tydt weet niet
[naam] 6 maart 18:25 uur: Laadpaal goed
[naam] 6 maart 18:25 uur: Hij moet mij 400 geven?
[naam] 6 maart 18:27 uur: 100 haas k.p maak in orde hoor van jou tijd moet je geld meteen hebben of morgen?
[naam] 6 maart 19 :12 uur: Van blijde tester
[naam] 6 maart 19 :12 uur: Niet hele allen testers
[naam] 6 maart 19 :12 uur: Blijde soorten
[naam] 7 maart 19 :04 uur: En nemen even van die doosje meep- force Jelly Lovra Van allen 3
[naam] 8 maart 18:27 uur: Am 3
[naam] 8 maart 18:27 uur: Bleu dream
[naam] 8 maart 10:50 uur: Kan die 2 tester s brengen straks
[naam] 8 maart 10:52 uur: Kom zo ff brengen
[naam] 8 maart 15:14 uur: Moet ie betalen ? [naam] 8 maart 15:14 uur: 200
[naam] 8 maart 20:44 uur: Tester van opium
[naam] 8 maart 20:45 uur: Maak nu in orde
[naam] 10 maart 12:56 uur: Heb je andere haas zonder gruis
[naam] 10 maart 12:56 uur: Die van net komt weer te veel gruis
[naam] 10 maart 12:58 uur: Anders een A2
[naam] 10 maart 12:59 uur: Ja doe die
[naam] 10 maart 18:39 uur: 50 haas maak nu in orde
[naam] 10 maart 18:57 uur: Lig klaar ? K wacht seintje af
[naam] 10 maart 19 :13 uur: Hij 10 extra
[naam] 10 maart 19 :13 uur: Dus 60
[naam] 10 maart 19 :14 uur: Hij betalen 300?
[naam] 10 maart 19 :14 uur: 350
[naam] 10 maart 19 :16 uur: Hij al snackbar?
[naam] 10 maart 20:00 uur: Ging wat fout
[naam] 10 maart 20:09 uur: 250 heeft ie gegeven
[naam] 10 maart 20:10 uur: Huh nee 350
[naam] 10 maart 20:10 uur: Moet ie maar ff terug komen
[naam] 10 maart 20:10 uur: Heb hem gebeld en laten omdraaien moet ie ff regelen 100 extra
[naam] 10 maart 20:14 uur: K ff naar daar contact zo
[naam] 10 maart 20:33 uur: Hij had misverstand met z'n mensen had geld niet geteld Hij heeft 75 bijgelegd en staat dus 25 in de min maar meer had ie niet bij zich
[naam] 10 maart 20:33 uur: 325 dus
[naam] 10 maart 20:33 uur: Oké
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d.
19 maart 2024, opgenomen op pagina 96 van 201 van voornoemd dossier (eind PV deel 2), inhoudend als verklaring van [verdachte] :
O: Wat kun jij zeggen over de hoeveelheid verdovende middelen die wij in jouw huis hebben aangetroffen?
A: Ja dat klopt.
V: Wie is de eigenaar van deze verdovende middelen?
A: Je vindt het in mijn huis, dat ben ik dan. Ik heb twee schulden die het bewind niet mee nam. Ik had deze drugs in mijn huis liggen omdat ik dit wilde verkopen. De drugs was nog niet van mij. Ik moest hiervoor nog betalen. Het moet 70.000 euro opleveren. 20.000 zou van mij zijn en 50.000 moest ik terug betalen.
V: Sinds wanneer heb je het in huis? A: Een maand of drie.
V: Hoeveel heb je al verkocht?
A: Voor 3000 euro ongeveer. Misschien 4000 maar dat zal het wel zijn. Een beetje wiet een beetje dit een beetje dat. Coke. De verkoop ging voornamelijk over wiet en cocaine. De rest liep niet echt.
V: Wie verpakt het dan? A: Ik
V: Hoeveel zit er in een zakje als het verkoopt?
A: Het ligt er aan wat mensen willen hebben tussen 1 gram en een kilo.
V: Wat zijn de prijzen dan?
A: Dat ligt er aan wat iemand afneemt. 100gr wiet kan je voor 360 euro kopen. Cocaine is 50 euro per gram.
V: Wat kost 1 gram wiet bij jou? A: Een tientje.
V: Wat voor wiet had je? A: Dit was verschillend Amnesia haze, Cali
V: Hoeveel klanten heb je?
A: Niet zoveel, het liep nog niet zo goed. 10 a 15 man. Het is allemaal niet wat we er van verwacht hebben. (..) Ja ik heb het bij iemand weggenomen. Ik verkocht en heb het dus ergens gehaald.
V: En speed? A: Ja dat kwam wel is voor dat ik dat verkocht.
V: Wat kost 50 gram speed? A: 30 euro.
V: XTC pil dan? A: 500 pillen voor 600 euro.
V: Wat voor soort verdovende middelen had je in huis?
A: Hennep en Harddrugs. XTC. Speed, Coke, Ice, MDMA, nog wat opium. Hasj. Voornamelijk Hennep. Het is uit de hand gelopen, dit was helemaal niet de bedoeling geweest. Ik heb schulden op straat. Daarom ben ik dit gaan doen. Dit was mijn enige uitweg.
V: Hoe is de werkwijze, bellen, via internet of aan de deur?
A: Zo min mogelijk via de telefoon. Je komt elkaar tegen, je gaat je rondjes maken. Mond op mond. Je haalt het bij je locatie weg. Ze komen niet bij mij aan de deur. We spreken ergens anders af. De locaties zijn in en rondom [plaatsnaam] .
V: Wie verpakt en weegt de drugs? A: Ik.
V: In wat voor soort zakjes wordt e.e.a. verpakt? A: Wij noemen het wietzakjes.
V: Hoeveel koop je in per keer?
A: Verschilt per klant. Sommige willen veel. Je hebt natuurlijk de gebruiker. Je hebt ook mensen die er in willen handelen. Die halen meer af. Het varieert per gram tot 100 kg. Ik praat dan wel over hennep. Die harddrugs is ook nieuw voor mij. Die harddrugs is mij opgedrongen. Ik zit mijn hele leven al in de wiet.
V: Vanaf wanneer verkoop je vanaf dat adres dan? A: Ongeveer 5 maanden.
V: Hoe komt het dan dat je van de hennep verkoopt naar de harddrugs doorschiet?
A: Dat is mij gewoon opgedrongen. Ik heb nooit gevraagd om al die harddrugs onzin. Ik heb die discussies gewoon verloren.
V: Doe je de handel alleen? A: Zoveel mogelijk alleen.
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder de feiten 1 primair en 2 primair ten laste gelegde handel in (hard)drugs.
De rechtbank verwerpt het verweer dat verdachte onder druk van een crimineel netwerk (hard)drugs in zijn huis gestald kreeg en zelf niet betrokken is geweest bij de handel in deze (hard)drugs. Verdachte heeft tijdens het verhoor door de politie op 19 maart 2024 - de dag na het aantreffen van de grote hoeveelheden (hard)drugs in zijn woning - gedetailleerd en consistent verklaard over de verkoop van deze (hard)drugs, de hoeveelheden die hij verkocht, de prijs die hij ervoor vroeg en over het feit dat hij de (hard)drugs zelf woog en ook verpakte.
Tijdens het verhoor door de rechter-commissaris op 21 maart 2024 heeft verdachte aangegeven dat hij de (bekennende) verklaring zoals hij die bij de politie heeft afgelegd, handhaaft. Ook hier heeft hij wederom verklaard dat hij het risico heeft genomen om (hard)drugs te gaan verkopen.1
Het in de telefoon van verdachte aangetroffen berichtenverkeer duidt verder ook op drugsgerelateerde gesprekken. Zo heeft verdachte op 10 maart 2024 een Whatsapp gesprek met zijn vriendin gevoerd waarbij hij aangeeft dat hij even bij een klant was. Vervolgens stuurt verdachte:
Daarnaast heeft verdachte tussen 3 en 10 maart 2024 diverse Whatsapp gesprekken met ene [naam] , waaruit kan worden afgeleid dat door verdachte samen met deze [naam] werd gehandeld in diverse soorten (hard)drugs. De stelling van verdachte dat zijn telefoon (op afstand) werd gemanipuleerd vindt geen enkele steun in het dossier en acht de rechtbank daarom niet aannemelijk. Daarbij neemt de rechtbank mede in aanmerking dat uit het in de telefoon aangetroffen berichtenverkeer niet alleen blijkt dat berichten werden verstuurd naar personen die betrokken lijken te zijn bij de handel in (hard)drugs, maar ook naar personen uit verdachtes inner circle. Dat sprake zou zijn van druk vanuit een crimineel netwerk om deze handel te plegen, zodat verdachte zijn straatschuld kon afbetalen, is de rechtbank evenmin gebleken.
Voorts acht de rechtbank, gelet op de verklaring van verdachte bij de politie en de in zijn telefoon aangetroffen Whatsapp gesprekken, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten tezamen en vereniging met anderen heeft gepleegd.
De rechtbank acht de feiten 3 en 4 eveneens wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 juli 2024;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal Onderzoek verdovende middelen d.d. 15 april2024 met bijlagen, opgenomen op pagina 5 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten [naam] en [naam] , [naam] en
[naam] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. [huisnummer] maart2024, opgenomen op pagina 50 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten [naam] en [naam] .
De rechtbank acht de feiten 1 primair, 2 primair 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 1 januari 2024 tot 18 maart 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt, hoeveelheden materialen bevattende MDMA en/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij in de periode van 1 januari 2024 tot 18 maart 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt, hoeveelheden materialen bevattende hennep en/of hasjiesj, zijnde hennep en/of hasjiesj middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
3
hij op 18 maart 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad:
  • 3.828,25 gram amfetamine en
  • 94,56 gram cocaïne, en
  • 5.635,38 gram MDMA en
  • 1.451,04 gram metamfetamine, zijnde amfetamine en/of cocaïne en/of MDMA en/of metamfetaminetelkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4
hij op 18 maart 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad:
  • 9.937 gram hennep en
  • 982 gram hasjiesj, zijnde middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
2 primair. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
3. medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwetgegeven verbod;
4. medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwetgegeven verbod.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feiten 1 primair, 2 primair, 3 en 4 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en onder oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gepleit voor het opleggen van een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf, maar van beperktere duur dan door de officier is gevorderd. Verdachte is gemotiveerd om zijn leven weer op te pakken en te werken aan een betere toekomst. Hij is bereid mee te werken aan de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het rapport van Reclassering Nederland van 27 juni 2024, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 18 juli 2024, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het dealen en het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid hard- en softdrugs, te weten MDMA, amfetamine, cocaïne, metamfetamine, hennep en hasjiesj. Door aldus te handelen heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van het drugscircuit en de vele daarmee gepaard gaande vormen van criminaliteit, waardoor de samenleving schade werd berokkend. Daarbij heeft hij bijgedragen aan de instandhouding van het gebruik van verdovende middelen, terwijl algemeen bekend is dat (hard)drugs zeer schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarbij neemt verdachte maar ten dele verantwoordelijkheid voor zijn handelen en legt hij de schuld vooral bij criminelen uit het drugscircuit die hem zodanig onder druk zouden hebben gezet en bedreigd dat hij geen echte keuze zou hebben gehad, terwijl dat scenario door niets wordt ondersteund en daarmee ongeloofwaardig is. Derhalve rekent de rechtbank verdachte de handel in en het bezit van verdovende middelen dan ook zeer aan.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte blijkens zijn uittreksel uit de justitiële documentatie eerder - langer dan vijf jaar geleden - onherroepelijk is veroordeeld voor strafbare feiten (met name vermogensdelicten) en in 2005 voor een Opiumwet delict.
Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van voornoemd rapport van Reclassering Nederland. Uit dit rapport volgt - onder meer - dat sprake is van meerdere criminogene factoren die direct delictgerelateerd zijn. Deze betreffen huisvesting, financiën, sociaal netwerk en psychosociaal functioneren. Verdachte vraagt hulp bij de problemen die op de leefgebieden zijn geconstateerd en heeft toegezegd mee te werken aan verdiepingsdiagnostiek om helder te krijgen welke hulp het beste bij hem past. Dit wordt inmiddels in gang gezet gedurende zijn verblijf in voorarrest. Bij het opstellen van het plan van aanpak zal ook aandacht zijn voor de indirect delictgerelateerde leefgebieden als relatie partner en gezin, middelengebruik en houding.
Er is een gemiddeld hoge kans op algemene recidive en een laag gemiddeld risico op geweld.
De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht, gedragsinterventie cognitieve vaardigheden, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, meewerken aan schuldhulpverlening en het meewerken aan middelencontrole.
Gelet op de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten kan naar het oordeel van de rechtbank met geen andere straf worden volstaan dan een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van
42 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren passend en geboden. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf zal de rechtbank de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden, zoals hierna in het dictum opgenomen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.
De rechtbank acht de onder verdachte inbeslaggenomen telefoon (Apple Iphone) vatbaar voor verbeurdverklaring nu de bewezen verklaarde feiten 1 primair en 2 primair zijn begaan met behulp van dit voorwerp.
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte inbeslaggenomen laptop (HP, zwart) kan worden teruggegeven aan verdachte, omdat het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart de onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4 ten laste gelegde feiten bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 12 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich meldt op afspraken bij Reclassering Nederland, [adres] (telefoonnummer: [telefoonnummer] ), zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact opnemen voor de eerste afspraak. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde volgt de aanwijzingen en opdrachten die door de reclassering worden gegeven in het kader van het toezicht op, voor zover niet in andere voorwaarden reeds benoemd. Hier kunnen ook huisbezoeken bij horen. De veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering. Binnen het toezicht worden (sub)doelen geformuleerd waarvoor de veroordeelde zich in zal zetten deze te behalen. De veroordeelde geeft hierbij inzicht in zijn sociaal netwerk;
dat de veroordeelde actief deelneemt, indien dit uit de verdiepingsdiagnostiek naar voren komt, aan degedragsinterventie COVA en/of agressieregulatie training op maat of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. De veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
dat de veroordeelde zich, indien dit uit verdiepingsdiagnostiek naar voren komt, laat behandelen doorHumanitas of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
dat de veroordeelde, indien de reclassering dat nodig vindt, verblijft bij Wender of een andere instellingvoor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zodra mogelijk. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
dat de veroordeelde meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van
afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
6. dat de veroordeelde meewerkt aan controle van het gebruik van softdrugs om abstinentie te blijvenmonitoren. De reclassering kan urineonderzoek gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een ofmeer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
aan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven laptop (HP,
zwart).
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Faber, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. H. Supèr, rechters, bijgestaan door mr. H. Wachtmeester-Koning, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 augustus 2024.
Mr. H. Supèr is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2024 tot 18 maart 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende MDMA en/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 1 januari 2024 tot 18 maart 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende MDMA en/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine en/of cocaïne en/of metamfetamine (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2024 tot 18 maart 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Emmen, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen zijn, verdachtes, woning/verblijfplaats (gelegen aan [adres] ) voor de opslag van voornoemde verdovende middelen ter beschikking te stellen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2024 tot 18 maart 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende hennep en/of hasjiesj, zijnde hennep en/of hasjiesj (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 1 januari 2024 tot 18 maart 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende hennep en/of hasjiesj, zijnde hennep en/of hasjiesj (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2024 tot 18 maart 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Emmen, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen zijn, verdachtes, woning/verblijfplaats (gelegen aan [adres] ) voor de opslag van voornoemde verdovende middelen ter beschikking te stellen;
3.
hij op of omstreeks 18 maart 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad:
  • ongeveer 3.828,25 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of
  • ongeveer 94,56 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,
  • ongeveer 5.635,38 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of- ongeveer 1.451,04 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende metamfetamine zijnde amfetamine en/of cocaïne en/of MDMA en/of metamfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
hij op of omstreeks 18 maart 2024 te [plaatsnaam] , in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad:
  • ongeveer 9.937 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep en/of
  • ongeveer 982 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende hasjiesj, zijnde hennepen/of hasjiesj (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.
1. PV van verhoor verdachte door de rechter-commissaris d.d. 21 maart 2024