3.1.[eiseres] vordert - na wijziging van eis - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
A. De koopovereenkomst met betrekking tot de auto te ontbinden en [gedaagde] te veroordelen de volledige koopsom ad € 3.600,- aan [eiseres] terug te betalen of een evenredig deel daarvan indien de kantonrechter slechts partiele ontbinding wettigt tot een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
Subsidiair (bedrog dan wel dwaling)
Te bepalen dat [eiseres] gedwaald heeft en dat [gedaagde] met opzet blijkens diens wetenschap (bedrog) dan wel zonder wetenschap (dwaling) gehandeld heeft ten gevolge waarvan [eiseres] heeft gedwaald en de vernietiging (van de koopovereenkomst) uit te spreken en [gedaagde] te veroordelen tot terugbetaling aan [eiseres] van de koopsom ad € 3.600,-;
[gedaagde] te veroordelen de auto onmiddellijk te vrijwaren, op straffe van een dwangsom van € 500,- per (onvoltooid deel van een) dag dat [gedaagde] geen deugdelijk vrijwaringsbewijs verschaft aan [eiseres] en daarmee [eiseres] bevrijdt van haar kentekenhouderverplichtingen (MRB en WA), een en ander tot een maximum van
€ 20.000,-;
Meer subsidiair (in geval de vordering tot ontbinding wordt afgewezen, kosteloos herstel)
[gedaagde] te veroordelen om de auto op te (laten) halen en de gebreken kosteloos te herstellen. Indien [gedaagde] de auto nog niet onder zich heeft, dient deze op straffe van de onder B. genoemde dwangsom veroordeeld te worden tot het (laten) ophalen van de auto voor rekening van [gedaagde] , alsook aan [eiseres] kosteloos (gelijkwaardig) vervangend vervoer te verschaffen gedurende de herstelperiode;
Primair, subsidiair en meer subsidiair
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van:
Vergoeding van de aanvullende schadeposten zoals genoemd in het lichaam van de dagvaarding en onderbouwd met nadere producties e.e.a. mede krachtens artikel 6:275 BW in combinatie met artikel 3:120 lid 2 BW:
1. Motorrijtuigenbelasting € 117,00 per maand, vanaf datum van verschuldigdheid (25-10-2023) tot datum van schorsing (03-11-2023). Tot op heden begroot op
€ 31,00;
2. Verzekeringspremies € 27,95 per maand, vanaf datum van verschuldigdheid
(25-10-2023) tot datum van schorsing van het kenteken (03-11-2023). Tot op heden begroot op € 27,95;
3. Extra kosten € 298,37;
4. Buitengerechtelijke incassokosten € 586,85;
De wettelijke rente over de hoofdsom en de nevenvorderingen, berekend vanaf datum van aankoop, aangezien [eiseres] sindsdien dat bedrag heeft moeten missen zonder het genot te hebben van een conforme auto en dat gevolg aan [gedaagde] te wijten is, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum, tot de dag der algehele voldoening;
De kosten van dit geding met het verzoek de nakosten (nasalaris) te begroten in het dictum;
Dat de kantonrechter bij tussenvonnis [eiseres] opdraagt om nader bewijs te leveren van het gebrek en zo nodig ook nader bewijs dat het gebrek niet tot de verwachting behoort en daarmede grond geeft voor het gebrek aan overeenstemming: de non-conformiteit;
Uiterst subsidiair
I. Dat de kantonrechter – al dan niet per tussenvonnis – oordeelt dat in het onderhavige geval [gedaagde] gelet op het ontbreken van tegendeelbewijs, gehouden wordt om nader onderzoek te doen aan de auto en deze daartoe op te halen en – nu voorwaardelijk te oordelen dat – voor zover uit dat onderzoek ook voor [gedaagde] genoegzaam blijkt dat het gebrek aanwezig is en dat sprake is van een gebrek aan overeenstemming, [gedaagde] voor diens rekening tot herstel over dient te gaan met verschaffing van vervangend vervoer aan [eiseres] .