In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 17 april 2024 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot gezamenlijk gezag over twee minderjarige kinderen, ingediend door de man en de vrouw. De moeder van de kinderen is recentelijk overleden, wat aanleiding geeft tot zorgen over de rol van de moeder in het leven van de kinderen en hun rouwverwerking. De rechtbank heeft op 4 december 2023 een verzoekschrift ontvangen van de man en de vrouw, die sinds 2018 samenwonen en een samenlevingscontract hebben. De kinderen wonen bij hen en hebben eerder onder toezicht gestaan van het Regiecentrum Bescherming en Veiligheid. De rechtbank heeft de zaak op 22 maart 2024 mondeling behandeld, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig was. De man en de vrouw hebben verzocht om gezamenlijk gezag, zodat de vrouw juridisch gezien ook als moeder kan worden erkend. De rechtbank heeft echter zorgen geuit over de impact van het verzoek op de rouwverwerking van de kinderen en de rol van de overleden moeder. De Raad heeft aangeboden om onderzoek te doen naar de situatie van de kinderen en hun rouwproces. De rechtbank heeft besloten om verdere beslissingen aan te houden in afwachting van het advies van de Raad, dat binnen zes maanden moet worden ingediend.