In deze zaak heeft de Stichting I Respect Animals (SIRA) een kort geding aangespannen tegen gedaagden, die een hond genaamd Boneca in hun bezit hebben. SIRA vordert de teruglevering van Boneca, die eerder aan gedaagden was geleverd onder een opvangcontract. Dit contract bevatte bepalingen over de teruglevering van de hond aan SIRA. Gedaagden hebben echter geweigerd om Boneca terug te geven, ondanks een eerdere veroordeling in een kort geding op 8 mei 2024, waarin hen werd opgedragen de hond terug te leveren op straffe van een dwangsom. De kantonrechter heeft in deze eerdere uitspraak een dwangsom van maximaal € 20.000,00 opgelegd voor het niet nakomen van deze verplichting.
In het huidige kort geding heeft SIRA opnieuw om teruglevering van Boneca gevraagd, met een wijziging van eis en een verzoek om aanvullende dwangsommen. Gedaagden hebben verweer gevoerd, waarbij zij hun emotionele band met Boneca benadrukken en aangeven dat zij de hond willen kopen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagden niet hebben voldaan aan de eerdere veroordeling en dat de dwangsommen inmiddels zijn verbeurd. De rechter heeft geoordeeld dat SIRA een spoedeisend belang heeft bij de teruglevering van Boneca, aangezien het hier om een levend dier gaat. De kantonrechter heeft de vordering van SIRA toegewezen, met de verplichting voor gedaagden om Boneca binnen drie dagen na betekening van het vonnis terug te leveren, en heeft een nieuwe dwangsom van € 1.000,00 per dag opgelegd tot een maximum van € 40.000,00.
Daarnaast zijn gedaagden veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.192,61. De rechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat SIRA direct uitvoering kan geven aan de uitspraak, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.