ECLI:NL:RBNNE:2024:3039
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor het uitlokken van een vuurwerkbom en brandstichting bij een caravanbedrijf
Op 6 augustus 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het uitlokken van het tot ontploffing brengen van een vuurwerkbom (VBC) en brandstichting bij een caravanbedrijf. De verdachte, geboren in 1996 en thans gedetineerd, werd bijgestaan door advocaat mr. A.A. Boersma, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. A.J. Kemkers. De tenlastelegging betrof het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing en/of brand door middel van zware vuurwerkstukken en het uitlokken van medeverdachten om deze daden te plegen.
Tijdens de zitting op 23 juli 2024 werd het bewijs besproken, waaronder getuigenverklaringen en digitale communicatie tussen de verdachte en medeverdachte. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en stelde dat de verdachte medeverdachte had uitgelokt door hem een beloning in het vooruitzicht te stellen en middelen te verschaffen. De verdediging betoogde echter dat de verdachte niet opzet had op het delict en dat het wilsbesluit tot het plegen van het delict bij de medeverdachte zelf was ontstaan.
De rechtbank oordeelde dat, hoewel de medeverdachte daadwerkelijk een VBC tot ontploffing had gebracht, er onvoldoende bewijs was dat de verdachte hem had aangezet tot dit specifieke delict. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet had aangestuurd op het plegen van het strafbare feit en sprak hem vrij van de tenlastelegging. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.