Op 24 juli 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van verplichte zorg voor een betrokkene. De rechtbank heeft het verzoek tot beëindiging van de verplichte zorg afgewezen, omdat er nog steeds voldaan wordt aan de criteria voor verplichte zorg en het doel ervan nog niet is bereikt. Betrokkene verblijft nog in de instelling en staat onvoldoende open voor vrijwillige hulp.
De procedure begon op 26 februari 2024, toen betrokkene een aanvraag indiende voor beëindiging van de verplichte zorg. De geneesheer-directeur weigerde deze aanvraag op 7 maart 2024. Vervolgens heeft betrokkene op 16 april 2024 een verzoekschrift ingediend bij de officier van justitie, die op 8 juli 2024 een verzoekschrift bij de rechtbank indiende. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juli 2024 zijn betrokkene en haar advocaat gehoord, maar de officier van justitie was afwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene op 22 november 2023 een zorgmachtiging voor een jaar heeft gekregen en dat zij op 31 januari 2024 is opgenomen in een instelling. Ondanks betrokkene's verzoek om beëindiging van de zorgmachtiging, concludeerde de rechtbank dat de situatie van betrokkene nog niet zodanig is verbeterd dat beëindiging van de zorgmachtiging gerechtvaardigd is. De rechtbank oordeelde dat de zorgmachtiging noodzakelijk blijft tot en met 22 november 2024, gezien de ernst van de psychische aandoening van betrokkene en het risico op ernstig nadeel in de thuissituatie.