ECLI:NL:RBNNE:2024:2926

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
30 juli 2024
Publicatiedatum
31 juli 2024
Zaaknummer
18.004294.22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van de productie en handel in amfetamine in een drugslaboratorium

Op 30 juli 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het medeplegen van de productie van amfetamine in een drugslaboratorium. De verdachte was aanwezig op het perceel in Coevorden, waar op 5 januari 2022 een drugslaboratorium werd aangetroffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, betrokken was bij de grootschalige productie van amfetamine, waarbij verschillende chemicaliën en apparatuur werden aangetroffen. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. L. van Poucke, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. N. Tromp. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de productie en het bezit van amfetamine, en dat hij opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 620 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die stappen had gezet om zijn leven te stabiliseren.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18.004294.22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 30 juli 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 3 en 4 juli 2024. Op 16 juli 2024 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten.
Verdachte is telkens verschenen, bijgestaan door mr. L. van Poucke, advocaat te Best. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. N. Tromp.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2021 tot en met 5 januari 2022 te [plaats] , gemeente Coevorden, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (in een pand/boerderij/schuur aan het [adres] ) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (B) en/of vervaardigd (D), een (grote) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of één of meerdere onbekend gebleven personen, op één of meerdere tijdstippen, in de periode van 1 december 2021 tot en met 5 januari 2022 te [plaats] , gemeente Coevorden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk (in een pand/boerderij/schuur aan het [adres] ) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (B) en/of vervaardigd (D), een (grote) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, (telkens) een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die weten, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meerdere tijdstippen, in de periode van 1 december 2021 tot en met 5 januari 2022 te [plaats] , gemeente Coevorden, althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door in en/of rondom het drugslab aan het [adres] :
- schoonmaak- en/of opruimwerkzaamheden te verrichten, bestaande uit (onder meer) het schoonmaken van de ketels en/of vloeren en/of het legen/opstapelen/wegzetten van meerdere (gevulde) jerrycans en/of andere voorwerpen;
2.
hij op of omstreeks 5 januari 2022 te [plaats] , gemeente Coevorden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk (in een pand/boerderij/loods aan het [adres] ) aanwezig heeft gehad (C) een (grote) hoeveelheid van (ongeveer) 517 liter amfetamine(-olie) (O8A en P23 t/m P26), in elk geval een (grote) hoeveelheid amfetamine(-olie), zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2021 tot en met 5 januari 2022 te [plaats] , gemeente Coevorden, en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk
  • telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren (B) en/of
  • vervaardigen (D) en/of van een of meer hoeveelhe(i)d(en) amfetamine(-olie), zijnde amfetamine(-olie) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen:
  • een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid
en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
  • zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
  • voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van het/die delict(en), immers, heeft/hebben hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn
mededader(s) in voornoemde periode en op een of meer van voornoemde pleegplaatsen (telkens): (uit het proces-verbaal van analyseresultaten en bevindingen [adres] d.d. 13 januari 2022 (JM133;
dossierpagina 80 e.v.) en het proces-verbaal van analyseresultaten en bevindingen [adres] d.d. 11 april 2022 (JM369; dossierpagina 122 e.v.) in/op een pand/boerderij/perceel aan het [adres] te [plaats] heeft/hebben gebruikt en/of een (compleet) in werking zijnde laboratorium-opstelling/productieplaats (drugslab) opgezet en/of in stand gehouden, bedoeld voor de opslag van
grondstoffen/chemicaliën en/of voor de productie en/of vervaardiging van amfetamine en/of de productie van MAPA/BMK-Glycidezuur naar BMK (Benzylmethylketon), in elk geval een stof vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of in dat drugslab (in ieder geval) de volgende voorwerpen/producten, te weten grondstoffen en/of chemicaliën en/of productiemiddelen en/of productievoorwerpen en/of hulpmiddelen en/of laboratoriumbenodigdheden gebruikt en/of bereid en/of opgeslagen en/of voorhanden heeft/hebben gehad, bedoeld voor de productie van BMK en/of (vervolgens) amfetamine(-olie), althans synthetische drugs, waaronder:
  • 520 liter, althans een aanzienlijke hoeveelheid, formamide (O2A, P6), en/of
  • 980 liter, althans een aanzienlijke hoeveelheid, fosforzuur (O4A, P7), en/of
  • 330 liter, althans een aanzienlijke hoeveelheid, mierenzuur (O1A, P8), en/of
  • 570 kilogram, althans een aanzienlijke hoeveelheid, Caustic Soda (P13), en/of
  • een hoeveelheid MAPA (O7 en O7-A), en/of
  • een hoeveelheid BMK, en/of
  • diverse hardware, waaronder (13) maatbekers en/of (4) RVS-reactieketels en/of roermechanismes en/of
(3) volle propaanflessen (van 30 kilogram) en/of gasflessen en/of gasbranders en/of (11) klemdekselvaten en/of lucht-, water- en gasslangen en/of (3) gaswassers en/of (16) IBCs en/of (295) gevulde en niet- gevulde jerrycans en/of (3)
scheitrechters en/of (9) speciekuipen en/of een stoomgenerator en/of handschoenen en/of gasmaskers, althans een grote/aanzienlijke hoeveelheid hardware;

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft allereerst aangegeven dat zij zich aansluit bij het door mr. Y. Moszkowicz in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 3] gevoerde verweer dat er in die zaak sprake is van één of meer vormverzuimen ex artikel 359a Sv, welke vormverzuimen bewijsuitsluiting tot gevolg moeten hebben.
Indien de rechtbank van oordeel is dat daar in die zaak inderdaad sprake van is en indien de betreffende vormverzuimen of onrechtmatige handelingen van bepalende invloed zijn geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek naar en/of de (verdere) vervolging van verdachte ter zake van het ten laste gelegde, verzoekt de raadsvrouw de rechtbank om daaraan in de onderhavige zaak hetzelfde rechtsgevolg te verbinden als in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 3] . De raadsvrouw heeft hierbij verwezen naar ECLI:NL:HR:2020:1889.
Subsidiair, indien de rechtbank voornoemd verweer verwerpt, dan wel indien zij hier geen rechtsvervolgen aan verbindt, heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd. Ten aanzien van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft zij hiertoe aangevoerd dat verdachte geen wetenschap had van het in de loods aan het [adres] gevestigde drugslab en dat hij hier op geen enkele manier bij betrokken is geweest. Verdachte heeft ter terechtzitting van 20 september 2022 bovendien een alternatief scenario geschetst betreffende zijn aanwezigheid in [plaats] , welk scenario niet op voorhand volstrekt onaannemelijk en/of ongeloofwaardig is en dat bovendien niet wordt weerlegd door de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw zich eveneens op het standpunt gesteld dat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken, nu hij geen wetenschap had van en geen beschikkingsmacht had over de amfetamine(-olie) die zich op dat moment in de in het laboratorium aangetroffen ketels en in de plastic literflessen (die in een big shopper zaten) bevond. Dit geldt ook voor hetgeen hem onder 3 ten laste is gelegd. Verdachte had geen opzet op de voorbereiding en bevordering van de productie van harddrugs omdat hij geen wetenschap had van en geen beschikkingsmacht had over de in de loods aangetroffen goederen en stoffen zoals omschreven in de tenlastelegging. Ook hiervan dient verdachte derhalve te worden vrijgesproken.
Oordeel van de rechtbank
Bewijsuitsluiting wegens vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek van de medeverdachte?
Onder verwijzing naar hetgeen is overwogen in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 3] stelt de rechtbank vast dat er geen sprake is van vormverzuimen ex artikel 359a Sv in het voorbereidend onderzoek in die zaak. Reeds daarom moet het verweer van de verdediging worden verworpen, waardoor het meerdere geen bespreking meer behoeft.

Bewijsmiddelen

Omwille van de leesbaarheid van het vonnis wordt voor wat betreft de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen verwezen naar de uitwerking daarvan. Deze uitwerking is als bijlage I bij dit vonnis gevoegd en de inhoud van die bijlage dient als hier ingelast te worden beschouwd.

Feiten en omstandigheden

Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 5 januari 2022 is er in een loods op het perceel [adres] te [plaats] een drugslaboratorium aangetroffen, in welk drugslaboratorium op dat moment sprake was van een actief productieproces.
De gebruiker van voornoemd perceel en voornoemde loods, te weten medeverdachte [medeverdachte 2] (zijn partner [naam] was van dat perceel en die loods de eigenaar), bevond zich op het moment van de instap in zijn woning op het terrein. Hij is ter plekke aangehouden.
Op het perceel bevond zich een houten bijgebouw dan wel vakantiehuisje, waarin drie mannen werden aangetroffen. Deze mannen, te weten verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] , zijn eveneens toen ter plekke aangehouden.
De Landelijke Faciliteit Ontmantelen van de Landelijke Eenheid van de politie, Dienst Specialistische Operaties (LFO) heeft de loods onderzocht, een inventarisatielijst opgemaakt van al hetgeen zij daar heeft aangetroffen en voorts alle goederen die te relateren zijn aan de vervaardiging van verdovende middelen nader onderzocht, beschreven, gefotografeerd en deels bemonsterd. Deze monsters zijn ter analyse overgebracht naar het NFI.
Onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft aangetoond dat het onderzoeksmateriaal afkomstig uit de loods amfetamine(-olie) en hulpstoffen/tussenproducten voor de vervaardiging van synthetische drugs bevat.
De LFO heeft vervolgens, na kennisname van het rapport van het NFI, definitief geconcludeerd dat het als drugslaboratorium ingerichte deel van de loods op het moment van ontdekking in gebruik was voor de zeer grootschalige vervaardiging van benzylmethylketon (BMK) en amfetamine(-olie) vanuit BMK middels de Leuckart-methode.

Bewijsoverwegingen

Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde
Ten aanzien van de vraag of verdachte betrokken is geweest bij de productie van amfetamine(-olie) en zo ja, op welke wijze de rol die hij hierin heeft gehad juridisch dient te worden gekwalificeerd, overweegt de rechtbank als volgt.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat er sprake was van een actief en grootschalig productieproces op het moment van de instap in de loods. In de productieruimte van het drugslab stonden vier opstellingen van reactieketels waarvan er drie in werking waren. Hiervan stonden de roermotoren en gasbranders aan. De reactieketels hadden een temperatuur van 100 graden Celsius op de temperatuurmeter en op de muur achter de reactieketels stonden verhoudingen van diverse kookstappen. Er was een zoemend geluid te horen en een sterke chemische geur te ruiken.
De rechtbank overweegt dat het een feit van algemene bekendheid is dat het productieproces van amfetamine(-olie) middels de Leuckart-methode niet eenvoudig is. Het betreft een ingewikkeld en nauwkeurig scheikundig proces dat voortdurend in de gaten dient te worden gehouden en waarbij de inzet van meerdere mensen (laboranten/koks), die actief met dit proces bezig, zijn vereist is. Het ligt niet in de rede om aan te nemen dat een dergelijk grootschalig en ingewikkeld proces door één persoon uitgevoerd kan worden.
Wat tevens vast staat is dat er op 5 januari 2022 naast verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] (behoudens medeverdachte [medeverdachte 2] , aan wie de rechtbank een andere rol in het geheel heeft toebedeeld) geen andere personen op het perceel [adres] aanwezig waren die dit actieve productieproces op dat moment hebben kunnen uitvoeren.
In het houten bijgebouw/vakantiehuisje waarin verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] werden aangetroffen en waarin zij al enige tijd verbleven, werd in de eerste slaapkamer de mobiele telefoon (HTC) van verdachte [medeverdachte 4] aangetroffen. Naast deze telefoon lag een notitieblok met daarop notities waarvan de verbalisanten vermoeden dat dit berekeningen betreft voor het maken van amfetamine(-olie).
Voorts werd in de keuken van voornoemd huisje, aan een kapstok, een overall aangetroffen, welke overall dezelfde geur had als de geur die in het drugslaboratorium te ruiken was.
Op de tweede slaapkamer werd op de vloer onder het rechter stapelbed een Google Pixel mobiele telefoon aangetroffen, waarvan medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat deze aan hem toebehoort. Onder datzelfde bed werd kleding aangetroffen, welke kleding net als de in de keuken aangetroffen overall dezelfde geur had als de geur die in het drugslaboratorium te ruiken was.
In de loods waarin het drugslaboratorium gevestigd was, werden bovendien diverse gasmaskers en handschoenparen aangetroffen, met daarop DNA-sporen die volgens onderzoek van het NFI met meer of mindere mate van waarschijnlijkheid afkomstig kunnen zijn van verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] .
Dat verdachte, zoals hij ter terechtzitting heeft verklaard, geen wetenschap had van het feit dat er een synthetisch drugslab in de loods gevestigd was, dat hij enkel een paar dagen aan het [adres] aanwezig was om te feesten, te chillen en drugs te gebruiken en dat hij gedurende die periode op verzoek van de eigenaar hout in de houtkachel dan wel naar buiten heeft gegooid, ten behoeve van welke werkzaamheden hij de handschoenen en gasmaskers zou hebben gebruikt waarop zijn DNA is aangetroffen, acht de rechtbank in het licht van het voorgaande volstrekt ongeloofwaardig en onaannemelijk. Dit maakt ook dat het naar het oordeel van de rechtbank, anders dan de stelligheid van de raadsvrouw hieromtrent, niet heel veel uitmaakt waar in de loods de handschoenen en gasmaskers met daarop DNA-sporen van verdachte precies zijn aangetroffen. Gelet op het voorgaande hecht de rechtbank geen geloof aan het door verdachte geschetste scenario, dat evenmin door andere vast te stellen feiten wordt ondersteund.
Op grond van al het voorgaande acht de rechtbank daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte als uitvoerder (laborant/kok) werkzaam is geweest in het drugslab.
Medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarom acht de rechtbank het ten
laste gelegde medeplegen ook wettig en overtuigend bewezen.
Periode
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich gedurende de periode van 3 tot en met 5 januari 2022 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van kort gezegd het produceren van amfetamine(-olie). Op basis van het dossier kan de rechtbank niet met voldoende zekerheid vaststellen dat verdachte zich al eerder, sinds 1 december 2022 (zoals ten laste is gelegd) hieraan schuldig heeft gemaakt. Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank de ANPR-gegevens van het voertuig van verdachte en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] over verdachte hiervoor onvoldoende. Van dit deel van de tenlastelegging, de langere periode, spreekt de rechtbank verdachte daarom partieel vrij.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Gelet op het voorgaande is de rechtbank eveneens van oordeel dat verdachte (en zijn medeverdachten) wetenschap had(den) van en beschikkingsmacht had(den) over de in het drugslab aangetroffen 517 liter (ruwe) amfetamine(-olie). De rechtbank acht derhalve ook het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Bij de vraag of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen zoals onder 3 ten laste gelegd, gaat de rechtbank uit van de feiten en omstandigheden zoals hiervoor zijn weergegeven. Uit het rapport van de LFO blijkt dat de goederen en hoeveelheden zoals genoemd in de tenlastelegging in de loods zijn aangetroffen. Deze goederen waren onmiskenbaar bestemd voor de productie van amfetamine. Gelet op de rol die verdachte heeft gehad staat vast dat verdachte de goederen die in de loods stonden opgeslagen voorhanden heeft gehad, zodat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1. primair.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 3 januari 2022 tot en met 5 januari 2022 te [plaats] , gemeente Coevorden, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk in een pand/schuur aan het [adres] heeft vervaardigd, (grote) hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 5 januari 2022 te [plaats] , gemeente Coevorden, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, in een pand/loods aan het [adres] , aanwezig heeft gehad een (grote) hoeveelheid van (ongeveer) 517 liter amfetamine(-olie), zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 3 januari 2022 tot en met 5 januari 2022 te [plaats] , gemeente Coevorden, tezamen en in vereniging met anderen, telkens om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervaardigen van hoeveelheden
amfetamine(-olie), zijnde amfetamine(-olie) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen:
- voorwerpen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededaders wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van het delict,
immers, hebben hij, verdachte, en (een of meer van) zijn mededaders in voornoemde periode en op voornoemde pleegplaats telkens:
een pand/perceel aan het [adres] te [plaats] gebruikt en een compleet in werking zijnde laboratorium- opstelling/productieplaats (drugslab) in stand gehouden, bedoeld voor de opslag van grondstoffen/chemicaliën en voor de productie en vervaardiging van amfetamine en de productie van MAPA/BMK-Glycidezuur naar BMK (Benzylmethylketon), en in dat drugslab in ieder geval de volgende voorwerpen/producten, te weten grondstoffen en chemicaliën en productiemiddelen en productievoorwerpen en hulpmiddelen en laboratoriumbenodigdheden gebruikt en/of bereid en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad, bedoeld voor de productie van BMK en (vervolgens) amfetamine(-olie), waaronder:
  • 520 liter formamide , en
  • 980 liter fosforzuur, en
  • 330 liter mierenzuur, en
  • 570 kilogram Caustic Soda, en
  • een hoeveelheid MAPA, en
  • een hoeveelheid BMK, en
  • diverse hardware, waaronder 13 maatbekers en 4 RVS-reactieketels en roermechanismes en 3 volle propaanflessen van 30 kilogram en gasflessen en gasbranders en 11 klemdekselvaten en lucht-, water- en gasslangen en 3 gaswassers en 16 IBCs en 295 gevulde en niet-gevulde jerrycans en 3 scheitrechters en 9 speciekuipen en een stoomgenerator en handschoenen en gasmaskers.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1primair. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod
2.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
3.
medeplegen van: om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden (met aftrek van voorarrest), waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het over verdachte opgemaakte rapport van 24 juni 2024. De officier van justitie heeft bij het bepalen van de strafeis rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn, wat neerkomt op een strafkorting van 10%.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, gelet op de door haar bepleite integrale vrijspraak, geen strafmaatverweer gevoerd. Zij heeft wel opgemerkt dat zij de eis van de officier van justitie te hoog vindt en aldus allerminst passend en geboden.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de omtrent hem opgemaakte rapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie
en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van de grootschalige productie van
amfetamine(-olie), aan het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid daarvan en aan het verrichten van voorbereidings- en bevorderingshandelingen daartoe.
Het is algemeen bekend dat de productie van synthetische drugs, en verdovende middelen in het algemeen, zeer schadelijk is voor de volksgezondheid en bovenal voor de gezondheid van de gebruikers van deze middelen. Bovendien gaat de productie van verdovende middelen vaak gepaard met ernstige nevencriminaliteit. Naast het gevaar voor de volksgezondheid schuilt in de productie van synthetische drugs ook (gevaar voor) ernstige schade aan de bodem en het milieu, omdat men zich niet legaal kan ontdoen van afvalstoffen en zich veelal niet bekommert om enig milieuvoorschrift. De kosten die gepaard gaan met het opruimen van deze afvalstoffen zijn hoog en worden gedragen door de maatschappij. Voorts wijst de rechtbank op de vele risicos die gepaard gaan met het opslaan en bewerken van diverse chemicaliën in een illegaal drugslaboratorium, zoals brandgevaar, ontploffingsgevaar en het vrijkomen van giftige dampen. Deze gevaren doen zich voor, niet alleen ten aanzien van de producenten van de drugs, maar ook ten aanzien van mensen die in de omgeving van het drugslaboratorium wonen. Verdachte en zijn mededaders hebben kennelijk enkel gedacht aan eigen financieel gewin dan wel ander voordeel en zich geenszins bekommerd om de risicos voor omwonenden of de schadelijke gevolgen van hun handelen voor de maatschappij en het milieu. Waarbij de rechtbank overigens wel opmerkt dat het zeer voorstelbaar is dat een of meer anderen, niet zijnde verdachte of zijn medeverdachten, het grote(re) financiële gewin behaald en beoogd hebben, en als organisatoren van het drugslab te beschouwen zijn.
De rechtbank rekent dit alles verdachte zeer aan en overweegt dat dergelijke feiten de oplegging van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel zonder meer rechtvaardigen.
De rechtbank realiseert zich echter ook dat zij een veel kortere periode bewezen heeft verklaard dan ten laste is gelegd. Daarnaast constateert zij dat de redelijke termijn waarbinnen de berechting dient plaats te vinden in de onderhavige zaak fors is overschreden, gelet op het feit dat het vonnis vandaag, meer dan 24 maanden na 6 januari 2022, de dag waarop verdachte in verzekering is gesteld, wordt gewezen. Er is geen sprake van bijzondere omstandigheden die deze overschrijding rechtvaardigen. De rechtbank zal bij de bepaling van de straf daarom rekening houden met zowel de korte periode die zij bewezen heeft verklaard als met de overschrijding van de redelijke termijn, door een strafkorting toe te passen.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het over hem opgemaakte reclasseringsrapport van 24 juni 2024. Daarin geeft de reclassering aan dat verdachte reeds sinds zijn 15e in beeld is bij politie en justitie en dat er sindsdien een patroon te zien is van drugsgerelateerde delicten. Sinds de schorsing van zijn voorlopige hechtenis in september 2022 heeft verdachte stappen gezet gericht op het stabiliseren van zijn leven. Zo heeft hij momenteel een huurwoning, heeft hij afstand genomen van zijn destructieve sociale netwerk en heeft hij plannen om vanaf september 2024, samen met twee vrienden, een snackbar over te nemen en te gaan exploiteren. Op praktisch gebied zijn er dan ook geen grote zorgen. De grootste risicos liggen in verdachtes impulsiviteit en beïnvloedbaarheid. Ook zijn drugsgebruik blijft een aandachtpunt. Verdachte gebruikt harddrugs op recreatieve basis en daarnaast dagelijks cannabis. Sinds begin 2023 wordt verdachte behandeld en begeleid door [instelling] , alwaar in verdiepende gesprekken wordt gesproken over de oorzaken van zijn delictgedrag en zijn middelengebruik. Verdachte stelt zich meewerkend op.
De reclassering adviseert de rechtbank om verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan gekoppeld de door haar geformuleerde bijzondere voorwaarden.
Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er op dit moment geen ruimte meer is om aan verdachte nog een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Dit maakt dat de rechtbank verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 620 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
De rechtbank wijkt hiermee af van de eis van de officier van justitie, nu zij gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen van oordeel is dat met voornoemde straf, in dit geval, voldoende recht wordt gedaan aan de ernst van de bewezen verklaarde strafbare feiten.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 55, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 620 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 360 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich meldt bij GGZ reclassering [instelling] op het adres [adres] en dat hij zich zal blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
dat de veroordeelde zich laat behandelen door [instelling] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
dat de veroordeelde meewerkt aan controle van het gebruik van cocaïne om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schuth, voorzitter, mr. M.S. van der Kuijl en
mr. A.L.J.M.A. Janssens, rechters, bijgestaan door mr. L. van der Weide, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 juli 2024.
Mr. Janssens is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Bijlage I

De rechtbank past ten aanzien van het hierna onder 1 primair, 2 en 3 bewezen verklaarde de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 3 juli 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik verbleef van 3 tot en met 5 januari 2022 samen met anderen op het perceel [adres] te [plaats] . Ik verbleef in het houten bijgebouw/vakantiehuisje op het terrein. De eigenaar van het perceel vroeg mij om wat opruimwerkzaamheden voor hem te verrichten. Ik heb hout uit de voorruimte van de loods gehaald en in de houtkachel gegooid. Grote stukken hout heb ik buiten neergelegd. Bij deze werkzaamheden maakte ik gebruik van handschoenen en mondmaskers.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 januari 2022, opgenomen op pagina 80 e.v. van deel 1 van het dossier van politie Noord-Nederland met nummer 2022004901 d.d. 1 juni 2022, inhoudend als relaas van de verbalisanten:
Hierbij verklaren wij, allen werkzaam als LFO-expert bij de Landelijke Eenheid, het volgende. Op 5 januari 2022 hebben wij een onderzoek ingesteld in een loods op locatie [adres] te [plaats] . Deze loods was in gebruik voor de zeer grootschalige productie van amfetamine en BMK. De loods bestond uit vier delen:
  • het voorste deel van de loods, ruimte [O]
  • het tweede gedeelte van de loods, de productieruimte [P]
  • het derde gedeelte van de loods, de destillatieruimte [D]
  • het vierde deel van de loods
Productieruimte [P]:
Links in de productieruimte stonden vier opstellingen van reactieketels. Bij aankomst waren er drie hiervan in werking, hiervan stonden de roermotoren en de gasbranders aan. Drie reactieketels hadden een temperatuur van 100 graden Celsius op de temperatuurmeter. Op de muur achter de reactieketels stonden verhoudingen van de diverse kookstappen.
Destillatieruimte [D]:
Links in de destillatieruimte stonden een aantal lege blauwe 200 liter klemdekselvaten. In het midden van deze ruimte stonden twee grote destillatieopstellingen. De opstellingen bestonden beide uit een destillatieketel gekoppeld aan twee stoomgeneratoren. Op de destillatieketel was een destillatiebuis bevestigd. Onder de destillatieketel lagen vier branders welke aan elkaar gekoppeld waren. Deze waren gekoppeld aan twee gekoppelde gasflessen. Op de deuren van de wc ruimtes waren aantekeningen geschreven met betrekking tot tijden en hoeveelheden.
Nader onderzoek en monsterneming:
Wij hebben de loods nader onderzocht en alle goederen die te relateren zijn aan de vervaardiging van verdovende middelen nader onderzocht, beschreven, gefotografeerd en deels bemonsterd.
Indien meerdere IBC s, jerrycans of vaten als één partij worden omschreven dan is dit omdat de inhoud van deze jerrycans of vaten organoleptisch gelijk is. Als van een partij een monster is genomen, dan is dit aselect uit een van de verpakkingen in deze partij gedaan.
Ten behoeve van de voorlopige vaststelling van de aangetroffen chemicaliën werd door ons onder andere gebruik gemaakt van een identificatieapparaat dat werkt op basis van Ramantechnologie, de Thermo Scientific First Defender (FD).
Deze monsters worden ter analyse overgebracht naar het NFI afdeling verdovende middelen te Den Haag. De inhoud van de op pagina 83 e.v. opgenomen inventarisatielijst zal de rechtbank ten behoeve van de overzichtelijkheid niet integraal opnemen; zij verwijst daarnaar en acht de inhoud daarvan hier in ingevoegd.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 januari 2022, opgenomen op pagina 46 e.v. van deel 1 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van de verbalisant: Ik, AOTNON348, werkzaam bij de Landelijke Eenheid van de politie, ingedeeld bij het Aanhouding en Ondersteuningsteam locatie Noord Oost en onder genoemd nummer bekend in de administratie van dit
team, verklaar:
Ik kreeg het verzoek om een aanvullend proces-verbaal op te maken, daarin geef ik aan waar de verdachten zich bevonden op het moment van de aanhoudingen.
Verdachte 1 ( [medeverdachte 2] ) werd aangehouden in gebouw A.
Verdachten 2, 3 en 4 ( [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en [verdachte] ) werden aangehouden in gebouw C.
Foto van het perceel en de gebouwen met aanduiding A, B, C, D.
4. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2022.01.12.170 (aanvraagnummer 002), d.d. 3 maart 2022, opgenomen op pagina 418 e.v. van deel 2 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige:
Inventarisatielijst
NFI-rapport
O8A: 7 literflessen met geel/oranje olieachtige vloeistof, met
O8A: bevat amfetamine
de geur van amfetamine
P23A: bevat amfetamine
P23A: 60 liter bruine olielaag (in een in werking zijnde
P24A: bevat amfetamine
reactieketel, op een onderlaag van 100 liter kleurloze waterige
P25A: bevat amfetamine
vloeistof)
P24A: 220 liter bruine olielaag (in een in werking zijnde
reactieketel, op een onderlaag van 300 liter waterige vloeistof)
P25A: 230 liter bruine olieachtige vloeistof (in een in werking
zijnde reactieketel, op een onderlaag van 500 lieter waterige
vloeistof)
Inventarisatielijst
NFI-rapport
O2(-A):FD-formamide, 480L
O3:FD-formamide, 520L
P6:FD-formamide, 40L
O2-A:bevat formamide; resultaat conform etiket
O4(-A):FD-fosforzuur, 380L
P7:FD-fosforzuur, 600L
O4-A:bevat fosforzuur; resultaat conform
etiket
O1(-A):FD-mierenzuur, 320L
P8:Geen FD. Wel hetzelfde etiket als O1(-A) en half gevuld, 10L
O1-A:bevat mierenzuur, resultaat conform etiket
P13:etiket: Wodorotlenek Sodu Staly, 22x25KG + 20 KG=570
KG
"Bevat het onderzoeksmateriaal Opiumwetsubstanties?"
In de onderzoeksmaterialen zijn amfetamine en metamfetamine aangetoond. Amfetamine en metamfetamine zijn vermeld op lijst I van de Opiumwet.
"Bevat het onderzoeksmateriaal grondstoffen/hulpstoffen/tussenproducten voor de vervaardiging en/of bewerking van (synthetische) drugs?"
In de onderzoeksmaterialen zijn mierenzuur, formamide, fosforzuur, MAPA (methyl alfa-fenylacetoacetaat), N-formylamfetamine en BMK (benzylmethylketon) aangetoond.
In relatie tot drugs is MAPA een grondstof voor BMK. BMK is een grondstof voor amfetamine en metamfetamine. In relatie tot drugs wordt de combinatie van BMK, formamide en mierenzuur gebruikt bij de vervaardiging van amfetamine met de Leuckartmethode. N-formylamfetamine is het tussenproduct in deze vervaardiging. Fosforzuur wordt in de chemische industrie veelvuldig toegepast. In relatie tot drugs kan deze stof worden gebruikt bij de vervaardiging en/of bewerking van diverse drugs.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van analyseresultaten en bevindingen d.d. 11 april 2022, opgenomen op pagina 122 e.v. van deel 1 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van de verbalisanten:
Hierbij verklaar ik, hoofdinspecteur van politie en werkzaam als LFO-expert, het volgende, Dit proces- verbaal is een aanvulling op het eerder, mede door mij, opgemaakte proces-verbaal van 13 januari 2022.
Voorraad chemicaliën:
570 kilo Caustic Soda (P13), 330 liter Mierenzuur (O1A, P8), 520 liter Formamide (O2A, P6), 980 liter Fosforzuur (O4A,P7).
De loods was op het moment van ontdekking in gebruik voor de zeer grootschalige vervaardiging van amfetamine via de Leuckart-methode. Hierbij is de uitgangsstof BMK zeker voor een deel ter plaatse met behulp van fosforzuur uit preprecursor MAPA vervaardigd.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 januari 2022, opgenomen op pagina 249 e.v. van deel 2 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van de verbalisant:
Op 6 januari 2022 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden op perceel [adres] te [plaats] . Tijdens de doorzoeking werd onder ander het volgende aangetroffen in pand 3 (houten bijgebouw/bijwoning):
Keuken:
In de keuken werd aan de kapstok een overall met opdruk SGS aangetroffen. Deze overall had dezelfde geur als de geur die in het drugslaboratorium was te ruiken.
Slaapkamer 1:
In de eerste slaapkamer rechts werd bij de televisie een mobiele telefoon van het merk HTC aan de lader aangetroffen. Naast de telefoon werd een notitie aangetroffen welke mogelijk te relateren is aan het vervaardigen van harddrugs.
Slaapkamer 2:
In de slaapkamer rechtdoor werden twee stapelbedden aangetroffen. Op de vloer onder het rechter stapelbed werd een mobiele telefoon van het merk Google Pixel aangetroffen. Dit betreft een cryptotelefoon. Onder hetzelfde bed werd tevens kleding aangetroffen welke dezelfde geur had als de geur die in het drugslaboratorium was te ruiken.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 januari 2022, opgenomen op pagina 317 e.v. van deel 2 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van de verbalisant:
In pand 3 in slaapkamer rechts werd een schrift aangetroffen waarin onderstaande aantekeningen stonden.
Afbeelding links:
Fos390 X 3 = 900+270=1170-740=430:20=22
For234x3 = 600+102=702
Fos 37X20=740
Op voorraad 44 Amide
Bestellen
170 liter AAZ = 9 kannen

12 gasflessen

31 zakken Caustric

22 kannen F05

Afbeelding rechts:
200 x100 = 20.000
130 x 3 = 390
1
130 x 3= 390
390
390
390
1560

60 x 1200 = 72.000

20
52
17
Het vermoeden is dat dit berekeningen zijn voor het maken van de amfetamine-olie. Caustic is vermoedelijk caustic soda. Dit betreft een middel wat onder andere gebruikt wordt voor de productie van amfetamine.
8. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2022.01.12.170 (aanvragen 003 en 004), d.d. 5 april 2022, opgenomen op pagina 427 e.v. van deel 2 van voornoemd dossier, opgemaakt door MSc. S. Smit, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar deskundige verklaring:
1 m
"""
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 augustus 2022 (inclusief bijlagen), opgenomen op pagina 10 e.v. van het aanvullend dossier, inhoudend als relaas van de verbalisant:
In de als bijlage 2 gevoegde schets van de schuur wordt gesproken over drie ruimtes. De voorruimte, ruimte 1 en ruimte 2.