ECLI:NL:RBNNE:2024:288
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige na ernstige mishandeling door de vader
In deze zaak heeft de kinderrechter op 31 januari 2024 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een zestienjarig meisje, hierna aangeduid als '[de minderjarige]', dat ernstig mishandeld is door haar vader. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 18 januari 2024 een verzoek ingediend om [de minderjarige] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis Groningen voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft de zaak mondeling behandeld en vastgesteld dat er een groot risico op herhaling van geweld bestaat, wat heeft geleid tot de beslissing om [de minderjarige] onder toezicht te stellen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [de minderjarige] in haar ontwikkeling ernstig wordt bedreigd en dat haar ouders niet in staat zijn om de noodzakelijke zorg te bieden. Ondanks dat [de minderjarige] weer bij haar ouders woont, zijn er zorgen over de thuissituatie en de mogelijkheid van herhaling van geweld. De kinderrechter heeft benadrukt dat intensieve hulpverlening noodzakelijk is en dat de ouders zich moeten openstellen voor deze hulp om de problematiek aan te pakken.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] met ingang van 31 januari 2024 tot 31 januari 2025 vastgesteld. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.