ECLI:NL:RBNNE:2024:287

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 januari 2024
Publicatiedatum
6 februari 2024
Zaaknummer
18.015859.23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting en diefstal door middel van valse sleutel, gepleegd door een beller, koerier en pinner

Op 26 januari 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1998, die beschuldigd werd van het medeplegen van oplichting en diefstal door middel van valse sleutel. De zaak betreft een reeks van oplichtingen en diefstallen die plaatsvonden tussen 6 juli 2021 en 5 oktober 2021, waarbij de verdachte samen met anderen ouderen telefonisch benaderde en zich voordeed als bankmedewerker. De slachtoffers werden onder druk gezet om hun bankpas en pincode af te geven, met de belofte dat hun rekening beschermd zou worden tegen fraude. De verdachte en zijn mededaders gebruikten vervolgens de verkregen gegevens om geldbedragen van de rekeningen van de slachtoffers te pinnen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning, wettig en overtuigend schuldig was aan de ten laste gelegde feiten, mede op basis van herkenning door verbalisanten en camerabeelden. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, die vaak kwetsbare ouderen waren. De rechtbank benadrukte dat de verdachte geen rekening had gehouden met de gevolgen van zijn daden voor de slachtoffers, die financieel benadeeld zijn en hun vertrouwen in de medemens hebben verloren.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18.015859.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 26 januari 2024 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboorte datum] 1998 te [geboorte plaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 januari 2024. De strafzaak tegen de verdachte is aangevangen op de zitting van 27 november 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.S. Boonstra, advocaat te Rotterdam.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. Lübbers.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 6 juli 2021 tot en met 5 oktober 2021 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden en/of te [plaats] , in de gemeente Tytsjerksteradiel en/of te
[plaats] en/of te [plaats] , in de gemeente Waadhoeke en/of te [plaats] , in de gemeente [plaats] en/of te [plaats] , in de gemeente De Fryske Marren, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (onder meer)
(zaak 1, zie aangifte pagina 97)
[slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de Rabobank en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • ( telefonisch) voorgedaan als zijnde [naam] , medewerkster van de Rabobank en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer] - zakelijk weergegeven - er op gewezen dat er iemand probeerdeeen bedrag van 1600 euro van haar rekening te halen en dat de Rabobank dit had voorkomen en/of dat zij iemand langs zou sturen om de bankpas op te halen en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer] - zakelijk weergegeven - de verificatiecode 095GD, in elk gevaleen code, gegeven en/of aangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen ter verificatie dat dit een medewerker van de Rabobank was en/of
  • ( in die hoedanigheid) er bij die [slachtoffer] op aangedrongen dat zij haar bankpas moest afgevenanders zou er 1600 euro van haar rekening worden afgeschreven en/of
  • zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer] gemeld en voornoemde verificatiecode genoemd en/of
  • ( vervolgens) de bankpas en bijbehorende pincode van die [slachtoffer] in ontvangst genomen en dezebankpas heeft doorgeknipt en meegenomen waardoor die [slachtoffer] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte en/of
(zaak 2, aangifte zie pagina 108)
[slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de Rabobank en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • ( telefonisch) voorgedaan als zijnde [naam] , medewerkster van de Rabobank en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er was geprobeerdeen geldbedrag van 18.000 euro van de rekening van die [slachtoffer 2] af te halen en dat de Rabobank dit wilde voorkomen door de rekening te blokkeren en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven gevraagd naar haar pas en/of pincodeen/of die [slachtoffer 2] erop gewezen dat iemand de bankpas kwam ophalen en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven - de verificatiecode ZX582, in elk gevaleen code, gegeven en/of aangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen ter verificatie dat dit een medewerker van de Rabobank was en/of
  • zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 2] gemeld en voornoemde verificatiecode genoemd en/of
  • ( vervolgens) de bankpas in ontvangst genomen, waardoor die [slachtoffer 2] werd bewogen totbovengenoemde afgifte en/of
(zaak 4, aangifte zie pagina 165)
[slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de Rabobank en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • ( telefonisch) voorgedaan als zijnde [naam] , medewerkster van de Rabobank en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 3] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er met eenbuitenlands banknummer was geprobeerd een geldbedrag van 1502 euro van de rekening van die [slachtoffer 3] af te halen en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 3] - zakelijk weergegeven - er op gewezen dat iemand de bankpaskwam halen en de verificatiecode ZX582, in elk geval een code, gegeven en/of aangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen ter verificatie dat dit een medewerker van de Rabobank was en/of (vervolgens) de pincode van de bankpas gevraagd welke via de telefoon, met een codering, kon worden doorgegeven en/of
  • zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 3] gemeld en voornoemde verificatiecode genoemd en/of de
(door die [slachtoffer 3] ) doorgeknipte bankpas in ontvangst genomen en/of
- van de spaarrekening van die [slachtoffer 3] een overboeking van 600 euro gedaan naar de lopenderekening van die [slachtoffer 3] , waardoor die [slachtoffer 3] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte en/of
(zaak 5, aangifte zie pagina 174)
[slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de Rabobank en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • ( telefonisch) voorgedaan als zijnde een medewerkster van de Rabobank en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 4] - zakelijk weergegeven - er op gewezen dat er was geprobeerdom 2400 euro van de rekening van die [slachtoffer 4] naar Frankrijk over te schrijven en dat ze dat wilde doen stoppen en/of dat daartoe de bankpas opgehaald zou worden om de rekening te blokkeren en/of
  • zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 4] gemeld en de (door die [slachtoffer 4] ) doorgekniptebankpas in ontvangst genomen, waardoor die [slachtoffer 4] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte en/of
(zaak 6, aangifte zie pagina 201)
[slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een of meer bankpas(sen) van de ABN AMRObank en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas(sen) behorende pincode(s), althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • ( telefonisch) voorgedaan als zijnde een medewerkster van de fraudehelpdesk van de ABN AMRObanken/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 5] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er werd gerommeldin twee van haar bankrekeningen en dat het verstandig was om het geld veilig te stellen en/of die [slachtoffer 5] heeft verzocht op haar computer in te loggen op haar internetbankieren en/of die
[slachtoffer 5] gevraagd naar de bij de betreffende bankpas (sen) behorende pincode(s) en/of
-(in die hoedanigheid) die [slachtoffer 5] - zakelijk weergegeven - er op gewezen dat een koerier van
Post.nl de bankpas(sen) kwam halen en die [slachtoffer 5] een wachtwoord gegeven en/of
- zich bij het (woon)adres) van die [slachtoffer 5] gemeld en de twee bankpassen in ontvangst genomen,waardoor die [slachtoffer 5] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte en/of
(zaak 7, aangifte pagina 224)
[slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de ING bank en/of een mobiele telefoon en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • ( telefonisch) voorgedaan als zijnde [naam] , medewerker van de ING bank en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 6] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er was geprobeerdom 4000 van haar rekening af te schrijven en/of dat er (vervolgens) werd geprobeerd om 16000 euro van haar rekening af te schrijven en/of dat er mogelijk een virus op haar telefoon aanwezig zou zijn en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 6] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat een koerier haarbankpas en telefoon, ter onderzoek, kwam halen en haar code 48992 gegeven welke zij aan de koerier moest geven bij de afgifte van haar bankpas en telefoon en/of
  • zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 6] gemeld en de bankpas en mobiele telefoon in ontvangstgenomen en/of
  • van de spaarrekening van die [slachtoffer 6] (in meerdere transacties ) (in totaal) een overboeking van16.700 euro gedaan naar de lopende rekening van die [slachtoffer 6] , waardoor die [slachtoffer 7] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte en/of
(zaak 8, aangifte pagina 249)
[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de Rabobank en/of het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, althans van enig goed, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • ( telefonisch) voorgedaan als zijnde [naam] , medewerkster van de Rabobank en/of
  • ( in die hoedanigheid) die [slachtoffer 7] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat haar bankrekeningwas gehackt en er iemand langs zou komen om haar pinpas op te halen en/of indien zij haar pinpas niet wilde afgegeven zij haar geld kwijt zou raken en/of dat er voorzorgsmaatregelen dienden te worden genomen in verband met het hacken van haar bankrekening en/of
  • zich bij het (woon)adres van die [slachtoffer 7] gemeld en de bankpas in ontvangst genomen en/of
  • van de spaarrekening van die [slachtoffer 7] een overboeking van 4000 euro gedaan naar de lopenderekening van die [slachtoffer 7] , waardoor die [slachtoffer 7] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte;
2.
hij (op verschillende tijdstippen) in of omstreeks de periode van 6 juli 2021 tot en met 5 oktober 2021 op na te noemen plaatsen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) een of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed,
(telkens) geheel of ten dele aan een ander of anderen toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] en/of
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 7]
(telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (telkens) zonder toestemming van die genoemde perso(o)n(en) haar/zijn/hun bankpas(sen) te gebruiken, (telkens) met het gebruik van de bij die bankpas(sen) bijbehorende pincode(s) geldopnames heeft/hebben verricht,
middels een bankpas, ten name van [slachtoffer] , te weten:
  • 6 juli 2021 bij de [bedrijf] aan de [adres] te Leeuwarden een geldbedrag van 1100 euroen/of middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 2] , te weten:
  • 10 juli 2021 bij de Geldmaat in [bedrijf] aan de [adres] te Leeuwarden, een geldbedrag van 1250 euroen/of bij de [bedrijf] aan de [adres] te Leeuwarden, een bedrag van 1800 euro en/of middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 3] , te weten:
  • 10 juli 2021 bij de Geldmaat aan de [adres] te Leeuwarden, een geldbedrag van 5000 euro en/of middelseen bankpas, ten name van [slachtoffer 4] , te weten:
  • 25 augustus 2021 bij de geldautomaat aan de [adres] te [plaats] , een geldbedrag van 5000 euro en/of
middels een of meer bankpas(sen), ten name van [slachtoffer 5] , te weten:
20 september 2021 bij de geldautomaat aan de [adres] te [plaats] , tweemaal een geldbedrag van 500 euro en/of bij de [bedrijf] aan de [adres] te Heerenveen, een geldbedrag van 2012 euro en/of
middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 7] , te weten:
6 juli 2021 bij de geldautomaat aan het [adres] te Leeuwarden, een geldbedrag van 5000 euro.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de feiten 1 en 2 op grond van de aangiftes, de opgegeven signalementen en de herkenning van verdachte door meerdere verbalisanten. Alle zaken verlopen telkens op dezelfde wijze. Er wordt telkens in een korte tijdspanne na het ophalen van de pinpas gepind met die pinpas. Verdachte zijn rol was een onmisbare schakel in het geheel van de oplichtingen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de feiten 1 en 2 en heeft daartoe het volgende aangevoerd.
In de zaken 1, 2, 3 en 4 is niet met zekerheid vastgesteld dat de persoon op de camerabeelden telkens dezelfde kleding droeg. Op enkele beelden is naast de hoodie geen ander kledingstuk van de persoon zichtbaar. Daarnaast wordt de persoon in zaak 1 omschreven met een licht getinte huidskleur en de persoon in zaak 2 met een donkere huidskleur wat maakt dat het niet dezelfde persoon kan zijn geweest.
Aan herkenning door verbalisanten zijn door de rechtspraak voorwaarden gesteld. Bij twijfel aan een herkenning moet beoordeeld worden of de herkenning betrouwbaar is waarvoor onder meer de kwaliteit van de beelden van belang is. In zaak 5 ziet de verbalisant grote gelijkenissen, maar er staat niet beschreven waar de verbalisant verdachte aan herkend. Verbalisant [verbalisant] herkent verdachte op beelden, maar de betreffende beelden zijn niet aan het proces-verbaal gevoegd. Met betrekking tot de vaker genoemde herkenning van de moedervlekken op het gezicht van verdachte merkt de raadsvrouw op dat deze naar haar mening niet goed zichtbaar zijn.
In zaak 6 wordt door een getuige een grijze Renault Scenic gezien waarvan de getuige een deel van het kenteken opgeeft. De door de politie gevonden auto met dat deel in het kenteken betreft een zwarte auto waardoor niet gesteld kan worden dat verdachte deze auto in gebruik had en op dat moment door de getuige is gezien.
In de zaken 7 en 8 is geen bewijs voorhanden waar uit de betrokkenheid van verdachte volgt. In zaak 8 heeft geen herkenning plaatsgevonden.
Met betrekking tot de modus operandi voert de raadsvrouw aan dat de werkwijze in dit onderzoek vaker voorkomt en niet uniek is in deze zaak.
Oordeel van de rechtbank
Vanaf 14 juli 2021 werd bij de politie in het district Fryslân meerdere malen aangifte gedaan van soortgelijke oplichtingen en diefstallen gepleegd in de periode van 6 juli 2021 tot en met 5 oktober 2021. Uit de verschillende aangiftes kwam naar voren dat de daders een min of meer vaste werkwijze hanteerden om de slachtoffers bankpassen afhandig te maken en daarmee vervolgens geld op te nemen of aankopen te doen. De aangevers van deze feiten waren steeds (kwetsbare) ouderen. Zij werden allen gebeld door iemand die zich voordeed als medewerker van de bank met een verhaal dat er op frauduleuze wijze geld van de rekening van aangever gehaald dreigde te worden. De bank probeerde dit te voorkomen, maar daarvoor zou nodig zijn dat aangevers de nodige gegevens waaronder de pincode doorgaven aan de medewerker. Vervolgens moesten aangevers hun (doorgeknipte) bankpas afgeven aan een koerier die bij de aangevers thuis zou komen. Om vertrouwen te wekken werd door de bankmedewerker in het telefoongesprek een code genoemd die de koerier moest doorgeven en bleef de bankmedewerker aan de lijn totdat de koerier was verschenen. Met de op die manier afhandig gemaakte bankpassen werden vervolgens geldopnames verricht of een aankoop gedaan.
Het samenwerkingsverband bestond bij de ten laste gelegde feiten uit ten minste twee, mogelijk drie personen: een beller, een koerier en een pinner, waarbij de laatste twee rollen veelal door dezelfde persoon werden vervuld. De rol van de beller was de slachtoffers zodanig bang maken dat zij ertoe overgingen hun pincode te verstrekken en bereid waren hun bankpas af te geven aan de koerier. De koerier of een andere pinner was vervolgens degene die verschillende pintransacties, afwisselend kleine en grote bedragen, met de bankpas verrichtte. Naar het oordeel van de rechtbank is hier sprake van een duidelijke onderlinge taakverdeling waarbij elke rol op zichzelf al van voldoende gewicht is om van een nauwe en bewuste samenwerking te spreken, die zowel op de oplichting als op de diefstal is gericht. Het onder 2 als diefstal met een valse sleutel ten laste gelegde pinnen met de buit gemaakte pinpassen moet hierbij tevens worden gezien als het logische sluitstuk van de onder 1 ten laste gelegde oplichting. Dat brengt mee dat ook in die zaken waarin de verdachte enkel in verband gebracht kan worden met de uitvoeringshandelingen die zien op het onder 2 ten laste gelegde pinnen kan worden bewezenverklaard dat hij zich samen met zijn mededaders ook schuldig heeft gemaakt aan de daaraan voorafgaande oplichting.
Verdachte ontkent betrokkenheid bij de ten laste gelegde feiten in welke rol dan ook en heeft zich in alle verhoren consequent op zijn zwijgrecht beroepen.
Verdachte komt in beeld als een screenshot van de camerabeelden van een verdachte pintransactie op Bluefocus (de rechtbank begrijpt: een intern systeem van de politie waarbinnen fotos van verdachten worden gedeeld teneinde tot een identificatie te komen) wordt gedeeld en hoofdagent [verbalisant] op 5 oktober 2021 een reactie stuurt dat de persoon op de foto grote gelijkenis vertoont met ene [verdachte] die bij hem op de briefing stond (p. 190).
Op 11 oktober 2021 komt verdachte [verdachte] zich melden bij het politiebureau in Leeuwarden om te informeren waarom er politie bij hem aan de deur was. Hij kon zich op dat moment niet legitimeren, maar hij werd door verbalisant [verbalisant] op de foto gezet (p. 192, 193). Verbalisant [verbalisant] herkent [verdachte] later op de door hem bekeken beelden van de pintransactie op 25 augustus 2021 bij de [bedrijf] in [plaats] (zaak 5). Hij herkent hem aan de donkere volle wenkbrauwen, de huidskleur, de opvallende drie moedervlekken op zijn voorhoofd en aan de donkere ogen. Ook verbalisant [verbalisant] herkent [verdachte] op de beelden van deze pintransactie (p. 195-198). Zij herkent hem aan de donkere, volle wenkbrauwen, de getinte huidskleur, de donkere ogen en donker, krullend haar en de drie opvallende moedervlekken op zijn voorhoofd, waarbij de onderste moedervlek zich tussen de twee wenkbrauwen bevindt.
Op 18 oktober 2021 wordt binnengetreden in de woning van verdachte ter aanhouding. Hij blijkt niet aanwezig te zijn. Er wordt een grijs vest van het merk Nike in beslag genomen, dat door de verbalisant werd herkend van de camerabeelden in zaak 5 (p. 276).
Op 31 oktober 2021 meldt verdachte zich om te worden gehoord. Als hij na zijn tweede verhoor op 1 november 2021 van de verhoorkamer naar zijn cel loopt herkennen verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] het bijzondere wat slingerende loopje van de verdachte als het identiek aan dat van de persoon die te zien is op de camerabeelden van de verdachte pintransactie in zaak 1 (p. 274).
Gelet op het door de verdediging gevoerde verweer dient de rechtbank allereerst te beoordelen of de herkenning van verdachte door de verbalisanten op de camerabeelden van de pintransactie in zaak 5
voldoende betrouwbaar is om voor het bewijs te gebruiken.
De rechtbank overweegt dat bij de beoordeling van herkenningen steeds voorop staat dat de bepaling van de waarde en betekenis ervan in een brede context plaatsvindt. Dit is inherent aan het karakter van een herkenning. Het gaat daarbij immers om een niet (volledig) rationeel proces dat zich slechts door reconstructie achteraf laat ontleden en verantwoorden.
Bij een herkenning spelen verschillende elementen een rol, waarbij steeds sprake is van een holistisch proces, dat naar zijn aard moeilijk in objectief verifieerbare elementen is op te delen. Het is niet altijd mogelijk of noodzakelijk de precieze kenmerken te omschrijven waaraan men een bekende herkent. Dat maakt ook dat het enkele feit dat de kwaliteit van de beelden te wensen overlaat of dat de verdachte daarop maar zeer ten dele te zien valt, niet behoeft te betekenen dat de herkenning van de verdachte onbetrouwbaar is. Tot slot kan als uitgangspunt worden gehanteerd dat een herkenning die steun vindt in andere, meer objectieve, bewijsmiddelen aan waarde wint. Samengevat betekent dit dat de bewijswaarde en de bewijskracht van de herkenningen in het licht van hun totstandkoming en in samenhang bezien met het overige beschikbare bewijs dienen te worden beoordeeld.
De rechtbank heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de herkenningen van verdachte door de verbalisanten . Uit de processen-verbaal blijkt dat zij de bewegende camerabeelden hebben bekeken. Hierop zijn specifieke, onderscheidende persoonskenmerken waar te nemen. De herkenning is ook niet alleen gebaseerd op algemene kenmerken. Integendeel, de verbalisanten
[verbalisant] en [verbalisant] verklaren naast de meer algemene kenmerken als huidskleur en haardracht in het bijzonder over de opvallende moedervlekken op het voorhoofd van verdachte. Daar komt bij dat deze verbalisanten verdachte ook fysiek hebben waargenomen in een verhoorsituatie waardoor zij beter in staat is zijn geweest om verdachte op de beelden te herkennen. De rechtbank acht de herkenningen dan ook betrouwbaar.
In de overige zaken is telkens sprake van een identieke werkwijze en verdachte past telkens min of meer in het door aangever beschreven signalement en eveneens in het signalement van degene die kort na het ophalen van de pinpassen als pinner in beeld komt op de beelden van de pintransactie.
In zaak 4 herkent eerder genoemde verbalisant [verbalisant] verdachte bij het afspelen van de camerabeelden opnieuw aan drie moedervlekken op zijn voorhoofd. Hij draagt hier een zwarte dan wel donderblauw gekleurde met horizontaal geplaatste, reflecterende stukken aan de onderzijde van de mouwen, een verticaal geplaatst reflecterend stuk op de capuchon en een horizontale reflecterende baan halverwege de rug. Bij het bekijken van de beelden in zaak 1 herkent verbalisant [verbalisant] opnieuw de opvallende jas die de pinner draagt. Verder valt haar op dat op de pinner zowel op de beelden van zaak 4 als die van zaak 1 een grijze trui met capuchon (hoodie) onder de betreffende jas draagt en een blauwe, ruimvallende spijkerbroek met witte vlekken ter hoogte van de knie, wat mogelijk twee gaten in de spijkerbroek zijn. Ook op de beelden in zaak 8 draagt de pinner een identieke jas met reflecterende strepen, een grijze hoodie, en een ruim vallende blauwe spijkerbroek. In zaak 2 ontbreekt aan de kleding van de pinner alleen de opvallende jas en is het Nike-logo midden achter op de grijze hoodie zichtbaar.
In zaak 6 ziet een getuige bovendien de koerier die bij aangeefster [slachtoffer 5] de pinpas kwam ophalen instappen in een Renault Scenic met het kenteken [kenteken] -? . Verdachte bleek destijds te beschikken over een Renault Scenic met het kenteken [kenteken] dat op naam van zijn vader stond geregistreerd. In zaak 7 zijn geen beelden van de pintransactie, maar herkent aangeefster [slachtoffer 6] verdachte op de aan haar getoonde foto.
Gelet op het voorgaande en op grond van de aangehaalde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in alle zeven aan hem ten laste gelegde zaken de persoon is geweest die in nauwe en bewuste samenwerking met de onbekend gebleven mededader(s) de bankpassen van aangevers bij hen thuis heeft opgehaald en/of daarmee heeft gepind.
De rechtbank stelt vast dat niet alle aangevers zich kunnen herinneren hun pincode te hebben verstrekt aan de beller of aan de koerier en een enkeling zelfs vrij stellig verklaart geen pincode te hebben afgegeven. Niettemin neemt de rechtbank in alle gevallen aan dat het niet anders kan, dan dat de pincode gedurende het lange telefoongesprek door de beller aan de aangever is ontfutseld. Het pinnen zonder pincode is immers onmogelijk en het dossier biedt geen enkele aanwijzing dat de pinner op een andere manier aan de pincode is gekomen dan via de zich als medewerkers van de bank voordoende beller.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 juli 2021, opgenomen oppagina 97 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2022024815 d.d. 2 januari 2022 inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Plaats: Leeuwarden
Op dinsdag 6 juli 2021 omstreeks 19.00 uur werd ik gebeld op mijn vaste telefoonnummer. Ik nam de telefoon op en hoorde een vrouwelijke stem aan de andere kant van de lijn. Ik hoorde dat zij vertelde dat zij een medewerker was van de Rabobank. Zij vertelde dat er op dat moment iemand bezig was om mij op te lichten voor een bedrag van 1600 euro. De Rabobank kon deze opdracht tegen gaan. De vrouw vertelde mij dat zij iemand langs zou sturen om de bankpas op te komen halen. Zij gaf mij een code '095GD'. Deze code zou degene welke mijn bankpas op zou komen halen opnoemen om te verifiëren dat hij een medewerker van de Rabobank was. Ik werd vervolgens langere tijd aan de telefoon gehouden. Om ongeveer 19.30 uur ging de deurbel. Ik liep vervolgens naar de deur toe en zag dat een jongeman aan de deur. Ik hoorde deze jongeman de code opnoemen. Ik vertelde al huilend dat ik mijn bankpas niet af wilde geven. Ik hoorde de vrouw aan de telefoon zeggen dat ik dit wel moest doen omdat er anders een bedrag van 1600 euro van mijn rekening afgehaald zou worden. Ik heb de jongen ook binnen gelaten. In de woning moest ik een schaar pakken zodat de jongen de bankpas door kon knippen. Ik wilde de schaar in eerste instantie niet gegeven. Dit heb ik uiteindelijk toch gedaan waarna de jongen de bankpas met de schaar doorknipte. Vervolgens ging de jongen weer weg. De vrouw die ik aan de lijn had vertelde dat ze ' [naam] ' heette. Ik heb later die avond de Rabobank opgebeld. Ik hoorde de medewerker zeggen dat er een bedrag van 1100 euro van mijn rekening was afgeschreven.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 juli 2021, opgenomenop pagina 100 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op woensdag 14 juli 2021 omstreeks 11.00 uur werd ik gebeld door mevrouw [slachtoffer] . Ik hoorde haar zeggen dat zij op dat moment bij haar bank was en dat zij haar vertelde dat er op dinsdag 6 juli om 20.03.21 uur een geldopname heeft plaatsgevonden van 1100 aan de [adres] te Leeuwarden. Op dit adres zit de [bedrijf] gevestigd welke in de winkel een geldautomaat hebben.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 augustus 2021,opgenomen op pagina 101 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 13 augustus 2021 bekeek ik de beelden verstrekt door de [bedrijf] naar aanleiding van een oplichting gepleegd op 6 juli 2021. Ik zie te 20:02:19 uur dat de verdachte de winkel binnenloopt. Ik zie dat de verdachte een telefoon in zijn rechterhand heeft en deze tegen zijn oor aan drukt. ik zie dat de verdachte een blauwe spijkerbroek draagt, witte gympen, donkere jas met opvallende lichte horizontale baan over de rug, capuchon en mouwen. Ik zie dat de verdachte een grijze capuchon en een zwart mondkapje draagt. Ik kan enkel een stukje voorhoofd en de ogen van de verdachte zien. De verdachte heeft een licht getinte huidskleur.
Ik zie dat de verdachte een slank tot mager postuur heeft. Hij is ongeveer zo groot als de geldmaat automaat. Ik zie voorts dat er geld uit de dispenser komt en dat de verdachte dit eruit pakt te 20:04:24 uur.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2022, opgenomenop pagina 265 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] :
Ik, verbalisant [verbalisant] , heb de camerabeelden bekeken van de pintransactie op 6 juli 2021 bij de Geldmaat [adres] te Leeuwarden. ik herken de jas, met de reflecterende stukken, die de verdachte op dat moment draagt. De jas komt overeen met de jas die man 2 draagt op de camerabeelden behorende bij ZAAK 3 en ZAAK 4. Tevens draagt die verdachte op beide beelden een grijze trui met capuchon (hoodie) onder de betreffende jas en een blauwe spijkerbroek. Ik zie dat deze capuchon ook is voorzien van twee stiknaden, waardoor de capuchon in drie gelijke vlakken verdeeld is. Ik zie op de spijkerbroek die de verdachte draagt, twee witten vlekken ter hoogte van de knie, wat mogelijk twee gaten in de spijkerbroek zijn, waardoor de stof er omheen witgekleurd is. Tevens zie ik dat er op de linker broekspijp ook een witte vlek zit iets onder de broekzak. De spijkerbroek is ruimvallend bij de verdachte. De kleding van de verdachte in deze zaak komt overeen met de tweede verdachte (man 2) in ZAAK 3 en 4.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 juli 2021, opgenomen oppagina 108 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 2] :
Plaats delict: [plaats] .
Op zaterdag 10 juli 2021 omstreeks 15:00 uur, was ik thuis en werd op mijn telefoonnummer gebeld door iemand van de Rabobank. Een vrouwenstem vertelde mij dat er was geprobeerd door cybercrime mensen geld van onze rekening te halen. Zij vertelde dat dit een bedrag van ongeveer 18000 euro was. Dit wilde de Rabo voorkomen door mijn rekening te blokkeren. De vrouw vroeg wel of ze mijn pas en het codenummer mocht hebben om de rekening te blokkeren. Ik gaf de pincode aan de vrouw. De vrouw vertelde verder dat er iemand kwam die de pas zou ophalen later zou ik een nieuwe pas en pincode krijgen. Omstreeks 16:00 uur werd er aangebeld bij de voordeur. Ik bleef aan de lijn en liep naar de voordeur. De vrouw had tevens gezegd dat man een code moest zeggen die ik had opgeschreven te weten ZX582. Er stond een man voor de deur. De man vroeg in het Nederlands om mijn pas en gaf de code ZX582. Ik vroeg aan de vrouw wat haar naam was. De vrouw stelde haar voor als Rabobank ICT Utrecht [naam] .
Mijn dochter [naam] heeft de rekening nagekeken en zag dat er twee afboekingen waren geweest. De eerste afboeking van mijn rekening [rekeningnummer] op 10 juli 2021 om 17:08 bij geldmaat [adres] Leeuwarden geldautomaat 00:00 pasnr 027 een bedrag van 1250 euro. De tweede afboeking was op 10 juli 2021 om 17:27 uur bij de [bedrijf] 1513 Leeuwarden een bedrag van 1800 euro.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 augustus 2021,opgenomen op pagina 116 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam] :
Ik ben werkzaam bij de [bedrijf] aan de [adres] te Leeuwarden. Op zaterdag 10 juli 2021, omstreeks 17:30 uur, stond ik op de afdeling van de zelfscankassa. Er kwam een man naar mij toelopen. De man vroeg aan mij of ik hem de afdeling van de cadeaukaarten kon laten zien. Ik kan de man als volgt omschrijven:
  • Getinte huidskleur
  • Zwart haar
  • leeftijd tussen 20 a 25 jaar
Ik zag dat de man cadeaukaarten van de Fashioncheque en de Bijenkorf afrekende.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 augustus 2021,opgenomen op pagina 123 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant:
Op dinsdag 3 augustus 2021 omstreeks 21:50 uur was ik, verbalisant [verbalisant] , camerabeelden aan het bekijken welke gemaakt waren op 10 juli 2021 tussen 17:26 uur en 59 seconden en 17:30 uur en 2 seconden. Betreffende camerabeelden waren gemaakt in de [bedrijf] , gelegen aan de [adres] te Leeuwarden.
Tegelijkertijd zag ik dat persoon 4, waarvan alleen de benen en de armen, in grijze mouwen, te zien zijn, bij de zelfscankassa staat en de kaarten oppakt.
Ik zag dat persoon 4 de kaarten in zijn handen vasthield.
Ik zag dat persoon 4 een donkere huidskleur heeft, zwart kroes haar heeft, een grijze hoodie trui van het merk NIKE draagt, een donkerblauwe broek draagt, zwarte schoenen draagt. Ik schat persoon 4 tussen de 20 en 30 jaar oud.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2022, opgenomenop pagina 265 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op 10 juli 2022 om 17.08 uur werd er met de bankpas gepind bij de Geldmaat in de Spar aan de [adres] te Leeuwarden, waarbij 1250 euro werd opgenomen. ik, verbalisant [verbalisant] , heb de camerabeelden bekeken en ik zie dat de verdachte een grijze trui met capuchon (hoodie) draagt van het merk Nike. Op de rugzijde van de trui, ter hoogte van de schouderbladen, is een klein Nike teken te zien. Ik zie dat de capuchon twee stiknaden heeft, waardoor de capuchon in drie gelijke vlakken verdeeld is. Tevens zie ik dat de verdachte een blauwe, ruimvallende spijkerbroek draagt. De spijkerbroek en hoodie van de verdachte komen overeen met de kleding die de verdachte draagt op de beelden van ZAAK 1, 3 en 4.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juli 2021, opgenomen oppagina 165 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 3] :
Plaats delict: Leeuwarden.
Op zaterdag 10 juli 2020 om 17.45 uur werd ik gebeld op mijn vaste telefoon door een anoniem nummer. Ik kreeg een vrouw aan de telefoon die zich voordeed als een medewerkster van de Rabobank Utrecht. Ik heb nog naar haar naam gevraagd en zij gaf haar naam en het klonk als [naam] . De medewerkster vertelde mij dat er geprobeerd was met een buitenlands banknummer geld van mijn rekening te halen. Het ging om een bedrag van vijftienhonderd twee (1502) euro. Ik hoorde de medewerkster zeggen dat ze mijn pas wilden ophalen samen met mijn Rabo Scanner van mijn Rabobank. Vervolgens hoorde ik de medewerkster mij zeggen dat er een bezorger langskwam om mijn pinpas op te halen en die mij een code moest doorgeven. De code was ZX582. En daarbij wilde ze ook de pincode van mijn pinpas. Ik hoorde door de telefoon twee piepjes, toen moest ik mijn pincode mondeling doorgeven en daarna ik weer twee piepjes. Even later ging de deurbel en stond de bezorger aan de deur. Ik kan hem als volgt omschrijven:
  • man met donker uiterlijk.
  • zwart verwilderd haar.( alsof hij net door de storm is gelopen.)
  • vrij grote opengesperde ogen
  • leeftijd tussen de 25-35 jaar
  • lengte ongeveer 1.75 lang. ( iets groter dan mij)
  • donkere bovenkleding- witte sneakers.
De bezorger had een mobiele telefoon in zijn handen en noemde mij de code ZX582. Ik heb toen de doorgeknipte pinpas in een envelop afgegeven.
Ik hoorde tot mijn schrik dat er op 10 juli 2021 om 19.03.49 uur een bedrag van 600 euro van mijn spaarrekening [rekeningnummer] was afgeboekt naar mijn lopende rekening met nummer
[rekeningnummer] tnv [slachtoffer 3] . Ook was op dezelfde dag om 19.08.44 uur er een bedrag van vijfduizend (5000) euro opgenomen van mijn rekening [rekeningnummer] bij een Geldmaat met apparaatcode 812250 aan de [adres] te Leeuwarden.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 juli 2022, opgenomen op pagina 265 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op de beelden zag ik dat de tweede verdachte, man 2, de pintransactie doet in ZAAK 4 Leeuwarden. Dit vanwege het tijdstip 10 juli 19:08 uur.
Signalement van man 2:
- Getinte man, zwart krullend haar, 25-35 jaar oud en een blauw mondkapje.
Op de camerabeelden zag ik, verbalisant [verbalisant] , dat man 2, naast het hierboven beschreven signalement, een grijze trui met capuchon (hoodie) onder zijn jas draagt en dat hij de capuchon over zijn hoofd getrokken heeft. De capuchon is voorzien van twee stiknaden, waardoor de capuchon in drie gelijke vlakken verdeeld is. Ik zie dat man 2 donkergekleurd langer haar heeft met kleine krulletjes, wat van onder de capuchon vandaan komt. Tevens zie ik dat man 2 een zwarte dan wel donkerblauw gekleurde jas aan heeft met horizontaal geplaatste, reflecterende stukken aan de onderzijde van de mouwen, verticaal geplaatst reflecterend stuk op de capuchon en een horizontale reflecterende baan halverwege de rug.
Op recente foto's van verdachte [verdachte] , die door politiemedewerkers zijn gemaakt, is duidelijk te zien dat [verdachte] drie moedervlekken op zijn voorhoofd heeft. Tijdens het afspelen van de camerabeelden van ZAAK 3 en 4 zie ik moedervlekken op het voorhoofd van man 2.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 1 september 2021,opgenomen op pagina 174 van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 4] :
Plaats delict: [plaats] .
Op woensdag 25 augustus 2021 omstreeks 15:00 uur zag ik dat ik gebeld werd met een anoniem nummer op mijn mobiele telefoon. Ik nam op en ik hoorde een vrouw zeggen dat er geprobeerd was om 2400 euro van mijn bankrekening over te schrijven. Men zou 2400 euro geprobeerd hebben naar Frankrijk over te schrijven. Deze man hoorde ik zeggen dat hij van de Rabobank was. Ik hoorde de vrouw zeggen dat mijn bankpas opgehaald zou worden om deze te blokkeren. Terwijl ik deze vrouw nog aan de telefoon had ging de deurbel en ik zag een jongeman van ongeveer 20 jaar voor de deur staan. Deze man heeft een getint uiterlijk en heeft een smal gezicht en is 1.80 lang ongeveer. Ik gaf mijn bankpas aan deze man. Ik had mijn bankpas wel doorgeknipt, maar helaas niet door de chip.
Ik zag daarna dat om 16:47 uur mijn paslimiet was gewijzigd. Ik zag daarna op mijn bank app dat er een bedrag van 5000 euro gepind was met mijn bankpas zonder mijn toestemming. Dit is gebeurd bij de betaalautomaat aan de [adres] in [plaats] . Mijn bankrekeningnummer is [rekeningnummer] .
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2021,opgenomen op pagina 191 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] :
De verdachte kwam voorts op 11 oktober 2021 zich melden op het politiebureau te Leeuwarden. Ik hoorde dat hij zei dat hij [verdachte] is.
Ik bekeek de beelden van de oplichting. Dit betreft een pintransactie. Ik zie op de beelden een man bij een pinautomaat. Ik zie dat deze man bij de automaat staat te 16.53 uur.
Ik zie op de beelden dat de man er als volgt uitziet:
blauwe jas spijkerbroek leeftijd tussen de 18 en 30 jaar
mondkapje voor
Cappouchon op zijn hoofd Getinte tot donkere huidskleur volle donkere wenkbrauwen 3 moedervlekken op zijn voorhoofd donkere ogen.
Ik herken deze man als zijnde eerder genoemde verdachte [verdachte] . Ik heb zijn bvib er bij bekeken en zie dat dit dezelfde man is als de man die bij aan de balie verscheen.
Ik herken de man aan:
  • donkere volle wenkbrauwen
  • huidskleur
  • opvallende drie moedervlekken op zijn voorhoofd, op dezelfde plaats, dezelfde vorm en dikte - donkere ogen
Derhalve kan ik zeggen dat de verdachte, de man die de pintransactie uitvoert is:
[verdachte] , [geboorte datum] 1998 Leeuwarden.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 januari 2022, opgenomen op pagina 195 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] :
Ik zie op het tijdslot van de beelden dat deze zijn gemaakt op 25 augustus 2021 om 16:52 uur. De beelden zijn gemaakt in de winkel gevestigd aan de [adres] te [plaats] . Op de eerste opname zie ik het tijdslot meelopen en zie ik dat de verdachte om 16.52.34 uur in beeld verschijnt van de geldmaat.
Ik zie dat de verdachte een wit mondkapje over zijn mond neus draagt. Tevens draagt de verdachte een capuchon over zijn hoofd. Het kledingstuk wat de verdachte draagt, is donker grijs/blauwachtig van kleur.
Ook zie ik dat de verdachte een licht getinte huidskleur, donkere, volle wenkbrauwen en drie moedervlekken op zijn voorhoofd heeft. Ik zie dat deze moedervlekken vlak onder elkaar zitten, waarbij de bovenste moedervlek iets uit de lijn van de onderste twee moedervlekken zit. De onderste moedervlek bevindt zich tussen de wenkbrauwen in.
Op de tweede opname zie ik dat het tijdslot overeenkomt met het tijdslot van de eerste opname. Ik zie dat de verdachte gekleed is in een soort van trainingsjasje van het merk Nike. Ik zie dat het jasje twee kleuren heeft, donkergrijs/blauwachtig en lichtgrijs. Tot borsthoogte is het jasje donkergrijs van kleur, vanaf borsthoogte tot en met de schouders is het lichtgrijs van kleur. De capuchon is dan weer donkergrijs van kleur.
Tevens draagt de verdachte een blauwe spijkerbroek, welke aan de achterzijde ruimvallend is. Ik zie dat verdachte een slank postuur heeft. De verdachte draagt verder grijze sportschoenen,
Ik heb de camerabeelden vergeleken met twee recente foto's van verdachte [verdachte] , geboren op [geboorte datum] 1998. Op de foto zie ik dat [verdachte] donkere, volle wenkbrauwen, een getinte huidskleur, donkere ogen en donker, krullend haar heeft. Tevens zie ik dat [verdachte] drie opvallende moedervlekken op zijn voorhoofd heeft, waarbij de onderste moedervlek zich tussen de twee wenkbrauwen bevindt. Ongeveer 1 a 1.5 cm daarboven zie ik nog een moedervlek, iets groter van vorm. Op ongeveer 1 a 1.5 cm daar weer boven, afwijkend naar links, zie ik de derde moedervlek, van ongeveer hetzelfde formaat als de onderste moedervlek.
De drie moedervlekken op het voorhoofd van de verdachte op de camerabeelden en op de foto van [verdachte] komen met elkaar overeen.
Aan deze uiterlijke kenmerken herken ik de verdachte als zijnde [verdachte] , geboren op [geboorte datum] 1998.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 oktober 2022,opgenomen op pagina 272 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] :
Bij het binnentreden in genoemde woning sprak ik met de hoofdbewoner, [naam]
, geboren op [geboorte datum] 1991, broer van verdachte [verdachte] . Door mij werd aan [naam] gevraagd welke slaapkamer van verdachte [verdachte] was. [naam] wees naar een slaapkamer achter mij. In die slaapkamer zag ik een groot aantal kledingstukken op de grond liggen. Ik zag op de grond een grijs Nike vest liggen. Door de kleurstelling van het vest, twee verschillende tinten grijs, herkende ik het vest van de camerabeelden behorende bij ZAAK 5, helpdeskfraude, te [plaats] .
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 27 september 2021,opgenomen op pagina 201 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 5] :
Plaats delict: [plaats] .
Op 20 september 2021 omstreeks 16:00 uur werd ik gebeld door iemand die zich voorstelde als medewerkster van de fraudehelpdesk van de ABN AMRO bank. Zij gaf aan dat er op dat moment gerommeld werd in onze bankrekeningen: [rekeningnummer] en dat het verstandig was om ons geld veilig te stellen. Ik moest inloggen in mijn internetbankieren op de computer. Vervolgens moest ik de pincodes die bij de twee bankpassen van mij en mijn man horen doorgeven aan de medewerkster. Daarna zou een medewerker van de bank de bankpassen bij ons thuis ophalen. Op 20 september 2021 omstreeks 18:30 uur kwam een getinte jongeman in een Post NL jas en een donkere broek en een zwart mondkapje voor de passen ophalen. Om 19:33 en 19:34 is er op de locatie [adres] te [plaats] bij de geldmaat met onze passen een bedrag van 1000,- van onze rekeningen gepind. Om 20:00 uur is 2.012,- van onze rekening gepind.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 maart 2022,opgenomen op pagina 221 van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant:
Ik, verbalisant, had een aanvraag vordering historische financiële gegevens ingediend voor de bankgegevens van aangever Van der Molen, van 20 september 2021 t/m 27 september 2021, van bankrekening [rekeningnummer] . Op 20 september 2021 om 19:33 uur is er een bedrag van 500 euro opgenomen bij de geldmaat aan [adres] te [plaats] . Om 19:34 uur is er nogmaals een bedrag van 500 euro opgenomen bij deze geldmaat. Om 20:00 uur is er een bedrag van 2.012,00 euro opgenomen op de locatie [adres] perceel 3, te weten bij de [bedrijf] aan de [adres] te Heerenveen.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 januari 2022,opgenomen op pagina 203 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant:
Ik hoorde dat aangeefster [slachtoffer 5] het volgende verklaarde: De koerier heeft bij de deur ook nog iets tegen me gezegd, wat ik ook herkende dat de vrouw aan de telefoon tegen me gezegd had. Iets van een wachtwoord. Ik weet niet zeker of dit een aantal cijfers waren of dat het een woord was, maar hetgeen kwam inderdaad overeen.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 november 2021,opgenomen op pagina 218 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Er zijn camerabeelden opgevraagd bij de pinautomaat aan [adres] te [plaats] en de beelden daarvan heb ik in dit proces verbaal beschreven.
Op de aangeleverde camerabeelden zag ik, verbalisant [verbalisant] , dat er op maandag 20 september 2021 om 19:33 uur een man aan kwam lopen naar de pinautomaat. Ik zag dat de man een donkere huidskleur had, halflang gekruld kroeshaar had wat hij in een staartje droeg, een donkergrijze/vaal zwarte spijkerbroek droeg, een grof geruite zwarte blouse met grove witte lijnen, onder de blouse stak een wit/lichtblauw shirt uit en ik zag dat de man lichtblauwe/grijze sportschoenen droeg met daarin de kleuren wit en groen.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 7 december 2021,opgenomen op pagina 211 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van getuige [naam] :
Ik ben bekend met de oplichtingszaak in [plaats] en wil een verklaring afleggen.
Ik zag daar rond een of 19.00 een getinte man met lang haar in een knot. De man had een slank postuur en was denk ik tussen de 18 en 25 jaar oud. De man zal tussen de 180 en 185 cm lang zijn geweest, niet zo groot. Hij had een wat swingend loopje. Ik zag dat de man bij de familie Schaap vandaan kwam en zijn jas uit deed. Ik zag dat hij in een auto stapte, een Renault Scenic. Het kenteken hebben wij toen doorgegeven aan de politie.
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 december 2021,opgenomen op pagina 213 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam] :
[naam] geeft in deze melding een gedeelte van een kenteken door, [kenteken] .
Vervolgens komt door een zoekslag in open RDW, een mogelijk kenteken naar voren, [kenteken] . Bovenstaand voertuig werd in het verleden gebruikt door de zoon van tenaamgestelde. De zoon betreft [verdachte] , geboren [geboorte datum] 1998.
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 31 oktober 2021,opgenomen op pagina 42 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
Ik had een Renault Scenic. Die stond eerst op naam van mijn vader. Ik heb een tijdje in die auto gereden.
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 oktober 2021, opgenomenop pagina 224 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 6] :
Op dinsdag 5 oktober omstreeks 13:15 uur werd ik gebeld op mijn huistelefoon. Ik sprak met een man die zich voorstelde als [naam] . Hij vertelde mij dat hij medewerker was bij de ING bank en dat er net geprobeerd was om 4000 euro van mijn rekening af te halen. Hij vertelde mij dat er op dat moment geprobeerd werd om 16.000 van de rekening af te halen. Dit kon voorkomen worden maar mijn telefoon waarop ik internetbankieren heb staan zou een virus hebben. Omdat hij bezorgd was en mij wilde helpen zal er een koerier gestuurd worden zodat deze mijn telefoon en pinpas mee kon nemen ter onderzoek. Ik moest mijn pinpas met pincode en telefoon met de code voor het ontgrendelen in een envelop stoppen. Ik kreeg een code die ik aan de koerier moest geven bij de afgifte: 48992 en de koerier zou rond 15:00 uur per mij de stoep staan.
Omstreeks 15:15 uur werd er aangebeld. Op dat moment had ik de oplichter nog aan de lijn. Ik deed de deur open en zag een jongeman staan. Hij zei dat hij gestuurd was door de bank en ik gaf de envelop met hierin mijn betaalpas en telefoon. Ik omschrijf de man als volgt:
  • Donkere jongen
  • Rond de 20 a 22 jaar oud
  • 1,8 meter lang
  • slank postuur
  • Ovaal gezicht
  • dikke lippen
  • zwarte krulletjes op zijn hoofd
  • helemaal in het zwart gekleed. zwart jasje
Er was 4900 van mijn bankrekening afgehaald.
23. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 oktober 2021,opgenomen op pagina 229 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Op dinsdag 5 oktober 2021 waren wij verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] belast met de incidentafhandeling in het gebied Noordwest Fryslán. Omstreeks 19:50 uur kregen wij de melding om te gaan naar [plaats] . Eenmaal ter plaatse werden we binnen gelaten door de aangeefster (
) Hierop liet ik, verbalisant [verbalisant] , op mijn dienst telefoon
meerdere foto's zien van personen die enigszins overeenkwamen met het signalement van de verdachte. Deze personen had ik via google opgezocht en hadden geen enkele link met de zaak. Op het moment dat de aangeefster de foto van de briefing zag riep ze: "Die jongen lijkt er wel heel erg op, ja dat moet hem zijn. Ik weet zeker dat hij het geweest is."
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 juli 2021, opgenomen oppagina 249 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 7] :
Op dinsdag 6 juli 2021 werd ik omstreeks 17:00 uur werd ik gebeld op mijn huistelefoon. Ik nam op en ik hoorde een vrouw tegen mij zeggen dat zij [naam] was en dat zij een medewerker van de Rabobank was. Deze mevrouw vertelde mij dat mijn bankrekening gehackt was. Er zou iemand langs komen om mijn pinpas op te halen. De vrouw zei tegen mij dat wanneer ik dat niet zou doen ik al mijn geld kwijt zou raken. Dit ze meerdere keren herhaald, ze bleef maar zeggen dat er voorzorgsmaatregelen getroffen moesten worden in verband met het hacken van mijn bankrekening. Na ongeveer een kwartier werd er aangebeld bij mijn woning te Leeuwarden. Ik deed de deur open en ik zag dat er een jongen bij mij voor de deur stond. Ik hoorde dat deze jongen tegen mij zei dat hij mijn pinpas op kwam halen.
De jongen zag er als volgt uit:
  • blanke jongen, zon gebruind
  • ongeveer 19 of 20 jaar oud;
  • rond de 1.70 m lang;
  • geen bril of baard/snor;
  • half lang krullend haar, bruin, soort Ruud Gullit kapsel in zijn jongere jaren.
Wij zagen dat er op dinsdag 6 juli 2021 om 17:53 uur vanaf mijn spaarrekening 4000 euro was overgeboekt naar mijn lopende rekening [rekeningnummer] ten name van [slachtoffer 7] . Hierna is er op dinsdag 6 juli 2021 om 17:58 uur 5000 euro vanaf mijn lopende rekening gepind bij Geldmaat aan het [adres] te Leeuwarden. Ik ben dus voor 5000 euro opgelicht.
25. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 augustus 2022, opgenomen op pagina 254 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant:
Op woensdag 14 juli 2021 om 15:15 uur werd er aangifte gedaan ter zake overige horizontale fraude /helpdeskfraude door aangever [slachtoffer 7] . Op dinsdag 6 juli 2021 werd om 17:58 uur 5000 euro van genoemde lopende rekening gepind bij de Geldmaat aan het [adres] te Leeuwarden. Van die pintransactie werden camerabeelden veiliggesteld. Door mij zijn die camerabeelden bekeken. Op het eerste door mij bekeken bestand, 02 02 OV GEA, zie ik dat op 6 juli 2021 om 17:57:09 uur de verdachte het beeld in komt lopen, lk zie dat de verdachte een zwarte dan wel donkerblauw gekleurde jas aan heeft met horizontaal geplaatste, reflecterende stukken aan de onderzijde van de mouwen. Onder deze jas draagt de verdachte een grijze trui met capuchon (hoodie) en ik zie dat hij de capuchon over zijn hoofd trekt en stevig aan snoert. De persoon draagt een blauwe spijkerbroek. De spijkerbroek is ruimvallend bij de verdachte. De persoon draagt licht grijze sneakers.
Om 17:57:22 uur staat de verdachte voor de geldmaat. Te zien is dat op de jas van de verdachte, op de rug, een verticaal geplaatst reflecterend stuk op de capuchon zit en een horizontale reflecterende baan halverwege de rug. Op de rug is tevens een vervaagde V-vorm te zien. Om 17:57:28 uur stopt de verdachte nogmaals de pinpas in de geldmaat. Om 17:58:03 uur pakt de verdachte de pinpas uit de geldmaat. Op het scherm van de geldmaat is een zandloper te zien welke om draait. Om 17:58:33 uur zie ik dat de verdachte iets voorover staat. Op het scherm van de geldmaat is het "geld uit nemen" symbool te zien. lk zie dat de verdachte iets, zeer aannemelijk het geld, in zijn linkerhand heeft en dit in zijn linker jaszak stopt. Hierna is te zien dat de verdachte de ruimte verlaat.
Op het tweede door mij bekeken bestand, 01 01 G EA, komt de verdachte om 17:57:20 in beeld. De verdachte staat met zijn hoofd voorovergebogen waardoor alleen de bovenkant van zijn capuchon is te zien. Zo nu en dan zijn de zeer donkere ogen van de verdachte in beeld.
Aan de lichaamsbewegingen van de verdachte is te zien dat deze diverse handelingen verricht op de geldmaat. lk zie dat de verdachte om 17:58:34 uur het beeld uit loopt.
Tevens zie ik op de beelden dat de kleding van de verdachte overeen komt met de kleding welke de verdachte draagt in ZAAK 1, 3 en 4.
De rechtbank acht de feiten 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 6 juli 2021 tot en met 5 oktober 2021 te Leeuwarden en te [plaats] en te [plaats] en te [plaats] en te [plaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de Rabobank en het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
  • telefonisch voorgedaan als [naam] , medewerkster van de Rabobank en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer] - zakelijk weergegeven - er op gewezen dat er iemand probeerdeeen bedrag van 1600 euro van haar rekening te halen en dat de Rabobank dit had voorkomen en dat zij iemand langs zou sturen om de bankpas op te halen en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer] - zakelijk weergegeven - de verificatiecode 095GD, gegeven enaangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen ter verificatie dat dit een medewerker van de Rabobank was en
  • in die hoedanigheid er bij die [slachtoffer] op aangedrongen dat zij haar bankpas moest afgeven anderszou er 1600 euro van haar rekening worden afgeschreven en
  • zich bij het woonadres van die [slachtoffer] gemeld en voornoemde verificatiecode genoemd en
  • vervolgens de bankpas en bijbehorende pincode van die [slachtoffer] in ontvangst genomen en dezebankpas heeft doorgeknipt en meegenomen waardoor die [slachtoffer] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte en
[slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de Rabobank en/ het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
  • telefonisch voorgedaan als [naam] , medewerkster van de Rabobank en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er was geprobeerd eengeldbedrag van 18.000 euro van de rekening van die [slachtoffer 2] af te halen en dat de Rabobank dit wilde voorkomen door de rekening te blokkeren en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven gevraagd naar haar pas en/of pincode endie [slachtoffer 2] erop gewezen dat iemand de bankpas kwam ophalen en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 2] - zakelijk weergegeven - de verificatiecode ZX582, gegeven enaangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen ter verificatie dat dit een medewerker van de Rabobank was en
  • zich bij het woonadres van die [slachtoffer 2] gemeld en voornoemde verificatiecode genoemd en
  • vervolgens de bankpas in ontvangst genomen, waardoor die [slachtoffer 2] werd bewogen totbovengenoemde afgifte en
[slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de Rabobank en het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
  • telefonisch voorgedaan als [naam] , medewerkster van de Rabobank en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 3] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er met een buitenlandsbanknummer was geprobeerd een geldbedrag van 1502 euro van de rekening van die [slachtoffer 3] af te halen en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 3] - zakelijk weergegeven - er op gewezen dat iemand de bankpaskwam halen en de verificatiecode ZX582, gegeven en aangegeven dat degene die de bankpas kwam ophalen deze code zou noemen ter verificatie dat dit een medewerker van de Rabobank was en vervolgens de pincode van de bankpas gevraagd welke via de telefoon, met een codering, kon worden doorgegeven en
  • zich bij het woonadres van die [slachtoffer 3] gemeld en voornoemde verificatiecode genoemd en dedoor die [slachtoffer 3] doorgeknipte bankpas in ontvangst genomen en
  • van de spaarrekening van die [slachtoffer 3] een overboeking van 600 euro gedaan naar de lopenderekening van die [slachtoffer 3] , waardoor die [slachtoffer 3] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte en
[slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de Rabobank en het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
  • telefonisch voorgedaan als een medewerkster van de Rabobank en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 4] - zakelijk weergegeven - er op gewezen dat er was geprobeerd om2400 euro van de rekening van die [slachtoffer 4] naar Frankrijk over te schrijven en dat ze dat wilde doen stoppen en dat daartoe de bankpas opgehaald zou worden om de rekening te blokkeren en
  • zich bij het woonadres van die [slachtoffer 4] gemeld en de door die [slachtoffer 4] doorgekniptebankpas in ontvangst genomen, waardoor die [slachtoffer 4] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte en
[slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een of meer bankpas(sen) van de ABN AMRObank en het ter beschikking stellen van de bij die bankpas(sen) behorende pincode(s), hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
  • telefonisch voorgedaan als een medewerkster van de fraudehelpdesk van de ABN AMRObank en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 5] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er werd gerommeld intwee van haar bankrekeningen en dat het verstandig was om het geld veilig te stellen en die [slachtoffer 5] heeft verzocht op haar computer in te loggen op haar internetbankieren en die [slachtoffer 5] gevraagd naar de bij de betreffende bankpas (sen) behorende pincode(s) en
-in die hoedanigheid die [slachtoffer 5] - zakelijk weergegeven - er op gewezen dat een koerier van Post.nl de bankpas(sen) kwam halen en die [slachtoffer 5] een wachtwoord gegeven en
- zich bij het woonadres van die [slachtoffer 5] gemeld en de twee bankpassen in ontvangst genomen,waardoor die [slachtoffer 5] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte en
[slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de ING bank en een mobiele telefoon en het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • telefonisch voorgedaan als [naam] , medewerker van de ING bank en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 6] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat er was geprobeerd om
4000 van haar rekening af te schrijven en dat er vervolgens werd geprobeerd om 16000 euro van haar rekening af te schrijven en dat er mogelijk een virus op haar telefoon aanwezig zou zijn en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 6] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat een koerier haarbankpas en telefoon, ter onderzoek, kwam halen en haar code 48992 gegeven welke zij aan de koerier moest geven bij de afgifte van haar bankpas en telefoon en
  • zich bij het woonadres van die [slachtoffer 6] gemeld en de bankpas en mobiele telefoon in ontvangstgenomen en/of
  • van de spaarrekening van die [slachtoffer 6] in meerdere transacties in totaal een overboeking van16.700 euro gedaan naar de lopende rekening van die [slachtoffer 6] , waardoor die [slachtoffer 7] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte en
[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas van de Rabobank en het ter beschikking stellen van de bij die bankpas behorende pincode, hebbende verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich met voor omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven- valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
  • telefonisch voorgedaan als [naam] , medewerkster van de Rabobank en
  • in die hoedanigheid die [slachtoffer 7] - zakelijk weergegeven- er op gewezen dat haar bankrekening wasgehackt en er iemand langs zou komen om haar pinpas op te halen en indien zij haar pinpas niet wilde afgegeven zij haar geld kwijt zou raken en dat er voorzorgsmaatregelen dienden te worden genomen in verband met het hacken van haar bankrekening en
  • zich bij het woonadres van die [slachtoffer 7] gemeld en de bankpas in ontvangst genomen en
  • van de spaarrekening van die [slachtoffer 7] een overboeking van 4000 euro gedaan naar de lopenderekening van die [slachtoffer 7] , waardoor die [slachtoffer 7] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte; 2.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 6 juli 2021 tot en met 5 oktober 2021 op na te noemen plaatsen, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens geldbedragen die aan anderen toebehoorden, te weten aan [slachtoffer] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] en [slachtoffer 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) die weg te nemen geldbedragen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder toestemming van die genoemde personen haar/zijn/hun bankpassen te gebruiken, met het gebruik van de bij die bankpassen bijbehorende pincodes geldopnames heeft verricht, middels een bankpas, ten name van [slachtoffer] , te weten:
  • 6 juli 2021 bij de [bedrijf] aan de [adres] te Leeuwarden een geldbedrag van 1100 euro;en middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 2] , te weten:
  • 10 juli 2021 bij de Geldmaat in [bedrijf] aan de [adres] te Leeuwarden een geldbedrag van 1250 euro enbij de [bedrijf] aan de [adres] te Leeuwarden een bedrag van 1800 euro; en middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 3] , te weten:
  • 10 juli 2021 bij de Geldmaat aan de [adres] te Leeuwarden een geldbedrag van 5000 euro;en middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 4] , te weten:
  • 25 augustus 2021 bij de geldautomaat aan de [adres] te [plaats] een geldbedrag van 5000 euroen middels een of meer bankpas(sen), ten name van [slachtoffer 5] , te weten:
  • 20 september 2021 bij de geldautomaat aan de [adres] te [plaats] tweemaal een geldbedrag van 500 euro en bij de [bedrijf] aan de [adres] te Heerenveen een geldbedrag van 2012 euro en middels een bankpas, ten name van [slachtoffer 7] , te weten:
  • 6 juli 2021 bij de geldautomaat aan het [adres] te Leeuwarden een geldbedrag van 5000 euro.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de feiten 1 en 2 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak van de gehele tenlastelegging bepleit en geen standpunt ingenomen over een mogelijk op te leggen straf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 10 november 2023, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met anderen gedurende een periode van drie maanden schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting en diefstal van geld. De slachtoffers werden telefonisch benaderd en een medeverdachte deed zich voor als een bankmedewerker. Meerdere slachtoffers hebben hun bankpas en pincode en in een geval zelfs een mobiele telefoon afgegeven aan verdachte of aan zijn mededader(s). Bij meerdere slachtoffers zijn door verdachte flinke geldbedragen van de bankrekening gestolen. In totaal hebben verdachte en zijn medeverdachte(n) een bedrag van ruim 22.000,- buit gemaakt. De slachtoffers betroffen oudere mensen, in de leeftijd van 72 tot 80 jaar. Door het handelen van verdachte zijn meerdere slachtoffers financieel benadeeld en is hun vertrouwen in de medemens schade toegebracht. Feiten zoals deze tasten bovendien ook het algemene vertrouwen in het bankwezen aan.
Met de door de verdachte gepleegde oplichtingen en diefstallen heeft de verdachte laten zien dat hij enkel uit is geweest op zijn eigen financieel gewin. De verdachte heeft op geen enkel moment stil gestaan of willen staan bij de gevolgen die zijn handelen voor de slachtoffers heeft gehad. De rechtbank neemt dit de verdachte kwalijk.
De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een vermogensdelict.
De rechtbank is, alles afwegend, van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat de aard en ernst van de feiten door een lichtere strafrechtelijke afdoening miskend zouden worden.
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden, zoals geëist door de officier van justitie, acht de rechtbank passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47, 57, 311, 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
Dit vonnis is gewezen door mr. H. de Ruijter, voorzitter, mr. M. Brinksma en mr. M.E. Joha, rechters, bijgestaan door W. van Goor, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 januari 2024.
Mrs. De Ruijter en Joha zijn buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.