In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 17 juli 2024, wordt het beroep van eisers tegen de gedeeltelijke afwijzing van hun aanvraag voor een tegemoetkoming voor zelf aangebrachte voorzieningen beoordeeld. Eisers, huurders van een woning in het Groningse aardbevingsgebied, hebben hun woning moeten verlaten in het kader van de versterkingsoperatie. Ze hebben een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming voor zelf aangebrachte voorzieningen, maar de NCG heeft slechts een gedeeltelijke tegemoetkoming toegekend. Eisers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en zijn in beroep gegaan.
De rechtbank oordeelt dat het op eisers ligt om te onderbouwen waarom de tegemoetkoming niet toereikend is. De rechtbank komt tot de conclusie dat eisers hierin niet zijn geslaagd. De NCG heeft op basis van rapportages van Smeets Bouwmanagement en Advies een tegemoetkoming van € 31.109,27 toegekend, maar eisers hebben niet voldoende onderbouwd waarom deze vergoeding niet toereikend zou zijn. De rechtbank wijst erop dat de NCG zich heeft gehouden aan de Beleidsregel tegemoetkoming zelf aangebrachte voorzieningen huurders Groningen en dat de argumenten van eisers niet voldoende zijn om de beslissing van de NCG te weerleggen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat eisers geen recht hebben op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van eisers om hun claims te onderbouwen en de rol van de NCG in het toekennen van tegemoetkomingen voor zelf aangebrachte voorzieningen.