Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onder parketnummer 18.308616.23 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 1 is niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de drugs aan de kinderen heeft verstrekt en dat de kinderen de drugs hebben gebruikt.
Subsidiair moet verdachte worden vrijgesproken van de onderdelen 2C-B, 4-MMC, 3MMC en MDMA en de pleegperiode 6 tot en met 9 november 2023. Ten aanzien van feit 2 kan niet wettig en overtuigend worden bewezen verklaard dat verdachte de drugs heeft verstrekt of aanwezig heeft gehad. Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat verdachte niet wist dat [slachtoffer 4] en [slachtoffer 1] bij hem thuis waren en ook niet dat [slachtoffer 1] was weggelopen. Het opzet op het feit dat de kinderen zich onttrokken hadden aan het wettig gezag of het bevoegde opzicht is daarom niet wettig en overtuigend bewezen. Daarnaast heeft verdachte [slachtoffer 1] ook niet in zijn huis verborgen.
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte ook moet worden vrijgesproken van het onder parketnummer 18.181934.23 ten laste gelegde feit, omdat niet wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte het stroomstootwapen bewust aanwezig heeft gehad.
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de onder parketnummer 18.053716.23 ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbankParketnummer 18.308616.23Vrijspraak feit 2
De rechtbank acht feit 2 in de zaak met parketnummer 18.308616.23 niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. Weliswaar staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte harddrugs aanwezig heeft gehad en heeft verstrekt, maar nu er geen drugs zijn onderzocht, staat niet buiten redelijke twijfel dat het om de specifiek ten laste gelegde verdovende middelen gaat.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
De bewijsmiddelen zijn elk slechts gebruikt voor het bewijs van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 14 november 2023, opgenomen op pagina 69 e.v. van het dossier [naam 9] van Politie Noord-Nederland van 2 mei 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Op vrijdag 10 november 2023 omstreeks 16:00 uur ben ik naar [naam 1] gegaan. Haar vader, [verdachte] , woont aan de [adres] in Groningen. Ik had daar
afgesproken met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] , [naam 1] , [naam 2] en [slachtoffer 3] .
We zaten in de kamer boven te wachten tot we de XTC zouden krijgen. Op een gegeven moment kwam [verdachte] binnen en gaf ons allemaal een XTC pil. Die pil hebben wij allemaal ingenomen. Ik werd heel vrolijk van de XTC; je vergeet alles een beetje. Drie uur later kregen we weer wat XTC. [naam 1] ging meestal de drugs bij haar vader regelen. Dan kwam [verdachte] weer met pillen en gaf die dan aan ons. We zijn door de XTC de hele nacht wakker geweest. Op zaterdag rond 14:00 uur ben ik weer naar het huis van [verdachte] gegaan. Toen ik bij het huis van [verdachte] kwam waren [slachtoffer 4] , [slachtoffer 1] , [naam 1] en [naam 2] er ook. Rond 23:00 uur in de avond kregen we van [verdachte] allemaal een halve ronde, bruine pil. Een half uur later begon het effect van de pil te werken. We merkten allemaal dat het heel anders voelde dan XTC. Dingen begonnen te bewegen. Je begon gewoon gekke dingen te zien. [verdachte] vertelde ons dat het 2CB was. Zondag ging het eigenlijk hetzelfde, in de avond kregen we weer XTC van [verdachte] . Midden in de nacht, van zondag op maandag kregen wij 3MMC van [verdachte] . We waren echt helemaal van de wereld. [slachtoffer 4] was helemaal van de wereld. Hij
heeft op een gegeven moment ook een brandende sigaret op zijn buik uitgedrukt. We hebben allemaal met elkaar gezoend. Ik heb [slachtoffer 4] ook gepijpt onder invloed van drugs.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 15 november 2023, opgenomen op pagina 73 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik was van 10 november 2023 tot en met 13 november 2023 weggelopen uit de instelling. Op die dagen ben ik aan de [adres] te Groningen geweest. Hier wonen [naam 1] en [naam 2] en hun vader [verdachte] . Toen ik hier was in het weekend waren [slachtoffer 4] en [slachtoffer 2] er ook. Er was ook
nog een jongen [slachtoffer 3] . Toen ik daar op vrijdagavond was heb ik daar drugs gebruikt. [verdachte] ging drugs halen en die vrijdag op zaterdag hebben wij XTC gebruikt. Ik kreeg van [verdachte] ongeveer 2 tot 3 pillen XTC. We bleven de hele nacht wakker en die zaterdagavond gingen we weer drugs doen. Toen gebruikten we 2CB. [verdachte] kwam dan de kamer binnen en gaf iedereen een pil 2CB. Die zondagavond gebruikten we XTC, 4MMC capsule en 3 MMC snuif. Al deze drugs kreeg ik van [verdachte] .
Ik kreeg eerst XTC van [verdachte] . Toen ben ik naar beneden gegaan naar [verdachte] .
Toen kregen [slachtoffer 4] en ik dus de snuif en een 4MMC capsule van [verdachte] . Ik heb [slachtoffer 4] zelfs nog gefilmd toen hij snoof.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 16 november 2023, opgenomen op pagina 89 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :
Op 6 november ben ik naar [naam 3] gegaan. Hij was in een woning aan de [adres] in Groningen. In de woning waren [naam 1] , [naam 2] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 1] en [naam 3] . Verder was de vader van [naam 1] en [naam 2] in de woning. Zijn naam is [verdachte] . We kregen allemaal van [verdachte] drugs. [verdachte] gaf ons XTC. We hadden niet voor de drugs betaald, we kregen het gewoon. Later op
de avond gingen de anderen ook coke snuiven. [naam 2] kreeg die avond een bad trip. Ze was helemaal overstuur. [verdachte] bleef met haar op een slaapkamer. Op vrijdag 10 november werd aan mij gevraagd of ik weer wilde chillen bij [verdachte] thuis. Dezelfde kinderen waren er weer, [naam 3] was er niet bij.
Het was de bedoeling dat [verdachte] drugs zou gaan regelen voor ons. Ongeveer rond 18:00 uur was het gelukt. Ik had toen 1 pil genomen en later die avond nog een halve pil die veel sterker was dan de eerste. De andere kinderen namen ook drugs. Zaterdag 11 november was weer het idee om bij elkaar te komen. Wederom weer met dezelfde kinderen bij [verdachte] thuis. [verdachte] had moeite om drugs te regelen. Uiteindelijk rond 24:00 uur had hij drugs. Ik had toen weer 1 XTC pil ingenomen. We hadden momenten dat we wat gedoe hadden maar ook momenten dat we heel erg veel van elkaar hielden. Dat kwam door de drugs. Ik heb met meerdere meiden gezoend, zelfs met een jongen. We hebben ook seksuele handelingen gedaan.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 14 november 2023, opgenomen op pagina 127 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 14 november 2023 belde ik met [naam 4] naar aanleiding van de ruzie tussen hem en [verdachte] op maandag 13 november 2023. Ik kreeg [slachtoffer 4] aan de telefoon. Ik hoorde [slachtoffer 4] zeggen dat hij naar het huis van [naam 1] en [naam 2] is gegaan, aan de [adres] te Groningen. Ik hoorde [slachtoffer 4] vertellen dat hij daar 3 dagen heeft geslapen. Ik hoorde hem zeggen dat hij daar samen met [naam 2] en [naam 1] , [slachtoffer 1] , en [slachtoffer 2] was. Ik hoorde [slachtoffer 4] zeggen dat hij 3mmc, XTC en THC had gebruikt. Ik hoorde [slachtoffer 4] zeggen dat hij, [naam 2] , [naam 1] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] drugs hadden gebruikt. Ik hoorde [slachtoffer 4] zeggen dat zij de drugs van [verdachte] kregen.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 4 februari 2024, opgenomen op pagina 192 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 23 november 2023 werd in de woning aan de [adres] in Groningen een mobiele
telefoon in beslag genomen. De telefoon werd in beslag genomen naar aanleiding van verdachte [verdachte] zijn verklaring. Hij had verklaard dat zijn mobiele telefoon in de woning van een vriendin lag. Deze vriendin heeft de mobiele telefoon aan de politie overhandigd. De data van de mobiele telefoon werden voor zover mogelijk veilig gesteld. De chats (in de periode tussen 10 en 13 november) zijn als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.
net [naam 1] Nieuw
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [naam 1] Nieuw
Papa ik had naar je moeten luisteren
10-11-2023
20:34:18 (UTC
+0)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.
net [naam 1] Nieuw
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [naam 1] Nieuw
Hij kickt in heel erg
10-11-2023
20:34:22 (UTC
+0)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.
net [naam 1] Nieuw
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [naam 1] Nieuw
Pap
11-11-2023
03:07:45 (UTC
+0)
[telefoonnummer]
[telefoonnummer]
Heb je nog kwartje
11-11-2023
@s.whatsapp.net [verdachte]
@s.whatsapp.net [naam 1]
voor mij en
03.08:04 (UTC
(owner)
Nieuw
[slachtoffer 1] we
+0)
[telefoonnummer] @s
houden onze mond
whatsapp.net [naam 1] Nieuw
we zeggen niet we
hebben gehad
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [naam 1]
Nieuw
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [naam 1] Nieuw
Kom naar boven en zeg dat je zo die snoep hebt want ze liggen op je bed
11-11-2023
22:30:36 (UTC
+0)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net
[slachtoffer 1]
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer 1]
Ben beetje leip maar wil er wel gezellig bij zitten
12-11-2023
01:03:27 (UTC
+0)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner)
[telefoonnummer]
@s.whatsapp.net [naam 2]
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [naam 2]
Papa mogen we allemaal nog een kwartje
11-11-2023
02:51:09 (UTC
+0)
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 23 november 2023, opgenomen op pagina 130 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
[slachtoffer 1] heeft bij het doen van aangifte meerdere foto's en videos verstrekt. Ik zal hieronder de foto's en video's beschrijven:
[slachtoffer 4] geen gevoel in benen.mp4:
Op dit fimpje is [slachtoffer 4] te zien die op de grond zit en zegt dat hij niet meer voelt dat er botten in zijn benen zitten. Vervolgens gaat hij staan en zakt weer in elkaar. Ook trekt hij erg hard met zijn mond en kauwt hij hard op kauwgom. Zijn kaken zijn erg actief.
[slachtoffer 4] [naam 8] :
Op dit filmpje is te zien dat [slachtoffer 4] een hijs neemt en vervolgens de sigaret meerdere keren op zijn buik uitdrukt.
[naam 10] :
Op dit filmpje is [slachtoffer 4] te zien met een ontbloot bovenlijf. Hij gaat met zijn hand naar de camera. Er is niet te zien wat er in zijn hand zit. Vervolgens duwt hij met
zijn andere hand een neusgat dicht en snuift hij meerdere malen uit zijn hand.
[verdachte] links en [slachtoffer 4] rechts.jpeg
Hierop is [slachtoffer 4] te zien met een man in een blauw vest met een masker van "scream" op. In een ander filmpje is te zien dat [verdachte] een blauw vest droeg in dat
weekend. Ik kan aan de hand van het andere filmpje [verdachte] volledig herkennen.
[slachtoffer 1] met [verdachte] [naam 10] :
Op deze video is te zien dat [slachtoffer 1] op de bank zit met haar vest aan die opengeslagen is met een diepe inkijk. Vervolgens filmt zij haar schoot. Daar is te zien dat [verdachte] met zijn hoofd op de schoot ligt van [slachtoffer 1] .
[naam 10]
Op deze video is te zien dat [slachtoffer 1] zichzelf filmt terwijl zij kennelijk onder invloed van enige middelen lijkt. Ze kauwt hard op kauwgom. Ze draait met haar ogen. Ze heeft grote pupillen en trekt aparte gezichten. Hierdoor krijg ik het idee dat [slachtoffer 1] onder invloed is van verdovende middelen.
Bewijsoverweging
Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte in de ten laste gelegde periode in zijn huis verdovende middelen aan de minderjarige [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft gegeven. Gelet op de verklaringen van de kinderen en de beschreven videos, waarvan verdachte voor een deel heeft erkend dat ze in zijn huis zijn opgenomen, staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte harddrugs aan de kinderen heeft verstrekt (en niet slechts vitaminepillen zoals hij zelf heeft verklaard).
Verdachte heeft drugs aan de kinderen verstrekt in de wetenschap dat de kinderen die drugs zouden nemen. Uit de verklaringen van de kinderen en de chats volgt namelijk dat de kinderen om drugs vroegen. Het is algemeen bekend dat verdovende middelen de gezondheid (ernstig) benadelen. Dit geldt des te meer nu de kinderen nog jong waren. Bovendien volgt uit de beschreven videos dat de kinderen als gevolg van het drugsgebruik gedragingen hebben verricht die hun gezondheid benadelen, zoals het op de buik uitdrukken van sigaretten. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte door de verstrekking van verdovende middelen dus de gezondheid van de minderjarigen benadeeld.
Feit 3
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 9 juli 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Een paar maanden eerder is [slachtoffer 1] bij mij geweest. Toen hoorde ik dat ze was weggelopen en heb ik haar teruggebracht naar [naam 11] .
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 15 november 2023, opgenomen op pagina 73 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik ben woonachtig in een gesloten instelling van [instelling] . Ik ben hier al meerdere malen ongeoorloofd afwezig geweest omdat ik hier niet wil zijn. Zo was ik afgelopen dagen vanaf 10 november 2023 tot en met 13 november 2023 ook weggelopen uit de instelling. Op de dagen dat ik afwezig was ben ik aan de [adres] te Groningen geweest. [slachtoffer 4] was ook vermist, maar stond niet gemeld bij de politie.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 14 november 2023, opgenomen op pagina 65 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 5] :
Ik heb het gezag over mijn zoon [slachtoffer 4] . Vrijdag 10 november 2023 was [slachtoffer 4] met een vriendin van hem, [slachtoffer 1] . Ik weet dat zij op een groep woont in [instelling] . [slachtoffer 4] is vrijdag niet thuis gekomen. Dat was wel de bedoeling. Ook zaterdag is hij niet thuis gekomen. Ik heb korte lijntjes gehouden met [instelling] om contact te hebben met elkaar zodra we informatie hadden waar [slachtoffer 1] en of [slachtoffer 4] waren. Ik ben, ik denk rond 2.00 uur op zondag 12 november 2023, naar de [adres] gegaan om te vragen of [slachtoffer 4] daar was. Daar is mij aan de deur gezegd, door [verdachte] , dat de kinderen daar niet waren. Hij zei "hier zijn geen kinderen, ook niet geweest". Zondag,
eigenlijk hetzelfde verhaal. Op maandag, 13 november 2023, heb ik hem 's morgens vroeg als vermist opgegeven. In de middag werd ik toegevoegd op een snapchat account, ' [naam snapchat] '. Ik vroeg wie het was en ik kreeg toen te horen "Ik ben [naam 2] , [slachtoffer 4] is hier bij mij". Ik vroeg toen waar dat was. Ze zei "Bij mijn vader". [naam 4] is direct naar de [adres] gegaan. [naam 4] heeft aangebeld en gevraagd of zijn zoon er was. [verdachte] zei toen: "hier zijn geen kinderen". [naam 4] is naar binnen gegaan, en in de woning trof hij [slachtoffer 4] aan.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 14 november 2023, opgenomen op pagina 127 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 14 november 2023 belde ik met [naam 4] naar aanleiding van de ruzie tussen hem en [verdachte] op maandag 13 november 2023. [naam 4] was naar het adres [adres] te Groningen gegaan, omdat zijn zoon [slachtoffer 4] daar zou zitten en [slachtoffer 4] al 4 dagen vermist was. Ik kreeg [slachtoffer 4] aan de telefoon. Ik hoorde [slachtoffer 4] zeggen dat hij naar het huis van [naam 1] en [naam 2] is gegaan, aan de [adres] te Groningen. Ik hoorde [slachtoffer 4] vertellen, dat hij daar 3 dagen heeft geslapen. Ik hoorde hem zeggen, dat hij daar samen met [naam 2] en [naam 1] , [slachtoffer 1] , en [slachtoffer 2] was.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 4 februari 2024, opgenomen op pagina 192 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 23 november 2023 werd in de woning aan de [adres] in Groningen een mobiele
telefoon in beslag genomen. De telefoon werd in beslag genomen naar aanleiding van verdachte [verdachte] zijn verklaring. Hij had verklaard dat zijn mobiele telefoon in de woning van een vriendin lag. Deze vriendin heeft de mobiele telefoon aan de politie overhandigd. De data van de mobiele telefoon werden voor zover mogelijk veilig gesteld. De chats (in de periode tussen 10 en 13 november) zijn als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner) [telefoonnummer] @s.whatsapp.net
[slachtoffer 1]
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer 1]
Zijn ze al weg
13-11-2023
15:57:16 (UTC+0)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner) [telefoonnummer] @s.whatsapp.net
[slachtoffer 1]
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte]
Niet praten
13-11-2023
17:34:14 (UTC
+0)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner) [telefoonnummer] @s.whatsapp.net
[slachtoffer 1]
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte]
Mijn zus is hier
13-11-2023
17:34:32 (UTC
+0)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner) [telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer 1]
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer 1]
Oke
13-11-2023
17:34:38 (UTC
+0)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner) [telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer 1]
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer 1]
[verdachte] ik kom er net achter dat [naam 2] heeft gezegd dat [slachtoffer 4] in jou huis zat dus ze kwamen niet zomaar [naam 2] heeft
gesnitcht
13-11-2023
21:00:33 (UTC
+0)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner) [telefoonnummer] @s.whatsapp.net
[slachtoffer 1]
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte]
Oeff
13-11-2023
21:03:33 (UTC
+0)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [verdachte] (owner) [telefoonnummer] @s.whatsapp.net
[slachtoffer 1]
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer 1]
En [naam 6] zei al tegen mij van je vriendinnen hebben je verraden
13-11-2023
21:56:46 (UTC
+0)
Bewijsoverweging
Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de moeder van [slachtoffer 4] het gezag over hem heeft. [slachtoffer 4] is van huis weggelopen. [slachtoffer 1] is weggelopen uit de gesloten instelling waar zij woonde en die bevoegd het opzicht over haar uitoefende. Van 10 tot en met 13 november 2023 verbleven zij in het huis van verdachte. Op basis van de verklaringen van de kinderen staat vast dat verdachte wist dat [slachtoffer 4] en [slachtoffer 1] in zijn huis verbleven. De rechtbank stelt verder vast dat de moeder van [slachtoffer 4] s nachts in haar zoektocht naar [slachtoffer 4] naar het huis van verdachte is gegaan en aan verdachte heeft gevraagd of [slachtoffer 4] daar was. Verdachte heeft toen tegen beter weten in geantwoord dat er geen kinderen in zijn huis waren. Datzelfde heeft hij gezegd toen de vader van [slachtoffer 4] aan de deur kwam. In een bericht van verdachte aan [slachtoffer 1] schrijft verdachte niet praten, mijn zus is hier. Later schrijft [slachtoffer 1] aan hem dat er is gesnitcht door [naam 2] over het verblijf van [slachtoffer 4] en dat [slachtoffer 1] heeft gehoord dat zij ( [slachtoffer 1] ) door haar vriendinnen is verraden.
Uit deze bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat het verblijf van zowel [slachtoffer 4] als [slachtoffer 1] in het huis van verdachte een heimelijk karakter had en verdachte hen dus opzettelijk heeft verborgen.
Naar het oordeel van de rechtbank is ook bewezen dat verdachte het vereiste opzet had op de onttrekking aan het wettig gezag of het bevoegde opzicht. Het verbergen van minderjarige kinderen waarover verdachte zelf géén gezag of opzicht uitoefent is daarvoor al een sterke indicatie. In het geval van [slachtoffer 4] komt daarbij dat zijn moeder s nachts aan de deur is geweest en naar hem heeft gevraagd. Verdachte wist dus dat [slachtoffer 4] zich had onttrokken aan het gezag. In het geval van [slachtoffer 1] volgt uit de verklaring van verdachte zelf dat hij wist dat ze eerder is weggelopen uit een instelling. In combinatie met de eerder genoemde berichten waaruit volgt dat het verblijf van [slachtoffer 1] bij verdachte geheim moest blijven, kan het niet anders dan dat verdachte ook van haar moet hebben geweten dat zij zich had onttrokken aan het wettig gezag of bevoegde opzicht.
Parketnummer 18.181934.23
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 28 juni 2023, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023168613 van 30 juni 2023, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 27 juni 2023 waren wij in de woning aan de [adres] te Groningen. Ik zag links van de voeten van [verdachte] een zaklamp liggen. Ik zag dat er een ijzerdraad in de voorzijde van de lamp verwerkt was. Ik herken deze zaklamp ambtshalve als een zaklamp waar een stroomstootwapen in verwerkt zit. Ik zag dat [verdachte] zijn slipper over de zaklamp/ het stroomstootwapen legde. Ik confronteerde [verdachte] met het feit dat hij dit wapen niet in zijn bezit mocht hebben. Hij gaf aan dit niet te weten en dat hij dacht dat hij hem alleen op straat niet mocht hebben.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 29 juni 2023, opgenomen op pagina 8 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik zag dat zaklamp +/- 18 centimeter groot was. Ik zag dat het voorwerp gedeeltelijk van metaal was en gedeeltelijk van plastic. Ik zag dat deze zaklamp meerdere bedieningsonderdelen had. Ik zag aan de voorkant van de zaklamp metalen polen zitten.
Het inbeslaggenomen voorwerp is een zogenaamd stroomstootwapen, in de vorm van een zaklamp, van het merk flashlight. Met dit voorwerp kunnen personen door een elektrische stroomstoot weerloos worden gemaakt of pijn worden toegebracht.
Ik heb het stroomstootwapen geactiveerd door middel van het indrukken van de bedieningsschakelaar. Ik zag, nadat ik de schakelaar had ingedrukt, een blauwkleurige stroomstraal/ vlam tussen de twee polen van het apparaat en hoorde tevens een knetterend geluid.
Goednummer: PL0100-2023168613-1618047.
3. Een kennisgeving van inbeslagneming van 28 juni 2023, opgenomen op pagina 19 van voornoemd dossier, inhoudend:
Inbeslagneming Plaats: [adres]
Goednummer: PL0100-2023168613-1618047
Bijzonderheden: Zaklamp met stroomstootwapen ingebouwd
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat het stroomstootwapen in het huis van verdachte is aangetroffen. Het wapen lag in het zicht, links van de voeten van verdachte. Verdachte had dus beschikkingsmacht over het wapen. Dat verdachte zich bewust was van de aanwezigheid en van het feit dat het een stroomstootwapen was, leidt de rechtbank af uit het feit dat verdachte, tijdens het telefoongesprek met zijn advocaat, een slipper over het wapen legde. Dat verdachte de slipper onbewust op het wapen heeft gelegd, omdat hij zijn schoenen aan wilde trekken, acht de rechtbank niet geloofwaardig. Bovendien heeft verdachte verklaard dat hij dacht dat hij het wapen alleen op straat niet mocht hebben. Ook hieruit volgt dat verdachte bewust moet zijn geweest van het feit dat het om een stroomstootwapen ging.
Parketnummer 18.053716.23
De rechtbank acht de onder parketnummer 18.053716.23 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank volstaat met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, omdat verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Deze opgave luidt als volgt:
Feiten 1 en 2
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 9 juli 2024;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal onderzoek wapen, met bijlagen, van 9 maart 2023, met nummer PL0100-2023047522, inhoudend het relaas van verbalisant.
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 9 juli 2024;
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal rijden onder invloed, met bijlagen, van 9 mei 2023, met nummer PL0100-2023047520, inhoudend het relaas van verbalisant.