ECLI:NL:RBNNE:2024:2633
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- L.E.A. Jonkers-Vellinga
- E.A. Ruiter
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht
Op 3 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak LEE 24/1785, waarin verzoekster een verzoek om een voorlopige voorziening had ingediend op 13 april 2024. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat verzoekster het verschuldigde griffierecht van € 51,- niet heeft betaald. De griffier had verzoekster per aangetekende brief op 17 april 2024 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te voldoen. Deze brief werd op 19 april 2024 bezorgd, maar verzoekster heeft het poststuk niet afgehaald, waardoor het op 10 mei 2024 retour kwam bij de rechtbank. Op 14 mei 2024 is de aangetekende brief opnieuw per e-mail verzonden, maar verzoekster heeft ook daarna het griffierecht niet betaald. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster geen reden heeft gegeven voor het niet betalen van het griffierecht, waardoor er geen verontschuldiging voor dit verzuim is gebleken. Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek niet inhoudelijk te beoordelen en het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk te verklaren. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.