Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2] .,
Rechtbank Noord-Nederland
In deze civiele zaak heeft eiseres, die als ceremoniemeester heeft opgetreden voor de bruiloft van gedaagden, een vordering ingesteld tot betaling van een factuur van € 2.138,38. Gedaagden hebben de factuur betwist en stellen dat eiseres te veel uren in rekening heeft gebracht en haar werkzaamheden niet naar behoren heeft uitgevoerd. De kantonrechter heeft de procedure gevolgd, waarbij onder andere een tussenvonnis is uitgesproken en een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. De feiten van de zaak zijn als volgt: eiseres heeft een offerte uitgebracht voor ceremoniemeesterwerkzaamheden en heeft op 8 juli 2023 de bruiloft van gedaagden begeleid. Na de bruiloft ontstond er onenigheid over de factuur, waarbij eiseres aanvankelijk 26 uur aan voorbereidende werkzaamheden had opgevoerd, maar uiteindelijk 10 uur in rekening heeft gebracht. Gedaagden hebben de factuur onbetaald gelaten, wat heeft geleid tot deze rechtszaak. De kantonrechter heeft overwogen dat gedaagden gehouden zijn tot betaling van de factuur, omdat eiseres de werkzaamheden heeft verricht zoals overeengekomen. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, met inachtneming van de wettelijke rente en de proceskosten. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten is eveneens toegewezen, omdat aan de wettelijke eisen is voldaan. Gedaagden zijn in het ongelijk gesteld en moeten de proceskosten betalen.